Het Belgische Scabal is fluisterluxe op z’n best. Waar de stoffen de afgelopen jaren al furore maakten, winnen ook de kostuums almaar meer terrein. Veerle Windels onderzocht wat Scabal zo onweerstaanbaar maakt.
Nooit zal ik mijn bezoek aan de weverij in Huddersfield vergeten. Vanuit Manchester Airport bracht een chauffeur me naar Holmfirth Village en langs de meanderende weg brak de zon door een zwarte wolkenhemel. Ik bleef maar staren naar de Colne en de Holme, rivieren die de heuvels van dit mooie stukje West Yorkshire extra cachet gaven. Alsof ik in een vorige eeuw beland was. Maar dat was ik niet. In deze weverij werd state-of-the-art gewerkt aan een reeks stoffen uit het gigantische assortiment van Scabal. Het bedrijf kocht in 1973 de site waarop al jaren een molen gevestigd was en bouwde er een weverij die het beste van twee werelden samenbracht. Hier werd al geweven in de zestiende eeuw. En Otto Hertz, de toenmalige eigenaar van Scabal, haalde er moderne weefgetouwen bij. Sindsdien is de supplychain alleen maar verder geoptimaliseerd.

Internationale speler
Voor veel Belgen rinkelt er nauwelijks een belletje als de naam Scabal valt. Dat het acroniem staat voor Société Commerciale Anglo Belgo, Allemande et Luxembourgeoise en het hoofdkwartier in hartje Brussel ligt, weet geen kat, maar het label levert in de herenmodewereld enkel superlatieven op. Dat heeft vooral met die stoffen uit Huddersfield te maken. Sinds decennia levert Scabal de fijnste wol aan bekende herenmodelabels en tailors in meer dan 75 landen. De Amerikaanse markt is groot, maar ook Italië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk blijven sterke performers. De voorbije tien, vijftien jaar zijn er ook partnerschappen gesmeed in China en Japan, met solide business als resultaat. Jaren geleden kwam 90 procent van de aanvragen voor stoffen van kleermakers, tegenwoordig gaan die ook richting merken en andere modemakers. Meer dan 5.000 stoffen liggen in de stockruimte van Scabal in Brussel, waardoor een bestelling heel snel afgeleverd kan worden bij de klant. Out of stock bestaat hier nauwelijks.


Scabal levert niet zomaar stoffen aan in wol, flanel, katoen of linnen. Elk materiaal heeft zijn bijzondere kenmerken. Zo komen de wolsoorten in diverse kwaliteiten en diktes, en gaat men tot uiterste verfijning zonder aan kracht in te boeten – zo was Scabal de eerste om een super 120 (erg fijne wol) te maken en intussen is er een nog fijnere versie voorhanden. Maar evengoed zijn er stoffen waarin gouddraad, fragmenten van diamant of lapis lazuli verwerkt zitten. Stoffen die goed scoren bij klanten in het Midden-Oosten en de Verenigde Staten. Het nec plus ultra is vicuna: de zogenaamde ‘stof van de goden’ in de wereld van Inca’s, vier keer duurder dan kasjmier en heel erg zeldzaam en uniek. Sommige klanten bestellen vicuna voor een sjaal, uitzonderlijk wordt er een jasje van gemaakt.
Big in Hollywood
Dat Scabal een enorme materialenkennis heeft opgebouwd en de voorbije jaren uitpakte met de fijnste soorten, is in de modewereld niet onbekend. Het label leverde talloze stoffen en ontwerpen aan voor films in Hollywood – denk The Godfather, Titanic en Casino, en zelfs James Bond. Bijna dagelijks bellen filmstudio’s het hoofdkwartier in Brussel op met het verzoek om samen te werken. Maar sinds jaren realiseert Scabal ook eigen seizoenscollecties, die verkocht worden via de eigen winkels (onder meer in Brussel, Londen en China) of via multimerkzaken. “Onze collecties zijn een voorsmaakje van wat we kunnen”, zegt Vivienne Davis, marketing- en retaildirecteur bij Scabal. “Het zijn als het ware onze highlights van het moment en hoe we kijken naar mannenmode.”

Door de ogen van DalÍ
En dat laatste is best wel interessant. In 1971 werd niemand minder dan Salvador Dalí door Scabal gevraagd om zijn blik op de toekomst van de mannenmode op papier te zetten. Die twaalf tekeningen bieden tot vandaag inspiratie voor nieuwe stoffen en collecties. Dit seizoen alleszins: de New Vision-collection groepeert twaalf nieuwe stoffen geïnspireerd op Dalí’s schilderijen. Ze komen gedurende negen maanden in een gelimiteerde editie in de winkel te liggen. De kunstwerken van Dali staan ook afgebeeld in The Future of Clothing, het boek dat Scabal in 2023 mee mogelijk maakte en waarin onder meer Yuval Harari zich mocht inlaten met het beantwoorden van de vraag: ‘Will we wear suits on Mars?’ Het boek laat zich verder in met thema’s als luxe, maatwerk, smart clothing en de duurzaamheid van een goed pak. De quote van Gregor Thyssen, de huidige eigenaar van Scabal, viel me op: “Wanneer je te maken hebt met luxematerialen, dan is de touch-and-feel een onderscheidende factor.” Helemaal waar.
‘Uitpakken met gigantische campagnes of billboards langs de weg is niks voor ons. We houden van mond-tot-mond-reclame’
En toch. Ondanks de gigantische voorraad exquise stoffen en het brede speelveld waarin Scabal opereert, blijft het bedrijf een kleine speler in de herenmode. Een pak collega’s is zoveel groter, roept luider en krijgt meer volk over de vloer. Dat deert niet. “We hoeven niet noodzakelijk de wereld te veroveren”, zegt Davis zonder verpinken. “Uitpakken met gigantische campagnes of billboards langs de weg is niks voor ons. We houden van mond-tot-mond-reclame, waarbij klanten elkaar toefluisteren wat hun ervaringen met onze mensen waren. Die mensen worden getraind om te weten wat een klant nodig heeft. Dat gaat trouwens veel verder dan iemands maten opnemen.”


Het is ook van belang klanten mee te nemen in het verhaal. Geen verkoop binnen de vijf minuten, wel een degelijke uitleg over stoffen en vormen. “Soms komen klanten binnen met een foto op hun telefoon. Maar een double breasted jasje (een jasje met een dubbele rij knopen, nvdr) voor een kleine man is geen goed idee. Dat soort opmerkingen moet kunnen. We werken met experts. En elke aankoop moet een heuse reis zijn voor de klant. Niet dat we hem vijfhonderd verschillende jasjes of combinaties zullen voorstellen. Het komt erop neer een goede gids te zijn in het aanbod.”
De service van Scabal is uitgebreid. Klanten kunnen een jasje meteen uit het rek halen, passen en kopen, maar veel vaker – in pakweg 70 procent van de gevallen – wordt aan made-to-measure gedaan. Dat betekent: een jasje kiezen dat het dichtst aanleunt bij de maat van de klant, en de rug, de lengte van mouw en de afwerking perfectioneren. Daarna stof, voering en knopen kiezen, en de bestelling kan drie tot vier weken later worden opgehaald in de winkel. Voor een bespoke service wordt de klant helemaal opgemeten en zitten er twee à drie afspraken tussen de bestelling en het afhaalmoment.

Komt die reis dan met een veel hoger prijskaartje? Niet noodzakelijk. Alles hangt af van de stof en hoeveel werk er in het atelier in het Portugese Mangualde (waar de pakken gemaakt worden, nvdr) met de hand verricht is. “Wie bij Scabal koopt, zoekt naar blijvers. We noemen onszelf niet graag een modelabel, omdat we voorbij de trends gaan. En onze klanten kijken voorbij dat logo. Het gaat daarbij om maturiteit, niet noodzakelijk om leeftijd.” Al kijken ouderen ook wel eens graag een filmpje. En dan zien ze pakweg Daniel Craig in een heerlijk kostuum. “Helaas mogen we niet altijd zeggen dat die van ons zijn”, voegt Vivienne er glimlachend aan toe.
Meer lezen