Er zijn nog geen alternatieven op de markt voor het gebruik van grind in de bouwsector, blijkt uit een onderzoek dat het VITO uitvoerde op vraag van Vlaams minister van Leefmilieu en Natuur Schauvliege.
Grind is een belangrijke grondstof voor de bouwsector, maar de ontginning ervan is belastend voor het milieu. In het zogenaamde Grinddecreet werd dan ook de geleidelijke afbouw van de grindwinning vastgelegd. Intussen wordt gezocht naar alternatieven.
Proefprojecten waarbij gerecycleerde granulaten van bouw- en sloopafval of betonproducten worden gebruikt, bereiken echter niet het gewenste resultaat, voornamelijk wegens de schommelingen in de aangeleverde kwaliteit.
Op vraag van minister Schauvliege liet het Onderzoekscomité (onderdeel van het Grindcomité) door het VITO een studie uitvoeren naar mogelijke alternatieven. De conclusie is dat grind een belangrijke, zeg maar onmisbare, grondstof voor de bouwsector blijft.
Als de ontginning van grind wordt stopgezet, zou de sector voor die zogenaamde primaire granulaten afhankelijk worden van de import. Tegelijk moedigen de onderzoekers aan dat alternatieve technieken verder verfijnd worden, zoals het gebruik van materialen waarbij geen granulaten nodig zijn, zoals hout of staal.
Op die manier zou de bouwsector in ons land op langere termijn minder afhankelijk worden van landen waar de grindontginning wel nog op volle toeren draait. (Belga/BO)
