Alain Mouton

Financiële cadeaus niet cumuleren

Alain Mouton Redacteur bij Trends

De werkgevers staan op de rem om zomaar 270 miljoen euro toe te kennen voor de verhoging van de uitkeringen en pleiten tegelijk voor loonmatiging. Ze hebben overschot van gelijk.

Het is een erfenis van het Generatiepact. Elke twee jaar moeten de sociale partners een advies uitbrengen over het gebruik van middelen om de uitkeringen welvaartvast te maken. Die uitkeringen stegen in het verleden enkel met de index en volgden niet de reële loonstijgingen. Om die achterstand in te halen worden de uitkeringen welvaartvast gemaakt. Maar de werkgevers en de vakbonden zijn er tot nu toe niet in geslaagd om een akkoord te sluiten over het gebruik van de enveloppe voor de komende twee jaar.

De werkgevers willen het dossier van de welvaartvastheid van de uitkeringen koppelen aan de interprofessionele onderhandelingen voor 2011-2012 en aan de loononderhandelingen in de non-profitsector. Door verschillende dossiers gelijktijdig aan te pakken hopen ze een al te sterke stijging van de lonen en uitkeringen tegen te gaan. In een interview met Trends stelt VBO-directeur Pieter Timmermans dat de loskoppeling van de verschillende onderhandelingen leidt tot een opbod. Wanneer bijvoorbeeld de uitkeringen sterk stijgen, zullen de vakbonden ook eisen dat er in non-profit en de profit-sector belangrijke loonstijgingen worden toegekend, zo goed als zeker bovenop de indexaanpassing.

Voor bedrijven is dat een nachtmerrie. Zo’n cumulatie van financiële cadeaus dreigt de concurrentiepositie van de ondernemingen aan te tasten en de sociale zekerheid nog meer te bezwaren. Omdat een steeds groter deel van de sociale zekerheid met algemene middelen moet worden gefinancierd leidt dat onvermijdelijk tot hogere indirecte belastingen.

De werkgevers pleiten daarom terecht voor gerichte stijging van een aantal uitkeringen en voor loonmatiging. Het bestaande systeem voor aanpassing van de minimumuitkeringen maakt dat ze sneller stijgen dan de lonen. Dat is niet langer houdbaar. Het zou in een periode dat de sociale zekerheid zwaar in het rood gaat, beter zijn dat de uitkeringen gewoon stijgen met de levensduurte en dat er gedurende een aantal jaren enkel nog een indexaanpassing wordt doorgevoerd. Daarnaast roept het VBO op tot een slim loonbeleid. Concreet betekent dit dat er bovenop de index eigenlijk geen ruimte is voor loonsverhogingen. Meteen is dat een gelegenheid om onze loonkostenhandicap ten opzichte van de buurlanden eindelijk eens af te bouwen.

De vakbonden hebben hierop een antwoord klaar. Ten eerste blijven ze mordicus ontkennen dat de loonkostenhandicap een probleem is. Ten tweede waarschuwen ze dat loonmatiging gevaarlijk is en vooral de laagste inkomens zou benadelen. “En die hebben het de voorbije jaren met steeds minder moeten doen”, stellen de vakbonden. Een studie van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) maakt brandhout van die analyse. Volgens de CRB zijn de daling van de parafiscale lasten en de belastingsverminderingen vooral ten goede gekomen van de laagste inkomens. Het nettoloon bovenop inflatie is voor gezinnen met een laag inkomen (1457 euro per persoon) de jongste 15 jaar met 20 procent gestegen. Voor gezinnen met een gemiddeld inkomen (2900 euro) is dat slechts 11,5 procent. Er is dus wel degelijk een koopkrachtbuffer opgebouwd. Daarom is loonmatiging aangewezen. Alleen willen de vakbonden dat blijkbaar niet inzien. Nochtans zijn ze allang op de hoogte van de berekeningen die de CRB maakt. De syndicale organisaties hebben zich immers altijd verzet tegen de publicatie van de resultaten in het jaarlijkse CRB-rapport.

Alain Mouton

Partner Content