Modernist Michigan: Hoe een filantropisch project de kweekvijver van Amerikaans modernisme werd
Eliel Saarinen ontwierp de campus en leidde de Cranbrook Academy of Art. Zoon Eero studeerde er, net als Charles Eames die er, later als prof, overigens zijn vrouw Ray ontmoette. Harry Bertoia leidde het atelier voor siersmederij, Florence Knoll ontpopte zich op deze school tot een veelzijdige designer en Frank Lloyd Wright kwam graag op bezoek. Welkom op Cranbrook, walhalla voor architectuur- en designliefhebbers.
Of je nu door de grote poort op Woodward Avenue rijdt of via een van de ingangen op Lone Pine Road komt, elke bezoeker begrijpt meteen deze bakermat van het Amerikaanse midcentury design ook een plek van een bijzondere schoonheid is. Het domein van 129 hectare in het chique Bloomfield Hills in Michigan, een half uur ten noordwesten van Detroit, is een educational community, met de wereldvermaarde Cranbrook Academy of Art, een lagere en een middelbare school, een kerk, een kunstmuseum, een wetenschapsmuseum en het indrukwekkende Cranbrook House, waar het allemaal begon. Al die gebouwen liggen in aangelegde tuinen met tientallen sculpturen van de Zweedse beeldhouwer Carl Milles. Cranbrook is als een Gesamtskunstwerk, van de gebouwen tot de tafels en stoelen in de eetzaal van de middelbare school. Alles is ontworpen als een geheel.
De Booths
“Elke architecturale- of designbeslissing had een duidelijke intentie. Cranbrook groeide niet organisch of toevallig, het is het resultaat van een duidelijke visie”, zegt Gregory Wittkop, de directeur van het Cranbrook Center for Collections and Research. Wittkop, van opleiding architect en kunsthistoricus, is de ideale gesprekspartner om het over Cranbrook te hebben. Hij werkt al 37 jaar op Cranbrook, in verschillende functies. We ontmoeten elkaar in Cranbrook House, het landhuis dat George en Ellen Booth in 1908 lieten bouwen door de legendarische Detroitse architect Albert Kahn.
Aan het begin van de twintigste eeuw kochten de Booths gronden en een boerderijtje in het toen nog landelijke en arme Bloomfield Hills. George Booth kwam uit een bescheiden familie van koperslagers en smeden, en groeide op in Toronto en Detroit. Toen hij trouwde met Ellen Scripps, de dochter van de uitgever van The Detroit News, stapte hij in de business van zijn schoonvader en werd al snel een succesvol krantenmagnaat. De Booths vergaarden een grote rijkdom en werden invloedrijke filantropen met aandacht voor kunst en ambachten.
Het imposante huis dat Albert Kahn voor hen ontwierp op hun domein, is een Engelse Arts and Crafts Mansion, genoemd naar het stadje Cranbrook in Zuid-Oost Engeland, waar Booths voorouders vandaan kwamen.
“George Booth was een smid en hij heeft altijd de mentaliteit van een maker gehad”, zegt Gregory Wittkopp. “Die invloed was er van meet af aan in Cranbrook House. Ze hadden hun huis vol antiek kunnen zetten, maar kozen tapijten, houtwerk en meubels voor het beste werk van hedendaagse ambachtslui en kunstenaars. En het geheel is omgeven door prachtige tuinen, met onder meer een Japanse tuin.”
Cranbrook House werd de familieresidentie van de Booths, die toen tegen de vijftig aanliepen. “Ik stel me voor dat Ellen en Georges Booth op middelbare leeftijd een diepgaand gesprek voerden en zich afvroegen: wat zullen we achterlaten en hoe zullen we herinnerd worden? Als het welstellende koppel dat dit prachtige huis bouwde? Of willen we meer?”
Midcentury Modern design
Volgens Gregory Wittkopp vielen de puzzelstukken in elkaar na een bezoek dat de Booths brachten aan The American Academy in Rome, een artistieke leeromgeving. “Ze vonden het een interessant model: een gemeenschap waar je artiesten uit verschillende disciplines samenbrengt en waar iedereen aan eigen projecten werkt, maar ook leert van de anderen, door samen te leven op de campus.”
Na hun Romereis werden plannen gemaakt en uitgevoerd voor een kerk – de Booths waren diepgelovig – en ateliers voor kunstenaars en ambachtslui. “Het was altruïsme. Ze wilden een campus en een community creëren die ten goede kwam aan de mensen in Michigan en in het hele land”, vertelt Gregory Wittkop. “En ja, ze waren uniek. Hun namen prijken nergens op de gebouwen.” Alles kwam in een stroomversnelling terecht, toen Georges Booth in 1925 de naar de VS geëmigreerde Fin Eliel Saarinen, toen al een van de belangrijkste architecten van zijn generatie, de opdracht gaf de Cranbrook Campus, de scholen, de musea, een bibliotheek en de Academy of Art te ontwerpen. “Eliel gaf les aan het architectuurdepartement van de University of Michigan in Ann Arbor. Henry Booth, zoon van, was een van zijn studenten en bracht zijn vader en zijn professor met elkaar in contact.”
De volgende 25 jaar werkten Georges Booth en Eliel Saarinen nauw samen, om van Cranbrook de educational community te maken die het nog altijd is. “Eliel Saarinen was niet alleen de architect, hij werkte ook het programma van de Academy of Art uit en werd directeur. Hij gaf eveneens les in architectuur en stadsplanning.”
Wittkopp wijst erop dat de filosofie van de Cranbrook Academy of Art, die aan de wieg stond van wat we nu midcentury modern design noemen, nog dezelfde is: een postacademische studie zonder vast lessenrooster of puntensysteem. Elke student werkt aan eigen projecten in de ateliers onder leiding van kunstenaars, architecten, designers en ambachtslui (keramiek en textiel bijvoorbeeld). Net zoals aan het einde van de jaren dertig Eero Saarinen, Charles en Ray Eames dat deden, en Harry Bertoia, Florence Knoll en zoveel anderen er banden en samenwerkingen voor het leven smeedden, of boeiende discussies voerden met Frank Lloyd Wright en Alvar Aalto.
Architecturale parels
Aan het einde van het gesprek gaan we naar het Saarinen House op de campus. In tegenstelling tot de andere gebouwen, die nog altijd in gebruik zijn, is dat nu een museum. De meeste studenten en docenten wonen op de campus, en in de ateliers wordt ook vandaag hard gewerkt. Al kan het bij tijd en wijlen een moeilijke evenwichtsoefening zijn om de architecturale parels zowel dagelijks te gebruiken als te preserveren. “Weet je, de middelbare scholieren hier eten ’s middags aan tafels en zitten op stoelen die Eliel Saarinen ontworpen heeft, of minstens op zeer exacte replica’s. We zijn er fier op dat Cranbrook nog steeds gebruikt wordt zoals het bedoeld was, en dan leer je compromissen te sluiten.”
Met het Saarinen House heeft Gregory Wittkopp een bijzondere band. Als jonge curator was hij de verantwoordelijke voor de extensieve renovatie van het huis, waar de Saarinens woonden. Hij bracht zijn huwelijksreis door in Finland, om het huis van Saarinen in de buurt van Helsinki te bestuderen.
Op stoffen slofjes lopen we door het huis dat, zo vertelt Gregory Wittkopp, voor die tijd zeer minimalistisch ingericht was en het modernisme inluidde. Het huis is een total work of art, met meubels van Saarinen zelf en de eerste ontwerpen van zijn zoon Eero, en met somptueus textiel, prachtige tapijten en gordijnen van Eliels vrouw Loja Saarinen, die de textielstudio op Cranbrook leidde. We praten over wie hier woonde en op bezoek kwam. Als deze muren konden praten… Het is niet moeilijk het volledig eens te zijn met Gregory Wittkopp: Cranbrook is een magische plek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier