Make-up Maestro Peter Philips: “‘Commercieel’ is vaak een vies woord. Ik vind het net fijn om producten te maken die mensen gebruiken”

Als creatief directeur make-up bij Dior heeft de Belg Peter Philips een van de meest begeerde jobs in de beauty-industrie. Toch zat daar nooit een carrièreplan achter: “Ik had nooit durven dromen van deze job, maar ik greep elke kans en gaf het beste van mezelf.”

Peter Philips heeft een ongewoon parcours afgelegd. Hij begon pas op zijn achtentwintigste als visagist. Hij studeerde grafisch design in Brussel, daarna mode in Antwerpen. Toen hij backstage ging helpen tijdens een modeshow, merkte hij dat make-up hem meer aansprak dan mode, waarna hij een opleiding tot visagist volgde. Dat leidde tot een internationale carrière en topjobs bij Chanel en Dior. Dit jaar viert hij zijn tiende jaar als creatief directeur make-up bij Dior.

Hebben uw opleidingen in grafisch design en mode u geholpen in uw carrière?

PETER PHILIPS. “Absoluut. De opleiding grafisch design (aan Sint-Lukas in Schaarbeek, nvdr) was een allround, praktijkgerichte opleiding met focus op reclame. Eind jaren tachtig werkten we nog niet met de computer, maar deden we alles zelf: fotografie, prints ontwikkelen in de donkere kamer, setdecors bouwen, tekenen, zeefdruk enzovoort. Dankzij die basis ben ik snel met bepaalde zaken weg. Ik begrijp hoe licht werkt, waardoor ik beter met fotografen communiceer. Ook in vergaderingen over verpakkingen en productontwikkeling komt die achtergrondkennis van pas. In artistieke milieus als de modewereld is ‘commercieel’ vaak een vies woord. Maar ik vind het net fijn producten te maken die mensen aantrekken en gebruiken. Dat voelt als een erkenning van mijn werk. Op de modeacademie heb ik mode echt leren begrijpen. In Antwerpen behoorden we niet tot de modescènes van New York, Parijs of Londen. Als outsider krijg je een objectieve, ruimere blik op mode. Dat heeft me geholpen niet geïntimideerd te zijn, toen ik in New York voor bladen als Vogue en Harper’s Bazaar ging werken, omdat ik hun blik op het doel van de shoot begreep. Al die zaken waren een goede voorbereiding op mijn latere parcours.”

Welke eigenschappen moet een goed make-up artist hebben?

PHILIPS. “Je moet de technische skills hebben, je producten kennen en weten wat je kunt doen met make-up. Vroeger had je geen retoucheerapps, zoals vandaag. Je werk moest echt goed zijn. Daarnaast moet je een creatieve visie hebben, als je wilt opvallen.”

U hebt uw carrière opgebouwd in Europa en bent daarna een tijd in New York gaan wonen. Wat hebt u daar geleerd?

PHILIPS. “In België had ik alles gedaan wat ik daar kon doen: magazines, campagnes met jonge en bekende ontwerpers… Ik heb er een meer avant-gardeportfolio opgebouwd, met werk voor underground magazines als The Face en ID en jonge designers als Veronique Branquinho, Olivier Theyskens, Raf Simons. Met hen maakte ik mijn debuut als make-up artist in Parijs. Toen ik steeds vaker naar New York ging, besloot ik naar daar te verhuizen. Mijn agentschap (Art + Commerce, nvdr) hielp me mijn carrière verder uit te bouwen door shoots voor de grote glossy’s, zoals Vogue en Harper’s Bazaar, met topfotografen als Irving Penn, Craig McDean, Patrick Demarchelier en Richard Burbridge. Dat trok dan weer de aandacht van grote luxemerken als Fendi, Chanel, Estée Lauder, Givenchy enzovoort.”

Wat waren de sleutelmomenten in uw carrière?

PHILIPS. “Er waren zaken die indirect een impact hebben gehad op mijn carrière, al besef je dat pas achteraf. Zoals de shoot die ik deed met de stylist Olivier Rizzo en de fotograaf Willy Vanderperre, waarvoor ik een Mickey Mouse tekende op het gezicht van een model. Die werd gepubliceerd in het nulnummer van V-magazine. Dat beeld werd opgepikt door grote fotografen, net als mijn werk met Belgische modellen als Hannelore Knuts, Anouk Lepère, Delphine Bafort, Inge Geurts enzovoort. De samenwerking met het fotografenduo Inez Van Lamsweerde en Vinoodh Matadin bracht me naar New York, waar ik werd opgemerkt door Art+Commerce, het agentschap dat mijn carrière hielp uit te bouwen. Het ene leidde naar het andere, het is allemaal erg organisch gegroeid. Ik greep gewoon de kansen die zich aandienden. De enige constante is dat ik hou van wat ik doe. Ik geef altijd het beste van mezelf. Maar ik ken ook mijn beperkingen. Soms is het beter af en toe nee te zeggen. Je bent maar zo goed als je laatste job.”

Feedback rapen

U werkt nu tien jaar voor Dior. Wat hebt u daar geleerd?

PHILIPS. “Het is een bevredigende maar intense job. Ik heb veel over de zakelijke kant geleerd, wat ik erg interessant vind. Je moet het juiste evenwicht tussen kunst en het commerciële vinden. Dior is een internationaal luxemerk, dat op een intimiderend grote schaal werkt. De essentie van luxe is service, dus moet je luisteren naar de consument, om goede formules en verleidelijke kleuren te kunnen maken. In een snel draaiende wereld, die altijd hongerig is naar nieuwigheden, is het soms een uitdaging gefocust te blijven op constante topkwaliteit.

“Werken voor een internationaal merk als Dior heeft niet zozeer mijn visie op make-up veranderd, maar wel verrijkt. Belgen kijken heel anders naar make-up dan Spanjaarden of Italianen, bijvoorbeeld. Zelfs in eenzelfde land als China hebben mensen in Sjanghai een andere smaak en huidtinten dan in Shenzhou. Je moet altijd rekening houden met die diversiteit: onze make-upcollecties moeten zo uitgebalanceerd zijn, dat iedereen er iets in kan vinden, waar je ook woont. Ik reis veel voor lanceringen, shows en shoots, en dan probeer ik altijd onze lokale teams te spreken en verkooppunten te bezoeken. Zij geven de beste feedback, omdat ze hun klanten kennen. Wanneer ik interviews doe met journalisten, luister ik goed naar hun vragen, want dat zegt veel over hun lezers. Beauty editors weten heel goed wat hun lezers willen en die lezers vertegenwoordigen hun land.”

Grooming

Hoe hebt u de look ontwikkeld van het afgelopen mannendefilé?

PHILIPS. “Veel modellen droegen hoeden, die een schaduw op het gezicht wierpen. Dus beperkten we ons tot grooming (het verzorgen van huid en gezichtsbeharing, nvdr). De modellen zonder hoed hadden glanzend, achteruit gekamd haar. Die gaf ik een stralende huid, voor een harmonieuze look. Het idee kwam van de levensgrote keramische beelden van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Hylton Nel, die Kim Jones als decor voor de show gebruikte. De glans van de glazuurfinish van die beelden heb ik in de make-up verwerkt. Niets glossy, maar een mooie, stralende huid, alsof ze geen make-up droegen.

Gebruik je make-up anders bij mannen dan bij vrouwen?

PHILIPS. “Bij mannenmode draait het meer rond grooming en enhancing. Qua producten is er niet zo’n verschil. Mannen willen gewoon resultaat, ze liggen niet wakker van het feit of producten voor mannen of vrouwen zijn. Niemand kijkt nog op van mannen die hun haar in opvallende kleuren verven, make-up, huidverzorging of parfum gebruiken. Net zomin als van vrouwen met tattoos, wat vroeger iets typisch mannelijk was. Er zullen altijd mensen zijn die zich er niet comfortabel bij voelen, maar dat is met alles zo. Ik geloof dat mannen en vrouwen gelijk zijn, en ze moeten zich op dezelfde manier kunnen uiten. Dat is het ultieme feminisme. Mannen van mijn generatie – ik ben 57 – gaan naar voetbalmatchen, maar evengoed verzorgen ze hun huid of gebruiken ze make-up om hun huid er gezond te doen uitzien. Zelf gebruik ik ook soms foundation, wanneer ik eens uitslag heb. Dat is niet zo anders dan veel vrouwen, die make-up gebruiken die je niet ziet. Daarom lanceerden we zes jaar geleden de Backstage-lijn, die niet specifiek voor vrouwen of voor mannen is bedoeld. De jongste jaren is alles veel meer genderfluïde geworden.”

door Sofie Albrecht

Meer lezen

Architectuur

Architectuur

Architecte Julie Palma Engels: ‘Mijn handelsmerk is meer dan een opsomming van ­visuele elementen’

Style

Style

Ticket naar de trends: met deze lijst ben je weer helemaal mee

Horloges

Horloges

Vintage horloge gekocht? Rolex garandeert authenticiteit met Certified Pre-Owned-programma