Kunstenares Eva Jospin: ‘Ik vlucht in mijn dromen’
Elk jaar geeft Ruinart Carte Blanche – met hoofdletters – aan een artiest om het champagnehuis te interpreteren. Voor de editie van 2023 creëerde Eva Jospin Promenade(s). Van 20 tot 23 april kunt u op Art Brussels in haar denkbeeldige wereld wandelen. Trends Style sprak haar in Parijs.
Wat een wonderland heeft Eva Jospin gebouwd. Met elkaar vervlochten liggen droom en werkelijkheid, natuur en architectuur, maar ook de wijngaarden en de crayères (keldergrotten) van het champagnehuis Ruinart en de kathedraal van Reims in een sculpturaal landschap van vooral bordkarton. Tot deze denkbeeldige wereld vol mysteries treed je toe via een carmontelle. Een wát? Naar de Franse toneelschrijver, schilder, architect, ontwerper van decors en landschapstuinen Louis Carrogis Carmontelle (1717-1806): een toestel waarin, door aan een rad te draaien, een inkttekening op papier als een soort filmrol tussen twee cilinders doorloopt.
Soms doen mijn handen niet wat mijn hoofd had verwacht. Soms verrassen ze me en doen ze beter dan wat mijn hoofd had gedacht
De verbazing is al bezig en dan moet de wandeling (Promenades) nog beginnen. Welkom in het rijk van Eva Jospin (en van Ruinart). Gelieve erin rond te sluipen op de toppen van je tenen. Van borduursels over installaties tot video’s: alles wat in deze wereld aanwezig is, wil slechts verstillen.
Vervolgens. Op visite bij de gastvrouw van de Carreau du Temple in Parijs, waar Promenade(s) halfweg maart werd ingeluid en ingeleid. Trends Style, ondergedompeld en overrompeld, stamelt zijn eerste vraag.
Welke visie op het terroir van Ruinart vertolkt u met deze tentoonstelling?
EVA JOSPIN. “De visie van verbinding vooral. Ik begon mijn bezoek aan Ruinart in de wijngaarden. Het was februari: koud, de natuur was naakt. De mensen van Ruinart vertelden me dat ze aan de rand van de wijngaarden een bos onderhielden om de biodiversiteit op te voeren. Het klimaat is natuurlijk een issue voor hen. Ze veranderen nu al hun manier van werken. Dat doen ze vanuit het besef dat alles met alles verbonden is. In de wijngaard al zag ik onzichtbare lijnen. Tussen de bovengrond en de ondergrond bijvoorbeeld. Wat bovengronds gebeurt – het groeien en bloeien – en de smaak van de oogst wordt voor een deel ondergronds voorbereid. Dan daalde ik af in de crayères, de krijtgrotten waarin het huis de champagne bewaart omdat de temperatuur en de lichtomstandigheden er ideaal zijn. Het zou goed zijn mochten mens en natuur meer op deze cirkelvormige manier samenwerken.
“Later bezocht ik Reims. Met zijn kathedraal, waar een stuk geschiedenis van Frankrijk werd geschreven. Ik werd teruggeslingerd naar mijn schooljaren. Daar werden de koningen van Frankrijk gekroond van wie ik de namen als scholier uit mijn hoofd had geleerd. Dus maakte ik ook die verbinding, in de steen en de ornamenten zag ik raakpunten tussen de architectuur van de kathedraal en de grotkelders.
“Al die verbindingen dienen één product, dat op zichzelf ook mensen verbindt en een internationale uitstraling heeft. Het woord ‘champagne’ wordt in bijna alle talen begrepen. Het is synoniem voor harmonie, en voor: het is feest, er valt iets te vieren.”
Is bordkarton dan geen vreemde keuze?
JOSPIN. “Bordkarton komt van bomen. Ik wil ook in mijn werk een cirkelbeweging volgen en het materiaal teruggeven aan zijn origine. Vandaar het bordkartonnen bos in Promenade(s).
“Ik werk graag met bordkarton omdat het een goedkope grondstof is. Je vindt grote volumes karton gratis op straat. Zo moest ik bij Ruinart ook niet om geld bedelen om hun Carte Blanche in te vullen.”
U gaat met veel soorten materiaal aan de slag en hanteert verschillende technieken. Waarom?
JOSPIN. “Dat komt omdat ik een trage mens ben. Ik ben soms vier maanden bezig aan één werk. Dan heb je veel tijd om na te denken over toevoegingen en over de volgende projecten. Het voordeel van lang aan iets werken is dat je nooit een wit blad hebt. Het nadeel dat er geen tijd beschikbaar is voor alles wat ik wil doen.
“Tekenen staat centraal in mijn werk. Dat zie je ook bij veel andere kunstenaars, architecten, modeontwerpers, ingenieurs: veel zaken komen tot leven vanuit een tekening. Daarna kan het met veel verschillende materialen in alle richtingen evolueren. Dat gebeurt stap per stap, het is een metamorfose. Tot het werk zijn ultieme vorm in het ultieme volume en het ultieme materiaal bereikt. Het is zoals water dat zijn weg zoekt.
“Telkens als ik nieuwe materialen ontdek, voeg ik die aan mijn werk toe. Bordkarton, Chinese inkt, stenen, koper, kurk, keramiek, noem maar op. Omdat ik mezelf altijd herhaal, groeit mijn vocabularium.”
Hoe ontdekt u zulke materialen?
JOSPIN. “Door in detail naar de wereld te kijken. Het maakt niet uit waar ik rondloop, in de natuur of in de stad, mijn blik wordt altijd door details aangezogen. In de stad is er dat verschijnsel dat wellicht iedereen kent. Dat je in straten waar je dagelijks langskomt, toch telkens nieuwe zaken ziet. Dingen die je voordien niet had opgemerkt. De perceptie voltrekt zich in lagen van tijdstippen, die zich vermengen. In mijn kijken naar de wereld zit natuurlijk ook altijd de intentie om hem ooit te representeren. In bossen kijken ik het liefst naar de grond. Die is veel moeilijker weer te geven dan bomen, waarvan we de vorm allemaal wel ongeveer kennen. Maar hoe de bladeren op de grond en de wortels evolueren…”
Neemt u daar foto’s van?
JOSPIN. “Weinig eigenlijk. Ik sla veel op in mijn hoofd, ik heb daar een galerie met collecties van beelden. Soms vergeet ik beelden die me dan later weer te binnen schieten. Af en toe noteer ik iets in een schriftje, als ik dat doorblader, stel ik vast dat ik de meeste ideeën al heb opgepikt. Het is een proces dat zijn eigen leven leidt. Een wijd netwerk van verbindingen in mijn hoofd, alles is met alles verbonden.”
En dan vertrouwt u die ideeën toe aan de intelligentie van uw handen?
JOSPIN. ‘Ik beleef veel plezier aan werken met mijn handen. Als je met je handen werkt, word je je eigen instrument. Je vergeet alles, je wordt toegewijd aan de taak van je handen. Het is een vorm van transcendentie, en toch ben je heel dicht bij de werkelijkheid. En wat ik ook in mijn hoofd heb, het zijn mijn handen die bepalen wat er precies gebeurt. Soms interpreteren ze perfect het idee. Soms doen mijn handen niet wat mijn hoofd had verwacht. Maar soms verrassen mijn handen me en doen ze beter dan wat mijn hoofd had gedacht.”
Beschouwt u uw werk als optimistisch? Of is het een vlucht uit de werkelijkheid?
JOSPIN. “Een vlucht, zonder twijfel. We beleven harde tijden, allemaal zijn we iedere dag een deel van de catastrofe. Door onze manier van leven nemen we deel aan die catastrofe. We willen iets veranderen waar we zelf aan meedoen. We zijn schuldig en onschuldig tegelijkertijd.
“Dus vlucht ik in de dromen die ik bouw. Maar mijn kunst is ook optimistisch. Het is een persoonlijke daad van hoop. Ik creëer eilanden van hoop. Het moet zinvol zijn voor mezelf opdat het zinvol voor jou kan worden. Het is het enige wat ik kan doen, maar ik doe het zeer intens. Ik geef altijd het beste van mezelf.”
Dan bent u in uw atelier bezig met het bouwen van dromen. Maar op het einde van de dag moet u dat atelier wel verlaten en in de werkelijke wereld stappen. Hoe moeilijk is dat?
JOSPIN. “Ik hou van mijn atelier. Het is een mooie plaats, zo verschillend van andere ruimten. Ik kan er een puinhoop van maken, dat heeft geen enkel belang. En het is er ook echt een chaos. Ik mag er morsen met lijm en smijten met verf – dat is namelijk mijn job. Ik heb buiten mijn werk hoe dan ook niet veel met decoratie. Ook thuis niet. Ik kan zes maanden zonder gordijnen leven en dan eindelijk zeggen: allez bon, gordijnen.
“En de fysieke aantrekkingskracht van dat atelier! Ik kom er toe en trek meteen andere kleren aan. Mijn werkkleren, die mogen vuil worden en kapot gaan, geen probleem. Alles wat in mijn atelier gebeurt, heeft één enkel doel: creëren. Het atelier dient alleen daarvoor.”
De hemel op aarde.
JOSPIN. “Bwah. Het kan er ook saai zijn en het kan op mijn zenuwen werken. In de winter is het er koud en in de zomer heet. Mijn atelier geeft me geen comfort. Maar wel vrijheid.”
Is het een plaats van isolatie?
JOSPIN. “Vroeger wel. In het begin werkte ik er alleen. Die afzondering is vaak moeilijk voor een beginnend kunstenaar. Dát en regelmaat in het werken steken. Discipline opbrengen. Je moet leren elke dag naar dat atelier te trekken en daar de hele dag alleen maar bezig te zijn met wat je aan het doen bent: je werk. Je kan je in je atelier verschrikkelijk eenzaam voelen. Je bent helemaal op jezelf aangewezen. Kunstenaar is een keiharde job. Daarom ligt mijn atelier altijd buitenshuis. Als de dagtaak erop zit, kan ik me om- en opkleden en me fysiek verwijderen.
“Tegenwoordig werk ik in mijn atelier met anderen samen. Dan is het pas een zalige plek. Alle energie van alle aanwezige mensen oriënteert zich naar het kunstwerk, iedereen heeft dezelfde focus. En ’s avonds keren we allemaal terug naar ons eigen leven – ook ik, want ik heb een partner en drie kinderen, en familie en vrienden.
“Soms, als ik naar mijn atelier ga of er ben, denk ik: is het niet fantastisch om te kunnen doen wat ik doe? Wat een groot voorrecht, te gek voor woorden, eigenlijk. Ik wil die geweldige dingen doen en ik doe ze gewoon en dan denk ik: wow!”
Is ‘wow!’ ook wat u hoopt dat mensen denken die naar Promenade(s) kijken?
JOSPIN. “Ik zie dit werk als een wandeling, waarbij je van de ene ruimte naar de andere verhuist. Het is een mentale reis. Ik hou ervan om de schaal van wat je ziet te veranderen. Soms zie je de dingen groter dan jezelf, soms ben je de reus in een miniwereld. Ik werk graag met die twee schalen.
“Ik koester de stiekeme hoop dat mensen verdwalen in mijn werk. Dat ze erin stappen en dat hun verbeelding begint te werken, zodat ze hun eigen wandeling maken in verhouding tot hun eigen referenties. Wat het werk toont, is vertrouwd. We kennen de natuur, we kennen architectuur. Mensen zullen zich geen vreemdeling voelen voelen in mijn werk. Het is altijd déjà vu, het is gemakkelijk te begrijpen. En ze mogen binnenkomen. Het zijn onze steden en onze bossen. Mijn werk is gemaakt opdat mensen hun verbeelding openzetten en rondwandelen in hun innerlijke ik.”
Wie is Eva Jospin?
– Geboren in 1975 in Parijs
– Dochter uit het eerste huwelijk van Lionel Jospin, gewezen premier van Frankrijk – met Élisabeth Dannenmuller
– Studeerde in 2002 af aan de École Nationale des Beaux Arts de Paris
– Trouwde in 2000 met beeldhouwer Pierre Torreton, met wie ze twee kinderen heeft
– Won in 2015 de Prix de l’Académie des Beaux-Arts
– Baarde in 2016 opzien met haar installatie ‘Panoram’ in de Cour Carrée van het Louvre
– Maakte werk in opdracht van Dior
– Woont samen met de Italiaanse regisseur Adriano Valerio, met wie ze een zoon heeft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier