‘We moeten een nieuw beeld van België uitdragen’
“Ik zei dat ik heel veel wou veranderen en dat vonden ze prima.” Anaïs Sandra Carion (31) is de nieuwe directrice van het MAD, het Brusselse kennisplatform voor mode en design, dat zich afficheert als ‘Home of Creators’.
In het leven van Anaïs Sandra Carion, de nieuwe directrice van MAD Brussels, vallen design en mode op natuurlijke wijze samen. “Mijn ouders zijn beiden binnenhuisarchitecten, mijn vader gaf dertig jaar les in de materie, ik groeide op tussen de designmagazines. Ineens verhuisden we naar Italië. Via mijn ouders vatte ik een grote liefde voor Italië op en een passie voor mode – in Italië een zaak van levensbelang. Ik trok even naar de Accademia del Lusso, een modeschool in Milaan, maar keerde naar Brussel terug en studeerde communicatiewetenschappen aan de ESCG. Na de studies werkte ik drie jaar als freelancejournalist en correspondent voor België voor Designspeaking, een Italiaans architectuur- en designplatform. Best grappig, mijn vader en ik ontmoetten elkaar op dezelfde events, ik interviewde daar zijn oud-studenten. Toch schakelde ik weer over naar mode. Bij Hermès legde ik een traject van acht jaar af als area communication manager voor Noorwegen, Zweden, Nederland en Luxemburg. Dus, mode of design? Ik woonde zowel mode- als designevents bij, van de Fashion Week in Parijs tot het Salone del Mobile in Milaan.”
Mode en design versterken elkaar, we verlaten die opdeling meer en meer
Het perfecte profiel voor MAD. Hoe pikten ze je op?
ANAÏS SANDRA CARION. “Pascale Delcor, ex-directrice communicatie bij Hermès, zei dat ze iemand zochten bij MAD. Of dat me niet interesseerde, vroeg ze. Mijn antwoord: op voorwaarde dat ze daar bereid zijn om te veranderen.”
Wat wil je veranderen? De missie?
CARION. “Die wil ik net versterken. We inspire, we connect, we guide. In de nieuwe strategie wil ik het accent wel meer leggen op we connect. Op de businesskant.”
Men heeft jou geselecteerd, dus men ging daarin mee.
CARION. “Het selectiecomité was half privé, half overheid. Ze stelden geen vragen over mezelf – nee, ik zat amper neer of ze wilden dat ik mijn strategie presenteerde. Naarmate ik dat deed, knikten de hoofden goedkeurend. Wat ik zei, was precies wat ze wilden horen.”
En dat is?
CARION. “Goed luisteren naar de wensen van de creatieve mensen die zich tot ons wenden. Iemand uit de modesector zegt wellicht: ‘Ik wil een eigen bedrijfje beginnen, hoe doe ik dat, hoe zorg ik ervoor dat men mij kent, wat doe ik aan mijn communicatie, hoe geraak ik op internationale events?’ De vraag van een designer is meer genre: ‘Ik wil projecten doen of collecties maken voor een bedrijf, kunnen jullie me in verbinding brengen met bedrijven.’ MAD wordt het Brusselse centrum voor mode en design waar iemand een baan vindt omdat we hem connecteren met een platform of een website met jobaanbiedingen. En we willen de Belgische aanwezigheid in het buitenland versterken. Netwerken: contacten leggen, bruggen bouwen tussen creatieve mensen en de bedrijfswereld.”
Jij brengt natuurlijk je verleden mee.
CARION. “Ik maakte het kinderatelier van de Hermès Fondation in La Verrière mee – een van de mooiste en meest emotionele momenten van mijn carrière: hoe die kinderen wat ze zagen, vertaalden in kunst. Die ervaring inspireert me om de toegankelijkheid van het MAD te verhogen. En ik heb met veel kunstenaars en designers samengewerkt – voor een vitrine of een scenografie of gewoon om hen te begeleiden. Dat je hen kan helpen te groeien, tot en met internationale erkenning – dat is magnifiek. Al die connecties zet ik nu in voor het MAD.”
Wat verbindt mode en design?
CARION. “De macrotendensen in design keren als micro-tendensen terug in mode: een toepassing met kleur, materiaal… Nu, de grenzen tussen de creatieve disciplines vervagen. Kunst, fotografie, muziek, mode, design, tekst, alles vloeit in elkaar over. Creatieve mensen worden polyvalenter. Of ze stappen van de ene discipline over naar de andere. Zoals Raf Simons die als industrieel designer voor mode koos. De architect Michael Guérisse O’Leary creëerde een maroquineriecollectie. Ook Kana Arioka, een kunstenares die nu in het MAD resideert, is architect van opleiding maar drukt zich in textiel en design uit met op haar Japanse origine geïnspireerde plooien. De opleidingen en workshops van het MAD brengen mode en design dichter bij elkaar. En al zeker als we een-op-eencontacten organiseren. Die spitsen zich vaak toe op wat creatieve mensen echt nodig hebben: een businessplan, communicatie, een onderzoek naar een innovatief materiaal. Mode en design versterken elkaar, we verlaten die opdeling meer en meer.”
Zowel voor design als voor mode geniet België internationaal aanzien. Hoe komt dat?
CARION. “Ik heb daar gemengde gevoelens over. Vanuit mijn ervaringen is het mijn standpunt dat de positieve connotaties voor de Belgische mode berusten op verwezenlijkingen uit het verleden. De Antwerpse Zes, vooral. Daar is niks mis mee, maar we moeten er wel voor zorgen dat ze over vijf of tien jaar nóg over België spreken. Er zijn nog wel Belgen bekend in het buitenland, maar ze zijn minder belangrijk geworden. We moeten meer over het heden communiceren, we moeten een nieuw beeld van België uitdragen. Mijn Italiaanse kant speelt wellicht op, maar ik vind Belgen vaak te bescheiden. Daar ligt een rol voor het MAD: onze mensen beter bekend maken in het buitenland. Voor het Belgische design moeten we durven toe te geven dat we nooit echte pioniers zijn geweest. Tegenwoordig geven Nederland en Denemarken de toon aan. We hebben goede Belgische designers en een zekere aanwezigheid in het buitenland. Die moeten we versterken en we hebben daar het creatieve talent voor. Het DNA van België en Brussel kan ons daarbij helpen.”
Belgen zijn vaak te bescheiden, daar ligt een rol voor MAD
Wat is dat DNA dan?
CARION. “Er komen in Brussel zo’n honderd nationaliteiten samen. Die multiculturaliteit is onze troef. Brussel bevindt zich op het kruispunt van veel Europese steden. In geografisch opzicht bekleden we een toppositie, we zijn letterlijk goed geplaatst. De Europese Unie heeft ons versterkt, de politieke wereld is hier. Onze transsportsystemen zijn daarop ingesteld. Brussel is zeer bereikbaar. Creatieve mensen, zowel in de mode als in design, willen zich informeren, willen visualiseren. Brussel blijft voor mij hét platform van kunst voor Europa. Ze kunnen hier wonen en een studio hebben, de huurprijzen zijn nog schikkelijk. En er zijn veel kopers van kunst: musea, galerieën, kunstverzamelaars…”
Maar als je onder zoveel invloeden wordt bedolven, wat hou je dan nog over van jezelf?
CARION. “Belgen en Brusselaars stellen zich open voor invloeden van buitenaf, maar verloochenen nooit hun eigen aard. Ze behouden een stuk authenticiteit. Die Belgische humor. Dat surrealistische kantje. Die mix van eigen aard en invloeden van buitenaf die ze absorberen, maakt Belgen uniek.”
Hoe speelt de tijdsgeest in op mode en design?
CARION. “Geopolitiek oefent een grote invloed uit. Een schoolvoorbeeld vind ik Coco Chanel die begreep hoe vrouwen zich wilden kleden toen ze begonnen te werken.”
Welke invloeden en trends onderscheid je nu in mode en design?
CARION. “Duurzaamheid is een belangrijke trend. Ecodesign, nieuwe materialen. De timing van de seizoenen dirigeert nog te veel de modecollecties. Dat veroorzaakt productiedruk en remt de creativiteit af. En elk seizoen een nieuwe collectie is niet duurzaam. Vandaar de opmars van vintage en tweedehands. Anneleen Bertels is momenteel in residentie in de MAD Incubator. Ze camoufleert fouten of sleet op kleren met juwelen. Er wordt nagedacht over het creatieproces vóór de productie (hoe produceren, welke materialen, vanwaar afkomstig) en over het leven van een product na de verkoop: hoe kunnen we het recupereren en recycleren?
We zijn kleine spelers, we kunnen slechts kleine passen zetten en het is belangrijk dat we dat doen. De grote actoren moeten het voorbeeld geven en de veranderingen sturen. Een H&M dat als eerste de functie van sustainability manager in het leven roept en conscious collections uitbrengt, dat zet zaken in beweging. Of luxemerken als Hermès en Kering die investeren in start-ups.”
Wat doet de oorlog met mode en design?
CARION. “Influencers speelden een grote rol in de steun voor Oekraïne. De opbrengst van hun collecties ging naar Oekraïne, ze organiseerden kledingtransporten, maakten promotie voor Oekraïense collecties. Ik heb nog nooit zoveel Oekraïense merken ontdekt als in 2022.”
De oorlog dreigt een economische crisis te veroorzaken.
CARION. “Alles verandert, we leven in een volatiele wereld, zonder zekerheden. Daarom moet MAD jonge ontwerpers ondersteunen. We organiseren dit jaar drie masterclasses: how to set the right price for your product?”
Wat zijn je favoriete merken in mode en design?
CARION. “Haider Ackermann en Natan voor mode, maar stel me die vraag volgend jaar opnieuw en je krijgt heel andere antwoorden. En voor design: Patricia Urquiola, Ross Lovegrove en, opkomend in België, Studio Biskt en Joachim Froment.”
Wie is Anaïs Sandra Carion
– studeerde een jaartje aan de Accademia des Lusso, Milaan
– behaalde in 2015 een bachelor communicatiewetenschappen aan ESCG Brussel
– studeerde nadien nog marketing digital & web aan ICHEC Brussels Management School
– werkte als journalist voor het Italiaanse ‘Designspeaking’
– was tot voor kort area communication manager bij Hermès voor Zweden, Noorwegen, Nederland, Luxemburg
– ging vorige maand aan de slag als managing director MAD, Home Of Creators
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier