East Sussex als mode-inspiratie
Liever dan zijn Diorcollectie met woorden uit te leggen, nodigde Kim Jones ons uit voor een reis in de tijd die een licht werpt op zijn inspiratie voor het nieuwe zomerseizoen.
Kim Jones liet zich voor zijn zomercollectie en voor de setting van zijn show niet alleen inspireren door de sfeer van Les Rhumbs in Granville, de statige villa omgeven door een schitterende tuin met heerlijke geuren en prachtige kleuren waar Christian Dior zijn jeugd doorbracht, maar ook door Charleston, het modernistische landhuis in Sussex waar kunstenaars Duncan Grant en Vanessa Bell vanaf 1916 hun schildersatelier hadden.
Beide iconische locaties hebben het zeeklimaat, de weelderige tuin en het bijzondere licht gemeen. Kim Jones inspireerde zich voor zijn kleuren en motieven op beide locaties. Denk aan geborduurde bloemen als ode aan de ‘Homme Fleur’ die Christian Dior was en aan kunstwerken van Duncan Grant die als print of als jacquardmotief verwerkt zijn in de zomercollectie. Toeval of niet: Duncan Grant en Christian Dior hadden niet alleen hun sfeervolle woonst gewoon gemeen, maar ook hun verjaardag: 21 januari.
De inspiratiereis, bedacht door Kim Jones, is een boeiende kennismaking met de Bloomsbury Group, de verzamelnaam voor een aantal experimentele Londense kunstenaars en denkers zoals econoom John Maynard Keynes, kunstcriticus Roger Fry, schrijver en essayist Lytton Strachey, kunstschilder Duncan Grant en de legendarische schrijfster Virginia Woolf, de zus van Vanessa Bell. Virginia was getrouwd met schrijver Leonard Woolf. Het koppel richtte samen Hogarth Press op, de uitgeverij die naast het eigen werk van de Woolfs onder meer het werk van T.S. Eliot en Sigmund Freud uitgaf.
Een reis in de tijd
Onze reis start in Victoria Station in Londen, waar we aan boord stappen van de Belmond British Pullman, de trein uit de roaring twenties die symbool stond voor luxe reizen voor de happy few.
De authentieke wagons met geboend koper, houten inlegwerk en stemmige lampen in glaspasta stralen één en al de grandeur van toen uit, net als de met porselein, zilverwerk, kristal en verse rozen gedekte tafels. Terwijl het driegangenmenu geserveerd wordt, glijden we traag door het prachtige landschap richting kust. Hetzelfde traject dat de Bloomsbury artiesten vaak aflegden, wellicht druk discussiërend over literatuur en beeldende kunst, de veranderingen in de maatschappij, emancipatie en genderkwesties. Hun vrije geesten, hun driehoeksverhoudingen en bi- en homoseksualiteit waren de normaalste zaak binnen die radicale intellectuele bubbel. Kortom, ze waren hun tijd ver vooruit.
Eenmaal aangekomen in East Sussex brengen shuttles ons via kronkelende, holle wegen naar Charleston Farmhouse. Vroeger was het de ontmoetingsplaats van de Bloomsbury-artiesten. Tegenwoordig is het een museum en cultureel centrum waar het hele jaar door tentoonstellingen, events en festivals georganiseerd worden.
In de schuur wacht Kim Jones ons op. Er staan enkele kunstwerken van Duncan Grant opgesteld. Kim Jones is een grote bewonderaar van Duncan Grant en verzamelt ook werk van hem en van andere kunstenaars die gelinkt zijn aan de Bloomsbury-groep. Even verder staat een lange tafel vol boeken – eerste drukken – van Virginia Woolf, waaronder To the Lighthouse, naar eigen zeggen een van de favoriete werken van Kim Jones, naast Orlando. Jones verzamelt al jaren het werk van Virginia Woolf, naast ander werk uitgegeven door de Hogarth-uitgeverij, een indrukwekkende collectie van eerste drukken, manuscripten en brieven. “Een dure hobby”, zegt hij lachend.
Jones bezocht Charleston voor het eerst toen hij veertien jaar was. Hij bracht zijn jeugdvakanties door in deze streek. Toen al was hij gefascineerd door het moderne gedachtegoed van de Bloomsbury-groep. Sindsdien komt hij vaak in Charleston, een plaats die hem blijft inspireren.
Thuishaven van de Bloomsbury group
In Charleston Farmhouse ademt alles kunst uit, zelfs de deuren, houten koffers en tafels zijn beschilderd met kunstwerken, in zachte tinten die dankzij een milde herfstzon perfect tot hun recht komen. Alle decoratieve elementen, van de interieurstoffen tot keramieken objecten, zijn het werk van Duncan Grant, Vanessa Bell en bevriende kunstenaars. Sommige schilderijen beelden dagelijkse taferelen uit van het leven in Charleston, zoals Vanessa aan haar schildersezel terwijl de kinderen hun huiswerk maken en de jonge huishoudster die groenten uit de moestuin schoonmaakt. Of een groepsportret van de Bloomsbury-artiesten tijdens een vergadering. De blikvanger in het huis is het schildersatelier met zijn hoge plafond en zijn gulle lichtinval.
Door de decennia heen is Charleston blijven evolueren en werden er kunstwerken aan toegevoegd, zoals de wanden van het bad die rond 1970 beschilderd werden met een naakttafereel van Richard Shone, een vriend van Duncan Grant. Charleston blijft zijn geheimen prijsgeven: onlangs werden homo-erotische tekeningen van Duncan Grant ontdekt. Dat ze lang verborgen bleven, heeft alles te maken met het feit dat seks tussen mannen tot laat in de twintigste eeuw strafbaar was in Engeland. Het promiscue leven van Grant belette echter niet dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met Vanessa Bell en haar zoon Quentin Bell gevraagd werd om de Berwick Church te voorzien van muurschilderingen.
Binnenkijken bij Virginia Woolf
De volgende bestemming leidt ons naar Monk’s House in het nabijgelegen dorp Rodmell, de zestiende-eeuwse cottage die Leonard en Virginia Woolf in 1919 kochten. Virginia schreef er het grootste deel van haar boeken, tot aan haar tragische dood in 1941. De briljante schrijfster die een fragiele mentale gezondheid had, pleegde kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zelfmoord in de rivier Ouse, vlak bij haar huis.
Het huis met een prachtig aangelegde tuin, een ontwerp van Leonard Woolf, biedt een vergezicht op de Sussex Downs, de krijtheuvels langs de zuidoostkust van Engeland. Het huis is nu eigendom van de National Trust. Het lijkt alsof Virginia er elk moment kan binnenkomen: haar bed is mooi opgemaakt en op haar nachttafeltje liggen haar notitieboekje en een potlood. In de serre wachten de groenten om geoogst te worden. Aan het einde van de tuin staat het tuinhuis waar Virginia Woolf schreef zodra het weer het toeliet. In haar schrijfmachine steekt nog een wit blad dat al sinds 28 maart 1941 tevergeefs op een nieuw verhaal wacht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier