Interview met juwelier Denis Van Esser

Denis Van Esser.

“God zit in de details”, zegt Trends Style ten afscheid van Denis Van Esser. “Je vergist je”, pareert hij. “Details bestaan niet.” Die woorden typeren de Hasseltse juwelier en horlogemaker. Van Esser is een perfectionist. Maar in tegenstelling tot de meeste perfectionisten is die karaktertrek voor hem geen kruis om te dragen.

Mijn grote droom is : blijven doen wat ik nu doe.” Horlogemaker en juwelier Denis Van Esser noemt zichzelf een tevreden man. “Het was van in het prille begin mijn bedoeling om een eigen merk te zijn. Een klein merk, maar honderd ten honderd van mij. Dat moet je op alle mogelijke vlakken uitstralen. Dat is heel wat anders dan uurwerken verkopen. Daar is niet zoveel aan. Je kunt die overal kopen. Toen ik begon, waren alle licenties voor de grote merken voor Hasselt vrij. Maar ik had absoluut de behoefte om mijn eigen weg te maken en ik ben die droom achternagegaan. Je kunt niet geloven hoeveel ik door die keuze heb ontdekt. Het was een enorme verrijking voor de geest en bracht me op plekken waar ik anders nooit zou komen.”

Ik heb mijn eigen weg gezocht, ben mijn droom achternagegaan.

Zoals ?

Denis Van Esser : “Op een moment was ik met de verpakking, de doosjes voor mijn horloges, bezig. Via een kennis in Milaan kwam ik in een oud bedrijf in de buitenwijken van die stad. Een wirwar van gangetjes leidde er tot een ruimte met in het midden een ovalen tafel van zeker tien meter. Daar zaten allemaal dames die doosjes aan het plooien waren. Precies een filmscène. Een oudere man begeleidde ons naar een stoffig bureautje, en daar stonden de prototypes van de doosjes van Chanel, Hermès en andere grote luxemerken.”

Interview met juwelier Denis Van Esser

“Of in La Chaux-de-Fonds – het kloppend hart van de Zwitserse horloge-industrie – waar ik na mijn studies een jaar heb gewoond en gewerkt. Ik was nog maar pas van de schoolbanken of ik werd op sleeptouw genomen door Serge Steudler, de ontwerper van de Golden Bridge (Corum) en toen een levend monument. Hij troonde me mee naar de ateliers waar staal opgeslagen lag dat gebruikt werd in de haute horlogerie, en naar manufacturen waar mensen werken die alleen wijzers maken en mensen die alleen maar schroefjes of deksels of banden maken. Op zulke momenten weet je niet wat je ziet. Dat is een schatkamer aan materialen en een bijenkorf aan activiteiten. Zolang je dat niet gezien hebt, besef je niet echt wat er allemaal in een uurwerk zit. Door echt in het hart van de industrie te mogen werken, doe je een onbeschrijfelijke ervaring op. Eigenlijk zonder goed en wel te beseffen wat een voorrecht dat is.”

Interview met juwelier Denis Van Esser

“Stel dat ik gewoon een merk had gekocht, dan had ik daar nooit mee te maken gehad. Als ik nu La Chaux-de-Fonds binnenrijd, overvalt mij een thuisgevoel. Ik heb dat alleen maar in mijn geboortedorp (Ophoven, bij Maaseik), in Hasselt en daar. Het is nochtans een heel industriële stad op 1100 meter hoogte, op het eerste gezicht niet gezellig, maar ik heb er een speciaal gevoel. Omdat ik mijn talen kende, werd ik vanuit Zwitserland geregeld op missie naar het buitenland gestuurd. En zo kwam ik in een atelier in Parijs dat in opdracht werkte voor alle grote Franse huizen. Als petit Belge kon ik meteen rekenen op hun sympathie. Later kwam ik er terug – ik had toen al enkele jaren mijn eigen zaak – om een van mijn eerste stukken volgens de regels van het vak te fabriceren. Ik werd er als een god ontvangen. Jean, de chef atelier, stelde mij voor aan een wat oudere, grijzende man. Dat bleek meneer Arpels te zijn. Hij bekeek mijn werkstuk en merkte op : ‘Maar je hebt het stuk niet gesigneerd !’ Waarop ik : ‘Ik kan dat niet doen, ik ben pas begonnen.’ Weet je wat hij antwoordde ? ‘L’histoire de ton affaire s’écrit aujourd’hui et pas dans 50 ans.‘ Mooi, hé : ‘De geschiedenis van je bedrijf schrijf je vandaag, jeune homme, en niet na vijftig jaar.’ Dat vond ik een enorme frase. En dat uit de mond van de grootste juwelier ter wereld in die tijd. Van toen af heb ik elk stuk getekend. Ik was toen 24 jaar en besefte plots dat ik een enorm voorrecht genoot om met zulke mensen in contact te komen.”

Interview met juwelier Denis Van Esser

Wanneer besefte u : ik heb meesterschap, dus zet ik mijn signatuur ?

“Je vergelijkt je stukken altijd met die van anderen en je zoekt tot je afwerking echt in orde is. Pas als alles volledig goed zit, begin je je signatuur te zetten. Want je weet : er is geen weg terug. Een getekend stuk is voor eeuwig met jouw naam verbonden. Als je naam ergens op staat, moet het goed zijn. We hebben dan ook een heel sterke kwaliteitscontrole. Het is een ongeschreven wet dat een gesigneerd stuk meer waard is. Bij een eigen merk hoort ook een eigen uurwerk. Het stond me duidelijk voor ogen dat ik iets moest creëren dat nog niet bestond. Ik wilde niet kopiëren. Geen private label met een klein persoonlijk accent – daar paste ik voor. En zie wat we gevonden hebben : een asymmetrische kast waardoor het uurwerk anatomisch perfect zit en je de tijd bovendien sneller kunt aflezen. Het is een ontwerp dat niet bestond en nog altijd nergens anders bestaat. Het maakt een Van Esser bijzonder herkenbaar, samen met de zwarte wijzerplaat en beige band – wij doen niet in andere kleuren.”

A One, de horlogelijn van Denis Van Esser.
A One, de horlogelijn van Denis Van Esser.

Maakt u zichzelf niet creatief vleugellam door zo aan die principes vast te houden ?

“Zo ervaar ik dat niet. Ik heb ooit twee zwarte banden aan de horloges gezet. Ik doe het nooit meer. Omdat het mijn uurwerk niet meer is. Bovendien bezorgt het mij een praktisch voordeel : wij hebben alles voortdurend op voorraad.”

Met de A One, de A One New Moon en de A One Chrono 50 hebt u drie modellen van eigen makelij. U wordt er bijna persoonlijk mee vereenzelvigd. Is dat dan uw levenswerk ? Of denkt u : mijn magnum opus moet nog komen ?

“Er zitten zeker nog heel veel dingen in mij. Een magnum opus herken je pas als het gemaakt is. Dat weet je nooit vooraf. Wel denk ik dat ik met mijn uurwerken mijn magnum opus op zak heb. Waarom ik dat denk ? Omdat ik daarop word aangesproken, ook door mensen die totaal niets van uurwerken kennen. Ik voel, ik wéét, dat er een enorme kracht van uitgaat. Ik hoor geregeld van klanten dat ze in het buitenland vragen over hun horloge krijgen. Maar je weet nooit. Een createur broedt altijd op nieuwe gedachten, dat is een stroom die niet opdroogt. Zonder fout zitten er nog mooie dingen aan te komen.”

Een getekend stuk is voor eeuwig met je naam verbonden. Er is geen weg terug.

Als het vak in de genen zit, van wie hebt u het dan geërfd ?

“Goede vraag. Mijn vader was patissier, mijn grootvader molenaar. Mijn broer is ermee begonnen en hij heeft mij geïnspireerd. Voor mij is het een passie. Als ik op de computer iets intik, heeft het altijd met juwelen te maken. Bij mij thuis staan vijfduizend boeken. Twintig over de keuken, tien over rozen. De rest over juwelen.”

Waar droomt u nog van ?

“Mijn grote droom is voortdoen zoals ik bezig ben. Het moet fun blijven. Het is zo’n plezier om je eigen merk te hebben. Wie andere merken verkoopt, zit in een afhankelijkheidspositie. Ik ben onafhankelijk. En telkens als ik een uurwerk of een juweel verkoop, ben ik trots. Want ik heb mijn creatie verkocht. Een stuk waarop mijn naam staat. Telkens als iemand hier binnenkomt, komt hij in feite voor mij. Dat geeft een enorme kick.” ?

TEKST DIRK REMMERIE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content