150 jaar Palais Garnier: Els Keymeulen ging met Rolex naar het Gala der grootmeesters

The Ambassadors' Concert at the Palais Garnier conducted by Yannick Nézet-Seguin with the VPO and Rolex Testimonee(s) Sonya Yoncheva © Rolex/Elisa Haberer

150 jaar Opéra Garnier, dat vraagt om een bijzondere avond met in de hoofdrol alle sterren uit de operawereld, gehost door de kunstmecenas Rolex. Relaas van een sprookje in Parijs.

Ergens in de lente van dit jaar viel een heel bijzondere uitnodiging in de bus: een save the date voor het Concert des Ambassadeurs, een unieke samenwerking tussen Rolex, de Opéra National de Paris en de Wiener Philharmoniker. Op het programma staat de crème de la crème uit de operawereld – stuk voor stuk Rolex-ambassadeurs – onder leiding van topdirigent Yannick Nézet-Séguin. Op 11 mei verzamelen pers en genodigden in galakledij en gewapend met een Rolex-verrekijker in het Palais Garnier in Parijs voor een onvergetelijke, ontroerende avond in het gezelschap van de operazangers Juan Diego Flórez, Sonya Yoncheva, Bryn Terfel en Rolando Villazón, pianiste Yuja Wang, en de volledige Wiener Philharmoniker. Vóór het indrukwekkende concert spraken wij in de coulissen van het impressionante operagebouw met de hoofdrolspelers van dat bijzondere event over hun bijzondere kunstvorm, over het deel uitmaken van de Rolex-familie, over de kracht van muziek en de rol van cultuur in de samenleving.

Die Wiener Philharmoniker und Riccardo Muti beim Neujahrskonzert 2025 © Dieter Nagl für die Wiener Philharmoniker

Meer rocksterdan operalegende

Hij is waarschijnlijk de beste dirigent ter wereld, en tegelijk is hij heel bescheiden. Met zijn zwarte nagellak en opvallende pak komt Yannick Nézet-Séguin eerder over als een rockster dan als een operalegende. We spreken elkaar de dag voor het grote moment en ontmoeten een bruisende, ontwapenende en goedgeluimde dirigent, die vooruitblikt op een van de mooiste avonden uit zijn carrière.

“Het is een eer hier morgen te mogen dirigeren en deel uit te maken van de Rolex-familie. Dat voelt bijna onwerkelijk, en het doet me terugdenken aan die allereerste keer dat ik droomde van een eigen Rolex, intussen vijftien jaar geleden. Ik zag in een boetiek in Montréal een Daytona, pas gelanceerd, met een chocoladebruine wijzerplaat. Maandenlang twijfelde ik over de aankoop, maar ik kon dat chocoladebruine uurwerk niet vergeten. Dus een halfjaar later kocht ik het, met kloppend hart, om mijn internationale doorbraak te vieren.

“Vandaag sta ik hier, vele Rolexen verder (lacht), op weg om mijn muziek te delen in een van de mooiste operagebouwen ter wereld. Het leven is opgebouwd uit dromen – het is aan ons om die dromen waar te maken. Wat bijzonder is aan dit ambassadeurschap, is dat Rolex écht betrokken is bij muziek en opera. Als artiest en als wereldburger wil ik bijdragen aan een mooiere wereld. Ik wil via muziek hoop en verstrooiing brengen. Rolex deelt die visie. Er lopen veel gesprekken over concrete projecten voor en door jongeren – opdat ook zij opera zien als een wereld waartoe ze kunnen behoren.”

De kracht van muziek

Yannick Nézet-Séguin: “In 2007 dirigeerde ik mijn eerste concert in Parijs, maar niet in dit huis. De opera vond dat ik er toen nog niet klaar voor was. Daarna kwam mijn internationale carrière in een stroomversnelling, waardoor ik nooit meer de tijd vond om hier te debuteren. Morgen is het eindelijk zover. Alles komt op het juiste moment, als je geduldig genoeg bent. Mijn drijfveer als dirigent is bruggen te bouwen – tussen generaties, geografische achtergronden, culturen. Tijdens ons concert van morgen zullen we een programma brengen dat deels tekst heeft, en deels puur instrumentaal is. Het wonderlijke is dat elk van de tweeduizend genodigden een ander verhaal in gedachten heeft, en toch delen we hetzelfde moment.”

‘Via kunst wil ik iets bijdragen aan de wereld; hoop bieden op moeilijke momenten’

“Ik kijk er ook enorm naar uit om met het orkest en al die solisten op één podium te staan – ook dat is een eerste keer. We werken al jaren samen, maar samen op scène staan is nog nooit gelukt – het zal voelen als een familiefeest, maar dan eentje met publiek erbij (lacht)”.

Klassiek modern

“Muziek gaat om authenticiteit, om kwetsbaarheid ook en verbinding maken. Ik ben dan wel de dirigent, maar niet de corrigerende, controlerende leider. Je moet leidinggeven met respect en passie, je liefde voor muziek tonen. Ik ben honderd procent mezelf, en ik heb ook nooit druk gevoeld om me te conformeren aan het klassieke beeld van de operadirigent. Noch qua uiterlijk, noch qua persoonlijkheid. Oké, soms kreeg ik de raad om strenger te zijn tijdens de repetities (lacht), maar dat past niet bij mij. Trouw blijven aan jezelf is alles, zeker in een creatieve context. Gelukkig zie ik bij de jonge generatie veel meer ruimte voor diversiteit – meer vrouwen, meer kleur. Over tien, twintig jaar zal de wereld van de klassieke muziek er heel anders uitzien, daar ben ik van overtuigd. Die vernieuwing zal als vanzelfsprekend een nieuw publiek aantrekken.”

“De opera moet openstaan voor iedereen die denkt dat het niet voor hem of haar bedoeld is. In de Verenigde Staten zie ik hoe een heel nieuwe community meteen betrokken raakte toen er opera’s van Afro-Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse componisten geprogrammeerd werden. In Azië is het publiek opvallend jong en enthousiast – in China of Taiwan voelen we ons soms rocksterren. Opera lééft en is dus lang niet dood, maar we moeten onze deuren durven open te zwaaien en iedereen binnen te laten. Morgen wordt een feest van de hoogste kwaliteit, maar tegelijk toegankelijk en enthousiasmerend. We combineren Tsjaikovski en Rachmaninov met Ravel en Bizet. Uiteraard eindigen we met Ravels Boléro, dat hier in dit huis zijn wereldpremière beleefde. We vieren de muziek, want muziek is catharsis – en zeker in de turbulente wereld van vandaag hebben we dat meer dan ooit nodig.”

O zo beroemde Weense klank

We zijn 11 mei, een halfuur voor de generale repetitie van het Concert des Ambassadeurs. Voor het eerst zullen alle sterren van de avond samen spelen en zingen – sneller waren ze niet samen te brengen, omdat ongeveer iedereen zich in een ander werelddeel bevond. Voor ons aan tafel in een zijvleugel van het operagebouw zitten Michael Bladerer en Daniel Froschauer, respectievelijk de CEO en de voorzitter van de Wiener Philharmoniker, het orkest dat straks voor die o zo beroemde Weense klank zal zorgen.
Michael Bladerer: “Die Wiener Klangstil wordt vooral bepaald door de instrumentkeuze en de speelwijze. De Weense hobo verschilt sterk van de Franse, de Weense hoorn levert een bijzondere kleur op. Onze pauken worden met kalfshuid bespannen in plaats van met kunststof: rijker van klank, maar gevoeliger voor stemming – daarom zie je paukenisten voortdurend bijstemmen.”

“Het idee voor dit concert kiemde in Genève, in een gesprek met Rolex. We wilden iets unieks, iets wat – zo werd al snel duidelijk – logistiek een heus huzarenstuk zou worden, waarbij een aantal mensen cruciaal waren. De voorbereiding voor deze avond duurde vier jaar en aan élk detail is gedacht. Zo heeft het podium in de Opéra Garnier een hellingsgraad van 5 procent. Daar moet je op oefenen en je speelhouding op afstemmen. Daarom ook is de generale repetitie van zo meteen onmisbaar: alles moet kloppen. We hebben enkel de allerbesten op het podium staan straks – wie je vanavond ziet en hoort, heeft gewonnen: onze audities zijn streng, en velen halen het niet. Het is als topsport, en wie doorbijt, wint uiteindelijk altijd.”

“Je zal straks ook een aantal erg jonge mensen zien – daar zijn we trots op, want opera heeft jong talent nodig om te blijven bestaan. We zetten daar hard op in. Jongeren zijn gewend aan popsongs van drie minuten – een opera van Wagner duurt vijf uur. Daarom doen we met de Wiener Philharmoniker volop aan educatie: schoolconcerten, open repetities, collega’s die vooraf in klassen uitleg geven – de drempel moet omlaag.”

Hij is waarschijnlijk de beste dirigent ter wereld, en tegelijk is hij heel bescheiden. Met zijn zwarte nagellak en opvallende pak komt Yannick Nézet-Séguin eerder over als een rockster dan als een operalegende. We spreken elkaar de dag voor het grote moment en ontmoeten een bruisende, ontwapenende en goedgeluimde dirigent, die vooruitblikt op een van de mooiste avonden uit zijn carrière.

‘Vier lang lang is er gewerkt aan dit éne verjaardagsconcert’

“Het is een eer hier morgen te mogen dirigeren en deel uit te maken van de Rolex-familie. Dat voelt bijna onwerkelijk, en het doet me terugdenken aan die allereerste keer dat ik droomde van een eigen Rolex, intussen vijftien jaar geleden. Ik zag in een boetiek in Montréal een Daytona, pas gelanceerd, met een chocoladebruine wijzerplaat. Maandenlang twijfelde ik over de aankoop, maar ik kon dat chocoladebruine uurwerk niet vergeten. Dus een halfjaar later kocht ik het, met kloppend hart, om mijn internationale doorbraak te vieren.

“Vandaag sta ik hier, vele Rolexen verder (lacht), op weg om mijn muziek te delen in een van de mooiste operagebouwen ter wereld. Het leven is opgebouwd uit dromen – het is aan ons om die dromen waar te maken. Wat bijzonder is aan dit ambassadeurschap, is dat Rolex écht betrokken is bij muziek en opera. Als artiest en als wereldburger wil ik bijdragen aan een mooiere wereld. Ik wil via muziek hoop en verstrooiing brengen. Rolex deelt die visie. Er lopen veel gesprekken over concrete projecten voor en door jongeren – opdat ook zij opera zien als een wereld waartoe ze kunnen behoren.”

De kracht van muziek

“In 2007 dirigeerde ik mijn eerste concert in Parijs, maar niet in dit huis. De opera vond dat ik er toen nog niet klaar voor was. Daarna kwam mijn internationale carrière in een stroomversnelling, waardoor ik nooit meer de tijd vond om hier te debuteren. Morgen is het eindelijk zover. Alles komt op het juiste moment, als je geduldig genoeg bent. Mijn drijfveer als dirigent is bruggen te bouwen – tussen generaties, geografische achtergronden, culturen. Tijdens ons concert van morgen zullen we een programma brengen dat deels tekst heeft, en deels puur instrumentaal is. Het wonderlijke is dat elk van de tweeduizend genodigden een ander verhaal in gedachten heeft, en toch delen we hetzelfde moment.”

“Ik kijk er ook enorm naar uit om met het orkest en al die solisten op één podium te staan – ook dat is een eerste keer. We werken al jaren samen, maar samen op scène staan is nog nooit gelukt – het zal voelen als een familiefeest, maar dan eentje met publiek erbij (lacht)”.

Klassiek modern

“Muziek gaat om authenticiteit, om kwetsbaarheid ook en verbinding maken. Ik ben dan wel de dirigent, maar niet de corrigerende, controlerende leider. Je moet leidinggeven met respect en passie, je liefde voor muziek tonen. Ik ben honderd procent mezelf, en ik heb ook nooit druk gevoeld om me te conformeren aan het klassieke beeld van de operadirigent. Noch qua uiterlijk, noch qua persoonlijkheid. Oké, soms kreeg ik de raad om strenger te zijn tijdens de repetities (lacht), maar dat past niet bij mij. Trouw blijven aan jezelf is alles, zeker in een creatieve context. Gelukkig zie ik bij de jonge generatie veel meer ruimte voor diversiteit – meer vrouwen, meer kleur. Over tien, twintig jaar zal de wereld van de klassieke muziek er heel anders uitzien, daar ben ik van overtuigd. Die vernieuwing zal als vanzelfsprekend een nieuw publiek aantrekken.”

“De opera moet openstaan voor iedereen die denkt dat het niet voor hem of haar bedoeld is. In de Verenigde Staten zie ik hoe een heel nieuwe community meteen betrokken raakte toen er opera’s van Afro-Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse componisten geprogrammeerd werden. In Azië is het publiek opvallend jong en enthousiast – in China of Taiwan voelen we ons soms rocksterren. Opera lééft en is dus lang niet dood, maar we moeten onze deuren durven open te zwaaien en iedereen binnen te laten. Morgen wordt een feest van de hoogste kwaliteit, maar tegelijk toegankelijk en enthousiasmerend. We combineren Tsjaikovski en Rachmaninov met Ravel en Bizet. Uiteraard eindigen we met Ravels Boléro, dat hier in dit huis zijn wereldpremière beleefde. We vieren de muziek, want muziek is catharsis – en zeker in de turbulente wereld van vandaag hebben we dat meer dan ooit nodig.”

O zo beroemde Weense klank

We zijn 11 mei, een halfuur voor de generale repetitie van het Concert des Ambassadeurs. Voor het eerst zullen alle sterren van de avond samen spelen en zingen – sneller waren ze niet samen te brengen, iedereen bevond zich in een ander werelddeel. Voor ons aan tafel in een zijvleugel van het operagebouw zitten Michael Bladerer en Daniel Froschauer, respectievelijk de CEO en de voorzitter van de Wiener Philharmoniker, het orkest dat straks voor die o zo beroemde Weense klank zal zorgen.
“Die Wiener Klangstil wordt vooral bepaald door de instrumentkeuze en de speelwijze. De Weense hobo verschilt sterk van de Franse, de Weense hoorn levert een bijzondere kleur op. Onze pauken worden met kalfshuid bespannen in plaats van met kunststof: rijker van klank, maar gevoeliger voor stemming – daarom zie je paukenisten voortdurend bijstemmen.”

‘Zonder publiek bestaan we niet’

“Het idee voor dit concert kiemde in Genève, in een gesprek met Rolex. We wilden iets unieks, iets wat – zo werd al snel duidelijk – logistiek een heus huzarenstuk zou worden. De voorbereiding voor deze avond duurde vier jaar en aan élk detail is gedacht. Het podium in de Opéra Garnier een hellingsgraad van 5 procent. Daar moet je op oefenen en je speelhouding op afstemmen. We hebben enkel de allerbesten op het podium staan straks – wie je vanavond ziet en hoort, heeft gewonnen. Het is als topsport, en wie doorbijt, wint uiteindelijk altijd.”

“Je zal straks ook een erg jonge mensen zien – daar zijn we trots op, want opera heeft jong talent nodig om te blijven bestaan. Jongeren zijn gewend aan popsongs van drie minuten – een opera van Wagner duurt vijf uur. Daarom doen we met de Wiener Philharmoniker aan educatie: schoolconcerten, open repetities, collega’s die vooraf in klassen uitleg geven – de drempel moet omlaag.”

Rolex organiseerde dit verjaardagsconcert ter ere van 150 jaar Opéra Garnier. De opbrengst werd geschonken aan de jeugdopleiding Apprentissage de l’Orchestre van de Parijse opera. Via het Perpetual Arts Initiative bevordert Rolex de muziek door gerenommeerde artiesten en instellingen te steunen, excellentie te vieren en nieuwe generaties te versterken, zodat zij op hun beurt het artistieke erfgoed van de wereld ontdekken en voortzetten. Yannick Nézet-Seguin (°1975, Montréal, Canada) is muzikaal directeur van het Orchestre Métropolitain in Montreal, de Metropolitan Opera in New York en het Philadelphia Orchestra in Philadelphia.

150 JAAR OPÉRA GARNIER

Sinds 2020 wordt de Opéra National de Paris geleid door directeur-generaal Alexander Neef. Hij is de man die beslist wat er wanneer geprogrammeerd wordt in de verschillende huizen van de Parijse opera.

“Garnier bestaat 150 jaar, en continuïteit is – door alle politieke en historische omwentelingen heen – cruciaal gebleken. We eren traditie en vieren de vele mijlpalen van de opera: de Boléro ging hier in première, Chagall schilderde het voor die tijd heel gedurfde plafond. We zijn geen museum, we putten uit eeuwen repertoire, maar brengen het met kunstenaars van nu. Vernieuwing en traditie gaan hand in hand, en dat wordt ook geïllustreerd door dit concert: het eerste met de naam van een partner in de titel. Nieuw, maar tegelijk logisch, want onze private partners zijn heel belangrijk voor de werking van de opera – de publieke subsidie volstaat absoluut niet voor de werking van dit huis (lacht).”

“Bovendien is Rolex een heel loyale partner: tijdens de covidperiode verhoogden het zijn steun, zodat de muzikanten doorbetaald konden blijven – op dit niveau moet je kunnen blijven spelen, publiek of niet, anders raak je onvermijdelijk achterop. Dit gezegd zijnde: covid was voor de opera een heel moeilijke periode, want hoewel we tijdens de pandemie een eigen streamingplatform hebben gelanceerd, bestaan we zonder publiek niet echt. De live-ervaring is alles. Ik noem het de laatste analoge burcht in een digitale wereld. Dat is mijn opdracht: die burcht verdedigen.”

Twee uur zal het Concert des Ambassadeurs duren, vol vervoering, emotie en ontzag voor zoveel talent. We horen Bryn Terfel, de wereldbefaamde bas-bariton over wie Alexander Neef zei: “Echte groten herken je nog voor ze één noot hebben gezongen: ze stappen het toneel op en de ruimte verandert.” We ontdekken het pianowerk van Yuja Wang: ze speelt met haar hele lichaam en zegt de volgende ochtend tijdens het ontbijt dit: “Ik geef mezelf drie seconden om het publiek mee te nemen, om te overtuigen – als dat lukt, volgt de rest vanzelf.” En we eten die avond, na het concert, aan een lange tafel op de scene. Die lichtjes schuin staat, door die helling van 5 procent. Memorabel. Op naar de volgende 150 jaar.

Meer lezen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise