Een reis in de tijd met Zenith

De collectie van 2015 is de perfecte synthese van het 150-jarige parcours van Zenith. De manufactuur beschikt over alle kwaliteiten om zowel grote complicaties als klassieke, betrouwbare en precieze gangwerken te produceren. Een reis in de tijd, tussen vroeger en nu.

Al in de 19e eeuw stond Le Locle bekend als een belangrijk productiecentrum van chronometers voor de marine. In 1865 vond er ook een omwenteling plaats die de werkmethoden van de Zwitserse horlogerie radicaal veranderde : de verzameling onder één dak van alle beroepen die tot dan toe over de vele kleine ateliers van de ambachtslui versnipperd waren. Een proces dat we vandaag ‘verticale integratie’ zouden noemen. Het initiatief van de visionaire ondernemer Georges Favre-Jacot zou in de daaropvolgende jaren leiden tot de creatie van een ‘stad in de stad’, met achttien indus-triële gebouwen en de creatie in 1905 van de veelzeggende want ambitieuze naam ‘Zenith’.

Ze droegen elk een Zenith: Blériot toen hij in 1909 over het Kanaal vloog, Baumgartner toen hij in 2013 sprong van 39 km hoogte.

De hele voorbije eeuw drukte Zenith zijn stempel op de evolutie van de mechanische horlogerie. Vanaf de creatie van een van de eerste polshorloges voor mannen (1911) tot de lancering van de automatische ‘hoge frequentie’-chronograaf El Primero (1969). Het streven naar precisie leverde de manufactuur in de tussentijd 2333 chronometrierecords op, een ongeziene prestatie. De Zenith-creaties werden gedragen door diverse historische figuren als Louis Blériot (luchtvaartpionier), Mahatma Gandhi (de voorvechter van geweldloosheid) en Roald Amundsen (ontdekkingsreiziger). Jarenlang vormden ze de speerpunt van de Zwitserse horlogerie. Maar zoals zovele andere raakte het bedrijf in verval met de opkomst van de kwartshorloges. De recente renaissance valt samen met de intrede van het merk in de schoot van luxegroep LVMH. De nieuwe eigenaar moedigde de manufactuur aan tot een make-over en ontwikkelde een nieuwe productstrategie.

ADIEU TRISTESSE

Wie – zoals wij – de manufactuur in Le Locle vijftien jaar geleden heeft bezocht, zal die vandaag niet meer herkennen : Zenith heeft de achttien gebouwen op de site helemaal gerenoveerd. Aan de buitenkant zien ze er nog hetzelfde uit : gevels in rode baksteen met grote glasramen waarachter de manufactuur de mooiste bladzijden uit haar geschiedenis schreef. Maar binnenin is alles compleet veranderd. In onze herinnering heerste er een nogal triestige sfeer, en het machinepark was sinds de jaren 50 niet meer geëvolueerd. Dat heeft nu allemaal plaats–gemaakt voor in het licht badende ateliers met magnifieke voorzieningen en uitrustingen, ideale werkomstandigheden voor de driehonderd medewerkers van de manufactuur. Zij spelen de hoofdrol in het minutieuze fabricatieproces dat jaarlijks ruwe grondstoffen omtovert tot ongeveer veertigduizend horloges. Want net zoals in de tijd van Georges Favre-Jacot wordt alles wat de merknaam Zenith draagt, hier gemaakt. Van de eerste productontwikkeling over de fabricatie van bijna alle onderdelen tot de finale controle na assemblage. De enige uitzondering op de regel zijn de wijzerplaten. Die worden vervaardigd in een gespecialiseerd bedrijf in de buurt – net als vele andere grote horlogehuizen werkt Zenith er al jarenlang mee samen.

Een reis in de tijd met Zenith

Zenith verzamelt intern tachtig verschillende be- roepen. Deze bundeling van talent resulteerde dit jaar in de creatie van een buitengewoon horloge dat het 150-jarige bestaan van de manufactuur viert : de Academy Georges Favre-Jacot. Twee inscripties op de wijzerplaat leren ons iets meer over de precisie van de tijdmeter. ‘High Frequency’ refereert aan de frequentie van 5 Hz (36.000 trillingen/uur) van het manueel op te winden El Primero 4810- gangwerk. ‘Force constante’ wijst op de aanwezigheid van een instrument dat de stabiliteit verzekert van de kracht die wordt overgedragen op het echappement, ongeacht de spanning van de slagveer. Daarvoor hebben de ingenieurs van Zenith een driehonderd jaar oud systeem verkleind : de ‘fuseé-chain’-transmissie. Het principe : via een ketting geeft de veer haar kracht door aan een kegelvormig mechaniekje van zeven niveaus. Deze ‘fusée’ (raket) past de spanning aan die ze ontvangt van ??? ????de veer, en reguleert zo de kracht die wordt doorgegeven aan het raderwerk en het wieltje van het echappement in silicium.

Maar hoewel het merk al enkele jaren schittert met zijn complicaties, is de huidige ontwikkelingsstrategie vooral gebaseerd op toegankelijke manufactuurhorloges die geïnspireerd zijn door historische modellen.

DE VERBORGEN OORLOGSSCHAT

“We zouden eigenlijk kunnen zeggen dat Zenith ondanks zijn 150-jarige bestaan een nieuwkomer op de horlogemarkt is, want veel mensen kennen onze actuele producten niet”, zei een van onze gastheren in Le Locle. “Sinds 2009 kent de collectie een zeer snelle transformatie, waarbij we ons laten inspireren door modellen uit de jaren 60-70. Die transformatie ging gepaard met een prijsherziening die het merk zeer aantrekkelijk maakt.”

Een reis in de tijd met Zenith

Momenteel wordt het merendeel van de merkverkoop gerealiseerd in het prijssegment tussen 6000 en 12.000 euro. En zoals de samenstelling van de 2015-collectie duidelijk maakt, concentreert het aanbod van Zenith zich op twee horlogecollecties met een glorieus verleden, collecties die de jongste jaren helemaal werden hernieuwd.

Nagenoeg iedereen kent het El Primero-gangwerk. Het verscheen voor het eerst in 1969 als het eerste automatische chronograaf-gangwerk uit de geschiedenis, of dan toch het eerste met zo’n hoge frequentie – geen enkele concurrent kwam ook maar in de buurt. Maar amper was het gangwerk uitgebracht, of het werd bedolven onder de lawine van kwartshorloges. Gelukkig – en dit is een bekend verhaal – werden de plannen en de essentiële fabricatieonderdelen (machines, instrumenten) door horlogemaker Charles Vermot verborgen in een van de kleinste gebouwen van de manufactuur. Daardoor ontsnapte deze ‘oorlogsschat’ aan de uitverkoop die de toenmalige Amerikaanse eigenaar had georganiseerd, en kon in het daaropvolgende tijdperk de productie van het gangwerk opnieuw worden opgestart voor externe klanten als Ebel en Rolex. Sindsdien ontwikkelde Zenith, en ditmaal voor het eigen merk, meer dan zeshonderd varianten van deze chronograaf. Eén daarvan, het kaliber El Primero 400B, is de motor van een van de nieuwigheden die dit voorjaar op Baselworld werden voorgesteld : de El Primero Sport. Een eigentijdse interpretatie van een grote klassieker, met een kastje van 45 mm en een resoluut sportief design.

Met 18 industriële gebouwen creëerde Georges Favre-Jacot in 1865 een stad in de stad.

HET MOOISTE HORLOGE VAN HET JAAR

Ook het recentere ultradunne kaliber Elite drukte zijn stempel op de geschiedenis van het merk. Door zijn finesse markeerde het een terugkeer naar de elegante vormen die typisch waren voor de superbe zakhorloges van Zenith uit de jaren 20. Het kaliber, dat bij zijn presentatie in Bazel in 1994 werd verkozen tot ‘beste gangwerk van het jaar’, huisde in een horloge dat iets later in Japan werd uitgeroepen tot ‘mooiste horloge van het jaar’. Dit jaar maakt het zijn rentree in schoonheid met een gemoderniseerde versie, de Elite 6150. De ontwerpers slaagden erin de performantie en polyvalentie van dit automatisch gangwerk nog te verbeteren : een grotere diameter, een centrale seconde, meer dan 100 uur gangreserve. De nieuwe Elite zit nu in een kastje van 42 mm dat opvalt door zijn pure, ronde design dat nog extra wordt benadrukt door de bolle wijzerplaat. Bij Zenith gaan ze er prat op dat dit slechts de start is van een lange geschiedenis. De Elite is namelijk geboren onder een gelukkig gesternte, het gesternte dat al 150 jaar afstraalt op de manufactuur in Le Locle. ?

TEKST PATRICK DELAROCHE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content