Pfizer boekt verlies door teruglopende vraag naar COVID-medicatie
Het Amerikaanse farmabedrijf Pfizer is in het derde kwartaal in de rode cijfers terechtgekomen als gevolg van een teruglopende vraag naar COVID-medicatie. Het bedrijf tekende van juli tot september een verlies op van 2,4 miljard dollar (2,3 miljard euro), terwijl het in dezelfde periode vorig jaar nog een winst boekte van ruim 8,6 miljard dollar.
Pfizer was tijdens de coronaperiode het eerste bedrijf met een vaccin tegen het virus, dat samen met het Duitse BioNTech werd ontwikkeld. Daar verdienden de Amerikanen vele miljarden mee. Maar die inkomsten loopt het bedrijf, dat over een grote vestiging in Puurs beschikt waar onder andere het coronavaccin wordt gemaakt, al een tijdje mis.
De totale omzet in het derde kwartaal daalde met 42 procent, tot 13,2 miljard dollar. De omzet van de coronaboostervaccins daalde met 70 procent tot 1,31 miljard dollar, ongeveer 200 miljoen minder dan analisten hadden verwacht.
De omzet van het coronageneesmiddel Paxlovid daalde met 97 procent tot 202 miljoen dollar, bijna 170 miljoen minder dan verwacht. Pfizer moest door de afnemende vraag voor 5,6 miljard dollar afschrijven op zijn voorraden vaccins en het geneesmiddel Paxlovid.
Volgens persagentschap Bloomberg was het de eerste keer in meer dan 30 jaar dat Pfizer een kwartaalverlies optekende.
Ook gaf het bedrijf aan zowat 3,5 miljard dollar aan kosten te zullen besparen, onder meer door ontslagen en een vermindering van de kosten voor onderzoek en ontwikkeling. Vrijdag liet Pfizer weten twee fabrieken in North Carolina te zullen sluiten.
Twee weken geleden kondigde het bedrijf ook al aan zijn vooruitzichten voor 2023 naar beneden bij te stellen. Dinsdag bevestigt Pfizer die nieuwe vooruitzichten.
Het aandeel van Pfizer daalde dinsdag bij de opening van de Amerikaanse beurzen dieper weg. Dit jaar kromp het aandeel al met 40 procent.