De miljardairs van de wijn: Wijnkastelen als statussymbool

Luxury Style
geld te veel? koop een wijnkasteel

Zakenlui die fortuin hebben gemaakt, kopen vaak een wijnkasteel. Wie zijn ze? En waarom een wijnkasteel? Trends Style volgde de weg van business naar wijnbouw.

Tekst / Bruno Vanspauwen ILLUSTRATIE / Arévik d’Or FOTO’S / Getty

“Over wijn wordt vaak lyrisch gedaan, maar men vergeet dat het ook een economisch product is.” Dat schreef Rod Phillips, een Canadese hoogleraar geschiedenis en fervent wijnliefhebber, in zijn boek Een kleine geschiedenis van wijn. Zakenlui beseffen dat maar al te goed. Ze kochten zelf al gretig dure wijnen en weten dus hoe aantrekkelijk wijn is voor hun sociale klasse. Vandaar dat zij de stap zetten naar een eigen wijnkasteel. Uit passie voor de wijn? ­Ongetwijfeld. Maar ook omdat het een van de veiligste beleggingen ter wereld is voor het geld dat ze hebben verdiend.

Eerst en vooral kopen ze een uniek patrimonium: een historisch kasteel en wereldberoemde wijngaarden, die op de lange termijn alleen maar in waarde stijgen. Daarnaast kopen ze een merkproduct, de wijn, waar altijd vraag naar zal zijn. Elke mythische kasteelnaam als Latour, Haut-Brion, Cheval Blanc enzovoort is uniek en heeft een beperkt aanbod, dat almaar meer rijken willen. Je kan die wijn dus almaar duurder verkopen. Namen van wijnkastelen zijn uitgegroeid tot wereldwijde luxemerken. Dat heeft zijn prijs. Wie een topkasteel wil ­kopen, moet over bijzonder veel kapitaal ­beschikken. Alleen gefortuneerde zakenlui, die al zeer succesvol waren in een andere ­business, kunnen zich zoiets veroorloven.

‘Terwijl zakenlui strategieën uittekenen op basis van objectieve parameters, krijgen ze in de wijnbouw af te rekenen met één grote onvoorspelbare factor, de natuur’

Gaan ze dan zelf in de wijngaard werken of de wijn maken? Meestal niet. Na de aankoop blijft de bestaande equipe op post, of wordt een nieuwe algemeen directeur aangeworven. Voor de zakenlui is een wijndomein een bedrijf als een ander, en zo runnen ze het ook. Met één verschil: terwijl ze het in hun business ­gewend zijn strategieën uit te tekenen op basis van objectieve parameters, krijgen ze in de wijnbouw af te rekenen met één grote onvoorspelbare factor, de natuur. Die kan een oogst maken of kraken. Vandaar dat niet alle zakenlui in de wijnbouw blijven.

Clarence Dillon, geboren in 1882 in Texas, deed dat wel. Hij was een pionier. Rijk geworden met bankieren, kocht hij al in 1935 een van de topkastelen in Bordeaux: Château Haut-Brion, een van de vijf die prat kunnen gaan op de allerhoogste onderscheiding van premier grand cru classé. Nadien kocht hij nog kastelen in de buurt bij, die hij na verloop van tijd onder het label La Mission Haut-Brion bracht. Dillon overleed in 1979, maar zijn ­bedrijf Clarence Dillon Wines is nog altijd in handen van zijn erfgenamen.

Een andere Amerikaanse bankier, Robert ­Wilmers, kocht in Bordeaux het mythische Château Haut-Bailly. Dat was sinds 1955 in handen van de familie Sanders. Decennialang maakte die familie met Belgische roots wijnen met een uitmuntende kwaliteit en elegante stijl. Maar bij gebrek aan opvolging verkocht Jean Sanders zijn kasteel in 1998 aan Wilmers. Die had op 46-jarige leeftijd de M&T Bank overgenomen, en de omzet verhoogd van 2 naar 100 miljard dollar. Wilmers wierf de kleindochter van Jean Sanders, Veronique Sanders, aan om het domein te leiden. Hij investeerde fors in het kasteel, waardoor het zijn glorie van weleer terugwon. Wilmers overleed in 2017, zijn zoon nam het beheer over.

BORDEAUX, FRANCE – OCTOBER 6, 2008: CHATEAU HAUT-BRION: The vineyards of Chateau Haut-Brion are located in Pessac, a suburb of Bordeaux. Its wine is rated a ‘First Growth’ in the Bordeaux Wine Official Classification of 1855. On October 6, 2008 in Pessac, Bordeaux, France (Photo by Patrick Durand/Getty Images) © Getty Images

Uitbreiding tot in China toe

Dichter bij huis kennen we Albert Frère, rijk geworden met staal en aandelenhandel. Hij kocht in 1998 het Château Cheval Blanc, premier grand cru classé in Saint-Emilion, ­samen met de Franse miljardair Bernard ­Arnault. Aanvankelijk werd gezegd dat Frère er een dure hobby op nahield, maar hij zei openlijk dat hij het als een zakelijke investering zag, met het oog op waardevermeerdering. Dat had hij goed ingeschat. Frère overleed in 2018, zijn erfgenamen beheren Cheval Blanc nog ­altijd samen met Bernard Arnault.

Bernard Arnault bouwde zijn holding LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy) uit tot een van de grootste ter wereld in de sector van de luxeproducten. Hij investeert in mode (Vuitton, Dior, Givenchy, Kenzo), parfums en cosmetica (Guerlain), horloges (TAG Heuer), juwelen (Bulgari), sterke dranken (Hennessy) en champagnes (Moët & Chandon, Veuve Clicquot, Dom Pérignon, Krug). Maar Arnault zag in dat ook wijn in het rijtje van luxeartikelen past, en kocht wijnkastelen in de hele wereld.

Onder meer Château d’Yquem, het kasteel van een van de duurste zoete wijnen ter wereld, het enige in Sauternes met de status van premier cru supérieur classé. LVMH kocht ook wijngaarden in Spanje, Californië, Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. In Argentinië richtte LVMH het domein Terrazas de los ­Andes op, waar in samenwerking met Château Cheval Blanc de wijn Cheval des Andes wordt gemaakt, een Argentijnse versie van Cheval Blanc. Zelfs in China werd een domein gekocht, hoog in de bergen van de provincie Yunnan, vlak bij het Himalayagebergte en Tibet. Vandaar de naam Ao Yun, ‘vliegend boven de wolken’.

In 2014 richtte Arnault zijn pijlen op Bour­gogne, niet toevallig net nadat de Unesco het hart van die wijnstreek, de Côte d’Or, had ­uitgeroepen tot werelderfgoed. Hij kocht er het Domaine des Lambrays, die de grand-cruwijngaard Clos des Lambrays volledig in bezit heeft. Zo’n monopolie van één grand cru is zeldzaam. De meeste Bourgondische wijngaarden, ook de grands crus, zijn verdeeld onder verschillende eigenaars. Arnault betaalde 100 miljoen euro voor amper 11 hectare wijngaard: bijna 10 miljoen euro per hectare, een nieuw record in Frankrijk.

PAUILLAC, FRANCE – JUNE 18: Founder of Kering Francois Pinault poses at Chateau Latour on June 18, 2017 in Pauillac, France (Photo by Luc Castel/GettyImages)

Elke conglomeraat zijn wijnhuis

François Pinault, de grote concurrent van Bernard Arnault, kon niet achterblijven. Zijn parcours loopt opvallend gelijk met dat van Arnault. Eerst had hij een bedrijf dat in retail investeerde (Fnac, La Redoute), nadien richtte hij zich op de luxebusiness (Gucci, ­Stella McCartney, Yves Saint Laurent). Zijn holding Kering is, net als LVMH, een interna­tionale mode- en luxegroep. En ook hij ­investeerde in wijn.

In 1993 kocht Pinault Château Latour, een van de vijf premiers grands crus classés in ­Bordeaux, voor 110 miljoen euro. Dan volgde het mythische Château Grillet in de Rhône­vallei. Het is slechts 3,5 hectare groot en er wordt maar één wijn gemaakt, van de viognierdruif. De productie van de witte wijn bedraagt slechts 10.000 tot 12.000 flessen per jaar. Het meest opmerkelijke is dat het domein sinds 1936 een eigen appellation d’origine heeft, een officiële erkenning die normaal alleen voor streken of dorpen is weggelegd. De wijn van Château-­Grillet is dan ook uitzonderlijk: goudkleurig, rijk, fluwelig, met aroma’s van honing, perzik en abrikoos.

‘Het bezit van een Frans wijnkasteel is in China het ultieme statussymbool’

Daarna liet Pinault, net zoals zijn concurrent, zijn oog vallen op Bourgogne. Hij kocht er ­onder meer het mytische domein Clos-de-Tart. Pinault is slechts de vierde eigenaar in 876 jaar. Hij moest er wel de recordprijs van 250 miljoen euro voor 7,5 hectare wijngaard voor neer­tellen. Pour la petite histoire: aanvankelijk ­wilde de Chinese miljardair Jack Ma het ­domein kopen. Maar de Franse president stak daar een stokje voor. Clos-de-Tart moest in Franse handen blijven.

Jack Ma slaagde er wel in vier wijnkastelen in Bordeaux te kopen. Intussen zijn meer dan 150 Franse wijnkastelen Chinees, vooral in Bordeaux. Heel wat Chinese investeerders ­bezitten in hun gigantische land restaurants, hotels en/of winkelketens waardoor ze ­verzekerd zijn van de afzet. Ze kopen wijn­domeinen op om de aanvoer ook in de ­toekomst veilig te stellen. Het bezit van een Frans wijnkasteel is in China bovendien het ­ultieme statussymbool.

Louis Ng Chi Sing, een Chinese magnaat van speelzalen in Macau, kocht in 2012 het Château de Gevrey-Chambertin in de gelijk­namige beroemde wijngemeente. Het bezit slechts 2 hectare wijngaard en was verwaarloosd, maar het is een symbool voor bourgognewijn met een status als historisch monument. Locals probeerden de verkoop te verhinderen en brachten 5 miljoen euro samen. Maar Louis Ng Chi Sing bood 8 miljoen.

De Amerikanen lieten zich evenmin onbetuigd. In 2017 streek Stan Kroenke in ­Bourgogne neer. De miljardair is de eigenaar van onder meer de Britse voetbalclub Arsenal en van het Californische cultwijndomein Screaming Eagle. Hij kocht 80 procent van een van de historische wijndomeinen van Bourgogne, Bonneau du Martray. Dat heeft 11 hectare van twee grand-cruwijngaarden in bezit: Corton en Corton-Charlemagne. Enkele jaren eerder kocht de Amerikaan Michael Baum, een van de topfiguren uit Silicon Valley, het Château de Pommard.

Picture of the château Les Carmes Haut-Brion taken on March 6, 2014 in Bordeaux. AFP PHOTO JEAN-PIERRE MULLER (Photo credit should read JEAN-PIERRE MULLER/AFP via Getty Images) © AFP via Getty Images

87 miljoen euro per hectare

Door die rijke investeerders rijzen de grondprijzen, en dus ook de prijzen van de wijn, de pan uit. Bovendien maken de hoge Franse successierechten het voor wijnbouwers vrijwel onmogelijk hun domein door te geven aan de volgende generatie. Als er dan een ­spectaculair hoog bod komt, is de verleiding vaak niet te weerstaan.

De duurste overname in de wijnwereld tot nu toe gebeurde in 2018. Toen kwam een van de beroemdste wijndomeinen ter wereld, Petrus uit Pomerol, eigendom van de Franse familie Moueix, deels in handen van de Boliviaanse miljardair Alejandro Santo Domingo. Die betaalde een fabelachtige prijs: 200 miljoen euro voor 20 procent van een domein met 11,4 hectare wijngaard. Dat waardeert Petrus op 1 miljard euro, en één hectare wijngaard op 87 miljoen. Dat is nooit gezien. Volgens een studie van BNP Paribas bedroeg de prijs van één ­hectare wijngaard in Pomerol op dat ogenblik 3,6 miljoen euro.

Waarom betaalde Santo Domingo dan toch ­zoveel boven die prijs? Omdat Petrus niet ­alleen een wijngaard is, maar ook een legendarisch wereldmerk. De overname werd in stilte geregeld, omdat men (zoals indertijd bij Jack Ma) een interventie van de Franse politiek vreesde. In Frankrijk vroeg men zich af of dit slechts een eerste stap was naar een totale overname. Maar de familie Moueix verzekerde dat “het de bedoeling van beide families is ­samen te werken aan de verdere ontwikkeling van Petrus”. Pikant detail: Alejandro Santo ­Domingo is gehuwd met Lady Charlotte ­Wellesley, een afstammelinge van de hertog van Wellington, die de Franse keizer Napoleon overwon in Waterloo. Wordt dit ook een ­nederlaag van Frankrijk in de strijd om het ­behoud van zijn wijnpatrimonium? Het zal ­alvast niet de laatste verkoop zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content