Het begrotingstekort van Griekenland is in 2010 opgelopen tot 10,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat blijkt dinsdag uit een rapport van Eurostat, het Europese instituut voor statistiek.
De Griekse overheid hield tot vandaag rekening met een begrotingstekort van 9,4 procent. Eind maart 2011 liet Georges Papaconstantinou, de Griekse minister van Financiën, al verstaan dat het tekort wellicht boven de 9,4 procent zou uitkomen. In 2009 tekende Griekenland nog een tekort op van 15,4 procent van het bbp.
De overheidsschuld van het Zuid-Europese land is intussen opgelopen tot 142,8 procent van het bbp. In 2009 was dat nog 127,1 procent. Een onderzoek bracht eerder ook aan het licht dat Griekenland 500 miljoen euro tekort komt op de pensioenrekeningen, terwijl werd gerekend op 900 miljoen euro overschot.
In een reactie op het groter dan verwachte tekort veert de kortetermijnrente (op 2 jaar) op het Griekse staatspapier dinsdag omhoog met meer dan 100 basispunten tot 24,08 procent.
Na de publicatie van de cijfers van Eurostat liet de Griekse regering in ieder geval al weten dat er werk wordt gemaakt van het saneringsplan dat werd opgelegd door Europa en het IMF (Internationaal Monetair Fonds). De regering heeft naar eigen zeggen trouwens al geanticipeerd op het grotere tekort door halfweg april een extra besparingsronde van 3 miljard euro aan te kondigen.
EurozoneVoor de volledige eurozone werd het begrotingstekort kleiner, van 6,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2009 tot 6 procent in 2010. De schuldgraad nam in alle eurolanden wel toe tot een gemiddelde van 85,1 procent van het bbp, tegen gemiddeld 79,3 procent in 2009. In de Europese Unie (EU) liep het tekort terug van 6,8 tot 6,4 procent.
Ierland en Griekenland worden met respectievelijk 10,5 en 32,4 procent geconfronteerd met het grootste gat in de begroting. Luxemburg (-1,7 procent) en Finland (-2,5 procent) tellen het kleinste tekort. Ons land behoort met een tekort van 4,1 procent tot de middenmoot.
De top 10 in Europa (begrotingstekort van groot naar klein)
1. Ierland -32,4%
2. Griekenland – 10,5%
3. VK -10,4%
4. Spanje -9,2%
5. Portugal -9,1%
6. Polen -7,9%
7. Slovakije -7,9%
8. Letland -7,7%
9. Litouwen -7,1%
10. Frankrijk -7,0%
