Van kasbons tot aandelen: welke kosten vreten aan het rendement van uw beleggingen?

Beleggen brengt meer op dan sparen, maar er komen ook extra laagjes met kosten bij kijken. © Getty Images
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Te veel geld op uw spaarrekening aanhouden, is geen goed idee. Met beleggen is veel meer te verdienen, maar de makers en de verkopers van beleggingsproducten pikken ook graag een graantje mee.

De spaarrente is te laag om de koopkracht van uw geld op lange termijn te beschermen. Maar van elk spaar- of beleg­gings­product kunt u zich afvragen of de tussenpersoon die u het product probeert te verkopen, er niet beter aan verdient dan u. Als beide partijen eraan verdienen, is er sprake van een win-win.

Een spaarrekening is vrijwel altijd gratis. Bij al de rest komen kosten kijken: een­malige in- en uitstapkosten, jaarlijks weerkerende beheerskosten, kosten voor de verkoper, kosten voor de maker van de producten enzovoort. We brengen in kaart welke vragen u moet stellen aan uw adviseur, of op welke trefwoorden u moet zoeken in de informatie­fiches van financiële producten, om onaangename verrassingen te vermijden. De belangrijkste vragen zijn de volgende:

Zijn er eenmalige in- of ­uitstapkosten?
Zijn er terugkerende of lopende kosten op het ­product?
Is er een groot verschil tussen de aan- en de verkoopprijs?
Komen er kosten kijken bij het omwisselen in andere munten?
Rekent de bank een jaarlijks bewaarloon aan?
Kost het extra om een dividend of een coupon te innen (van buitenlandse aandelen of obligaties)?
Welke kosten worden aangerekend bij een overstap naar een andere financiële instelling?

Voor u zich klant maakt bij een financiële instelling, vult u het best een keer ‘tarievenlijst’ en de naam van de instelling in een zoek­machine in. Zo vindt u gemakkelijk een overzicht van alle mogelijke kosten die een beleggingswebsite, bank of verzekeraar in rekening brengt.

Tussen sparen en beleggen: kasbons

Sinds vorige week woensdag kunt u bij de grootbank Belfius opnieuw kasbons kopen. Het vroegere Gemeentekrediet was jarenlang de marktleider in kasbons, maar had die producten dood en begraven verklaard na de decennialange daling van de rente tot een historisch dieptepunt. Ook BNP Paribas Fortis en Crelan zijn van plan de ­kasbon nieuw leven in te ­blazen, maar voorlopig hebben ze nog geen aanbod. De kasbon moet een deel van de 22 miljard euro zien te capteren, dat in september vrijkomt uit de eenjarige staatsbons. Een kasbon is geen rekening maar een schuld­instrument dat op een effectenrekening staat. Dat heeft voor- en nadelen.

De kasbon op één jaar brengt netto 2,1 procent op. Dat is meer dan wat de spaarboekjes van Belfius beloven. Bovendien kan Belfius de rente op de kasbon tijdens de looptijd niet verlagen, terwijl de basisrente op spaarrekeningen wel kan worden aangepast. De eerste renteverlaging op spaarboekjes moeten we nog zien, maar voor termijnrekeningen en tak21-levensverzekeringen zijn al verlagingen aangekondigd. Ook andere banken hebben ongetwijfeld de rente op termijnrekeningen verlaagd, maar zij doen dat niet openlijk.

De looptijd van de kasbon varieert van één tot tien jaar. In tien jaar kan natuurlijk veel gebeuren. U kunt bijvoorbeeld een financiële tegenvaller tegenkomen. Wie zijn geld voor de eindvervaldag van de kasbon nodig heeft, kan proberen de kasbon terug te verkopen aan de bank. In sommige gevallen zal de bank daarop ingaan, in andere niet. De bank rekent dan wel de kosten voor de herfinanciering door aan de klant, plus een penalisatierentevoet van 0,75 procent en 6 euro administratieve kosten.

Als u van bank verandert, kunt u de kasbon in principe gewoon meenemen, net zoals u aandelen, obligaties of deelbewijzen van beleggingsfondsen kunt transfereren van de ene naar de andere effectenrekening. In de praktijk kan dat nadelig zijn. Zo rekent Belfius geen bewaarloon aan voor kasbons uitgegeven door Belfius, terwijl andere banken mogelijk wel een jaarlijks bewaarloon zullen vragen voor die Belfius-­kasbons. Bovendien rekent ­Belfius Bank voor transfers naar andere banken 75 euro aan per waardecode of effect.

Een kasbon heeft kenmerken van zowel een spaar- als een beleggingsproduct. Zo valt het product net als termijn- en spaarrekeningen onder het depositogarantie­stelsel. Wanneer een bank failliet zou gaan, krijgen de klanten tot 100.000 euro per klant en per bank terug van het geld dat ze bij de bank op rekeningen of aan kasbons hebben staan. Die garantie hebt u niet met de beleggingsproducten die we hieronder opsommen. Maar als u kasbons hebt, hebt u een effectenrekening en is de eerste stap weg van het spaarboekje al gezet. Misschien kunt u nu met een deel van uw centen nog wat meer risico nemen.

De lopende kosten zitten al in de uitgifteprijs verrekend.
Banken rekenen doorgaans geen bewaarloon aan als het om eigen kasbons gaat.
Als u met de kasbons van bank wilt veranderen, betaalt u transferkosten en mogelijk een bewaarloon.

Een stapje verder richting beleggen dan kasbons: obligaties

Obligaties zijn, net als kasbons, schuldinstrumenten die bij de bank bewaard worden op een effectenrekening. Gewone obligaties hebben een looptijd en op de vervaldag krijgen de beleggers, als alles goed gaat, het uitgeleende geld terug. Er zijn ook meer ­complexe obligaties, zoals converteerbare obligaties, die onder bepaalde voorwaarden in aan­delen kunnen worden omgezet.

De emittent van de obligaties kan failliet gaan voor de vervaldag. Dan moet u, als schuldeiser, bij de curator aankloppen, om eventueel nog een deel van uw geld te recupereren. Voor obligaties is er geen depositogarantie.

Kasbons worden altijd uitgegeven door banken. Obligaties kunnen door banken, bedrijven of over­heden worden uitgegeven. Let op, sommige banken rekenen nog altijd elk jaar een ouderwets bewaarloon aan, en daar komen soms zelfs nog dossierkosten bovenop. We sommen er een aantal op. Doorgaans rekenen internetbanken of onlinebrokers geen bewaarloon aan.

Belfius Bank rekent bijvoorbeeld 0,1452 procent bewaarloon aan voor obligaties, met een minimum van 3,025 euro en een maximum van 24,2 euro per effect. Daar komen per effectenrekening nog 9,075 euro vaste, jaarlijkse dossierkosten bij. De klanten van ­Belfius die gebruikmaken van de ­Re=Bel-beleggingsapp betalen het bewaarloon en de dossierkosten niet. ING België en Crelan (en AXA vanaf 10 juni) rekenen hetzelfde percentage aan bewaarloon aan als Belfius, met hogere minima en een hoger of geen maximum. BNP Paribas Fortis rekent zelfs nog iets meer aan dan Belfius. KBC en Argenta daaren­tegen rekenen geen bewaarloon meer aan.

Obligaties zijn beter verhandelbaar dan kasbons. Zeker wanneer de obligaties op een beurs noteren, kunnen beleggers er gemakkelijker een koper voor vinden, als ze hun geld voor de vervaldag terug willen. Als de rente is gedaald sinds de uitgifte van de obligatie, kunnen beleggers soms zelfs meer geld terugkrijgen dan ze hebben ingelegd. Als u obligaties op de beurs koopt of verkoopt, komen er wel transactiekosten bij kijken, die u niet betaalt als u van bij de start inschrijft op een obligatie-uitgifte en die vervolgens bijhoudt tot de eindvervaldag. Die transactiekosten kunnen sterk verschillen naargelang de broker.

Bolero rekent voor beursgenoteerde obligaties bijvoorbeeld dezelfde kosten aan als voor aandelen: 7,5 euro voor Euronext Brussel, Parijs, Amsterdam, Lissabon en Dublin voor transacties tot 2.500 euro, en 15 dollar of 15 euro voor de meeste andere markten. Saxo Bank verlaagde in april allerlei kosten, waardoor de transactiekosten voor obligaties nu tussen 0,05 en 0,12 procent zitten, met een minimum van 5 euro of het equivalent in andere munten. Lynx rekent 0,14 procent aan voor bedrijfs- en overheidsobligaties in euro (met een minimum van 6 euro per transactie) en 0,15 procent voor obligaties in dollar (met een minimum van 5 dollar). Lynx werkt met buitenlandse rekeningen, die u moet aangeven. Niet alle brokers en banken hebben een even groot aanbod in obligaties.

De handel in obligaties verloopt nog steeds grotendeels tussen banken, terwijl de handel in aandelen veel meer geautomatiseerd is. Een gespecialiseerd beurshuis als Goldwasser Exchange, waar beleggers terechtkunnen voor grote transacties vanaf 10.000 euro, beweert dat het betere prijzen krijgt voor obligaties. Het hanteert wel hogere kosten: 0,8 procent met een minimum van 50 euro per transactie.

Als u koopt of verkoopt tijdens de looptijd worden transactiekosten aangerekend.
Sommige banken rekenen jaarlijks bewaarloon en/of dossierkosten aan.
Voor het omwisselen van obligaties in andere munten worden doorgaans kosten aangerekend.
Bij de uitbetaling van coupons in euro rekent de bank meestal niets aan.

Goedkoper om in te handelen dan obligaties: aandelen

Bij aandelen is er geen vervaldag. Bedrijven geven aandelen uit en verkopen die aan beleggers, om kapitaal op te halen. Een aandeel is een stukje van een bedrijf, dat recht geeft op een stukje van de winst van dat bedrijf. Die winst wordt soms uitgekeerd, in de vorm van een dividend. Sommige ­brokers, zoals Bolero, rekenen 2 procent inningskosten aan voor dividenden van buitenlandse aandelen en beursgenoteerde indexfondsen (ETF’s), met een maximum van 125 euro.

Er zijn nog situaties waarbij beleggers extra moeten betalen. Zo ­hebben aandeelhouders stemrecht op de aandeelhoudersvergadering, maar moeten ze hun aandelen deponeren, om dat te laten gelden. Die dienst is meestal niet gratis. Bij buitenlandse aandelen kunnen beleggers soms belastingen op de dividenden besparen dankzij een dubbelbelastingverdrag, maar voor die formaliteiten rekenen sommige brokers bijkomende kosten aan.

Het bedrijf kan de winst ook op zak houden en op andere manieren aan het werk zetten, om ervoor te zorgen dat de aandelen meer waard worden. Als het bedrijf verlieslatend is, worden de aandelen minder waard. Aandelen die op de beurs noteren, schommelen ook mee met het marktsentiment. Soms denken beleggers dat de bomen tot in de hemel groeien en soms denken ze dat de wereld zal vergaan. Door op regelmatige tijdstippen te beleggen in aandelen kunt u op lange termijn de effecten van het markt­sentiment uitvlakken. U koopt dan aandelen af en toe te duur en af en toe te goedkoop.

Doorgaans moet u aandelen kopen en verkopen op de beurs. Bij zowel de aan- als de verkoop komen kosten kijken. De kosten voor aandelentransacties liggen bij de meeste brokers en banken lager dan voor obligaties. Doorgaans verhandelen aandelen vlotter dan obligaties. Al is er ook een groot verschil in liquiditeit tussen grote, bekende Amerikaanse aandelen, zoals Microsoft of Apple, en kleine, weinig verhandelde Belgische aandelen, zoals What’s Cooking of Miko.

Zowel bij aandelen als bij obligaties die minder verhandelen, waar er een groot verschil is tussen de geafficheerde aan- en verkoopprijzen, kunnen beleggers beter werken met limietprijzen dan met marktprijzen, om te vermijden dat ze veel te veel betalen voor hun aankoop of veel te ­weinig krijgen bij een verkoop. Het verschil tussen de bied- en de laatkoersen beïnvloedt uw nettorendement, ook al is dat geen officiële kostenpost.

Bij elke aan- en verkoop van ­aandelen komen transactiekosten kijken.
Sommige banken rekenen een jaarlijks bewaarloon en/of ­dossierkosten aan.
Bij het omwisselen van aandelen in andere munten van en naar euro zijn er doorgaans kosten.
Bij de uitbetaling van dividenden komen soms extra kosten kijken.

Verschillende obligaties of aandelen in één korf: ETF’s

Beursgenoteerde indexfondsen, in het Engels exchange traded funds (ETF’s), zijn, net als aandelen en obligaties, te koop via de beurs. Dat betekent dat er transactiekosten bij komen. Bij buitenlandse spelers als Flatex DeGiro en Trade Republic kunt u voor 1 euro per transactie een deelbewijs van een ETF kopen. Vergeet dan niet uw buitenlandse rekening aan te geven en te controleren of alle belastingen correct zijn afgehouden.

Sinds Saxo Bank een kostenver­laging heeft doorgevoerd, betalen de klanten nog slechts 2 euro voor orders tot 2.500 euro op de beurs van Amsterdam en 5 euro voor orders tot 6.250 euro op de beurs van Frankfurt. Daarmee zit de onlinebroker in de buurt van de tarieven die Bolero hanteert voor een selectie van een zestigtal ETF’s (2,5 euro voor orders tot 250 euro, 5 euro voor orders tot 1.000 euro en 7,5 euro voor orders tot 2.500 euro). Bij Saxo Bank en Bolero staat uw geld op Belgische rekeningen.

“Beleggers kunnen ETF’s kopen via tussenpersonen gaande van onlinebrokers tot private banken. Ze kunnen ook ETF’s in een verzekeringsjasje kopen. We hebben het dan over tak23-levensverzekeringen. Een aantal kosten hangt af van het beleggingsplatform waar de belegger klant is. Er zijn ook kosten inherent aan de ETF”, zegt Yoni Jennes van het iShares & Wealth-verkoopteam in België. Ishares is een belangrijke aanbieder van ETF’s.

Die kosten kunnen variëren van enkele tot tientallen basispunten, stelt Jennes: “Bij heel populaire ETF’s, zoals een ETF op de Amerikaanse beursindex S&P 500, liggen die kosten heel laag: op 0,07 procent bijvoorbeeld. Bij ETF’s die in een bepaalde sector of een thema investeren, zoals de sector van de halfgeleiders, kunnen die kosten oplopen tot 0,35 procent. Die lopende kosten hangen af van de kosten om op de onderliggende markt transacties te doen en van de liquiditeit van de ETF. Transacties in hoogrentende bedrijfsobligaties zijn bijvoorbeeld duurder dan transacties in Amerikaanse overheidsobligaties.”

Belangrijker dan de lopende ­kosten vindt Jennes de kwaliteit van de ETF. Daarmee bedoelt hij hoe accuraat de ETF het rendement van de onderliggende aandelen- of obligatie-index volgt. “Niet alle ETF’s volgen de markt of het onderliggende mandje met aan­delen of obligaties even goed. Wij hebben beheerders die ervoor zorgen dat het verschil of de ­tracking error zo klein mogelijk blijft. Het is best mogelijk dat op een ETF iets meer lopende kosten zitten, maar het uiteindelijke rendement voor de belegger hoger ligt.”

Ten slotte is het ook belangrijk naar de grootte en de liquiditeit van de ETF te kijken. Net als bij aandelen of obligaties is er een verschil tussen de prijs waartegen beleggers deelbewijzen van een ETF kunnen kopen en de prijs waartegen ze die kunnen verkopen. “Soms is die bid-ask-spread kleiner bij de ETF dan bij sommige van de onderliggende aandelen”, legt Jennes uit. “Daarom kan het in sommige gevallen goed­koper zijn de ETF te kopen dan in alle onderliggende aandelen apart te investeren.”

Hoe dan ook zijn ETF’s goedkoper dan actief beheerde beleggingsfondsen, waar de beheerskosten al snel aantikken tot 1 à 1,8 procent. Beleggers betalen voor een team van fondsbeheerders dat probeert de markt te kloppen. Bovendien zitten in de beheersvergoeding retrocessies, een vergoeding voor de distributeurs. Bij actief beheerde beleggingsfondsen zijn er soms instapkosten, maar bijna nooit uitstapkosten. U kunt ze niet via de beurs kopen, maar moet daarvoor aankloppen bij een bank of andere financiële tussen­persoon.

Bij elke aan- en verkoop van ETF’s komen transactiekosten kijken.
Sommige banken rekenen ­jaarlijks bewaarloon en/of ­dossierkosten aan.
De lopende kosten van de ETF zijn mogelijk minder belangrijk dan het verschil tussen bied- en laatkoersen van de ETF

Partner Content