Lover/hater: minimalisme
De architectuurfotograaf Jeroen Verrecht vindt zelfs leegte een optie om in beschouwing te nemen, terwijl de designer/kunstenares Laurence Leenaert niet zonder vormen, kleuren en textuur zou kunnen.
JEROEN VERRECHT – THE LOVER
Aan niets wat je doet, zit een hoekje te veel. Van de projecten die je vroeger ontwierp, tot je huidige fotografie en je persoonlijke esthetiek.
JEROEN VERRECHT. “Het feit dat er in de buitenwereld van alles aan de gang is, dat mensen anno 2023 nog altijd interessante stoelen ontwerpen in een wereld die geen nieuwe stoelen meer nodig heeft, dat vind ik heel interessant. Ik ben dankbaar dat ik dat allemaal kan bezoeken en bekijken, maar in mijn eigen leefwereld is het anders. Als ik dan kan kiezen of ik mijn keuken in fel groen of 87 andere kleuropties ontwerp, dan kies ik toch voor de meest open optie.
“Uitgesproken esthetische keuzes zijn vaak ongemakkelijk definitief. Kies je voor rood, dan is dat veel bepalender dan een neutralere kleur of textuur. Daarom neig ik altijd naar de laatste optie, inclusief het weglaten van keuzes: ook leegte kun je appreciëren en als oplossing naar voren schuiven.”
In plaats van een neutrale ruimte als canvas te gebruiken om te vullen met spullen, zal jij zelfs in die ruimte liever dingen weglaten?
VERRECHT. “Ik denk graag na over wat allemaal zou kunnen: een lege ruimte kan eender welke gedachte voortbrengen. Leegte als concept komt niet zo uitgesproken aan bod in de westerse cultuur, maar is in Japan superbelangrijk. Shintoïsten geloven dat in alle natuurlijke elementen – rotsen, bomen rijstkorrels – godheden zitten. Daartussen markeerden ze een ruimte van leegte: de tempel. Dat zie je zowel in de traditionele als in de hedendaagse Japanse architectuur: de keuken zit verborgen in de kast en moet vooral mobiel blijven. Die flexibiliteit is interessant.”
Ontwikkelde je die finesse voor leegheid daar?
VERRECHT. “Dat zat biologisch al in mij en heeft het ook te maken met mijn nuchtere Kempense heimat. Na mijn studies werkte ik tweeënhalf jaar bij B-architecten, dat rationaliteit sterk als leidraad nam. Ook dat vormde me.”
Wat denk je bij drukke, maximalistische ruimtes?
VERRECHT. “Tja, die fotografeer ik dan soms, hè. Vaak zie je mensen ook maar doen wat ze al eerder zagen: houtfineer met inox combineren, er een felgekleurde tafel bij zetten. Drukke interieurs word ik snel beu, ze hebben een beperkte houdbaarheidsdatum: met een rode neon of een kamer vol paars licht vallen andere mogelijkheden weg.
“De boeiendste interieurs zijn dynamische mengsels. Neem de semi-postmoderne woning van de architect Philippe Vander Maren: na jaren trekt en sleurt hij er nog aan, een kapotte Eames staat naast een Castiglioni en mislukte schetsen van studenten.”
Is minimalisme een extreme uiting van niet kunnen kiezen?
VERRECHT. “Kiezen is verliezen, ja.” (grijnst)
Komt dat op zijn beurt niet op hetzelfde neer als maximalisten die hun huis bomvol zetten?
VERRECHT. “Niet kunnen kiezen is mijn hoofddrijfveer niet, hè. Ik vind de revival van het postmodernisme ook heel interessant, zoals bijvoorbeeld de kleurrijke nieuwe bar van de Kunsthal in Gent. “Gelukkig geeft niet iedereen vorm zoals ik dat zou doen. Doordat ik erover doceer en het fotografeer, heb ik in mijn eigen leven geen behoefte aan een bomvol huis.”
Maar je apprecieert het wel als buitenstaander.
VERRECHT. “Ja, architectuur ontwerpen was me te traag, ik had nood aan snellere voldoening, wat kan als docent en fotograaf.”
Ook in je fotografie zit nochtans niets te veel.
VERRECHT. “Zo abstract is het niet, ik ben geen purist. Al ben ik niet geneigd om mijn scènes te orchestreren met kleuters en perfect geplaatste stoelen. Een lege foto suggereert meer over de mogelijkheden van de ruimte.”
Ook je woning is best leeg. Heb je nooit zin om eens iets aan te schaffen?
VERRECHT. “Zelden. Alles wat ik de jongste vijf jaar kocht, was utilitair. Ik kan de meerwaarde van pakweg een nieuwe trui steeds moeilijker inzien.”
Wat als dat moment er dan toch aankomt?
VERRECHT. “Dan stel ik mij natuurlijk de vraag: moet het niet eens een roze pull, of een met 87 strepen zijn. Tot ik hem vastneem in de winkel en denk: ‘Goh, is dat nu niet een beetje onnozel?’ (lacht).”
LAURENCE LEENAERT – THE HATER
Van je interieurobjecten in keramiek tot je tapijten en kunstwerken, overal spat het maximalisme van af. Waarom mag het voor jou wat meer zijn?
LAURENCE LEENAERT. “Omdat het allemaal draait om de juiste kleuren, vormen en texturen samenbrengen: mijn uitdaging en doel zijn de magie tussen al die factoren te laten werken. Dat staat ver van minimalisme. Mijn werk bekijk ik als een dagboek, het is heel eerlijk met mezelf en de wereld waarin ik leef, een die overloopt van zon, licht en kleuren, ik wil dat het happiness uitstraalt.”
Wat vind je van minimalisme?
LEENAERT. “Omdat mijn werk zo persoonlijk is, gaat het soms door fases. Dan heb ik bijvoorbeeld obsessies met kleuren. Neem oranje. Twee jaar geleden vond ik dat verschrikkelijk, vandaag wil ik het overal. Met minimalisme – een gevoel dat ik link aan rust, kalmte en sereniteit – heb ik dat soms ook, maar mijn leven is totaal niet zo (lacht). Als ik al eens probeer minimalistisch te werk te gaan, mislukt het gegarandeerd. Voor mij gaat meer om harmonie te vinden in de chaos, dan om minimalisme na te streven.”
Maar als je het elders ziet, hou je er wel van?
LEENAERT. “Zeker. It makes sense. Maar het zelf toepassen is dus onmogelijk. Soms probeer ik me helemaal in het zwart te kleden – ik vind het prachtig bij anderen – maar dat lukt dus niet, vind ik veel te serieus.
“Ook klanten vragen weleens of ik die of die vaas wil maken, maar dan gewoon in zwart-wit. Kan. Ik. Niet. Drie kleuren heb ik nodig, minimaal!”
Stel, iemand wil maximalistischer worden. Welke eerste stappen raad je aan?
LEENAERT. “Begin met groen in huis. Planten en bloemen brengen onmiddellijk kleur en een lossere sfeer. Voeg vervolgens kleine objecten toe, die – heel belangrijk – niet geforceerd aanvoelen. Hier komen weleens mensen op zoek naar ‘kleur voor hun interieur’, verschrikkelijk! Je moet niet zoeken naar kleur, maar naar wat je persoonlijk aantrekt.”
Wat zijn de grootste vooroordelen tegenover maximalisme?
LEENAERT. “Dat het naïef is, of op een foute manier ‘crea’-achtig. En dat het niet tijdloos is, waardoor mensen er soms wat bang van zijn, terwijl het net gaat om het juiste evenwicht te vinden tussen de vele opties.
“Er zijn zoveel kunstenaars bij wie kleur aanwezig is, zonder dat het afbreuk doet aan hun tijdloosheid. Kijk naar de gebalanceerde kleuren van de recent overleden kunstenaar Etel Adnan. Of naar die van Joan Mitchell. Onlangs ging ik in Parijs naar een expo van de Amerikaanse kunstenares. Ze deed er telkens vijf jaar over om nieuw werk te tonen. Ongelofelijk vond ik dat, zeker nu alles tegenwoordig zo snel moet gaan.
“In een wereld die bulkt van trends en hypes vind ik het nochtans belangrijk tijdloze objecten te maken, al helemaal voor interieurs. Dat zijn toch ruimtes die je met anderen deelt en waarin je iets voor een langere tijd wilt houden. Vooral met de juiste kleuren werken, is dus belangrijk. Wie denkt dat kleur en maximalisme snel en tijdelijk zijn, gaat voorbij aan alle tijd en research die erin kruipen.”
Dit najaar opent je riad Rosemary in Marrakesh. Alles, van de tegels tot het smeedwerk, de tapijten en de vloeren, ontwierp je zelf.
LEENAERT. “Ga ik een dag schilderen in de pottenbakkerij, dan kom ik ’s avonds thuis met inspiratie voor een vloer. Alles is zo verweven dat het logisch werd al die verhalen te vertellen.
“Ondertussen zijn we twee jaar aan de slag. Ik werk er graag met natuurlijke materialen: hout, marmer, tadelakt en puur katoen, linnen of wol voor het textiel van de gordijnen, de bedden en de wall pieces. Kleuren die ik graag combineer zijn tinten van bosgroen met zand- en perziktinten. Alles uit mijn werken vertaalde ik naar bijvoorbeeld stoelen, houtsnijwerken of tegels.
“Enerzijds moet een kamer rust geven, anderzijds zullen mensen wat ze in mijn werk voelen, willen beleven. Dat samenbrengen zonder dat het too much wordt, is de uitdaging. Het moet warm zijn, maar het mag ook niet fake aanvoelen. Wél moet het voelen alsof erin geleefd mag worden. Onlangs werd mijn interieur gefotografeerd voor een magazine. Ze ruimden de hele boel op, verwijderden alle objecten die van mijn huis mijn huis maken, en dat terwijl ik zo hou van organised mess!”
Jeroen Verrecht – The Lover
– Studeerde burgerlijk ingenieur-architect aan KU Leuven
– Richtte samen met collega-architect Karel Burssens 88888 op, een multidisciplinaire studio voor architectuur, scenografie en design
– Doceert sinds 2015 over culturele referentiekaders en de twintigste eeuw in design aan LUCA School of Arts
– Sinds 2017 architectuur- en interieurfotograaf voor tal van nationale en internationale projecten
Laurence Leenaert – The Hater
– Studeerde Fashion Design aan KASK in Gent
– Startte met LRNCE in 2015 haar eigen label.
– Verhuisde in 2015 naar Marrakesh in Marokko waar ze haar studio gaandeweg uitbreidde met interieurobjecten, meubels, tapijten en kunstwerken in samenwerking met lokale artisans
– Produceert sinds 2023 ook stoelen
– Opent dit najaar Rosemary, haar zelfontworpen riad in de Marokkaanse hoofdstad
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier