Het Belgische buitenmeubel scoort goed: waar komt die populariteit vandaan?

Belgische buitenmeubel
Mazu

Het Belgische outdoorgebeuren beleeft gouden tijden. Maar waar heeft ons buitenmeubel die populariteit aan te danken? De belangrijkste spelers aan het woord.

Zelf wist ik het ook niet, maar in de Villa Medici in Rome huist sinds 1803 l’Académie Française, de promotietool van de Franse taal wereldwijd. Het domein is de voorbije jaren compleet gerenoveerd en wordt deze zomer weer opengesteld voor het grote publiek. Onder de noemer Reenchanting Villa Medici is de voorbije jaren grondig gewerkt aan diverse gastenkamers maar ook aan de tuin. Die werd heraangelegd door de Belgische landschapsarchitect Bas Smets – niet toevallig ook de man die de omgeving rond de heropgebouwde Notre-Dame in Parijs hertekende. En niemand minder dan (ook al onze) Muller Van Severen ontwikkelde de meubellijn Cosimo de’ Medici, een door het Franse Tectona geproduceerde collectie van tafels, stoelen en ligstoelen om de citrustuin van de villa mee op te leuken. Muller Van Severen, het merk van partners in werk en leven Fien Muller en Hannes Van Severen, duikt de voorbije jaren zowat overal op – recent zelfs in de galerie van Tim Van Laere in Antwerpen – dit keer dus in Rome, voor opvallend buitenmeubilair.

‘We willen op de dagen dat het echt heerlijk weer is absoluut genieten’
Muller Van Severen voor Tectona

Het gelauwerde duo is geregeld te gast in een internationale context. Dat is eveneens het geval voor talloze andere Belgische designers én fabrikanten die zich de voorbije jaren internationaal laten opvallen. In een persbericht van Fedustria (de nationale belangenvereniging voor Belgische fabrikanten) werd naar aanleiding van de recentste editie van Salone del Mobile in Milaan een pak Belgische merken genoemd die hun opwachting maakten tijdens de vermaarde designweek. Even de outdoorspecialisten uit dat gezelschap opsommen: Atelier Vierkant, Ethnicraft, Extremis, Gommaire, Jati Kebon, Joli, Manutti, Mazu, Morpho by Tomorrowland, Muundo, Renson Outdoor, Royal Botania, Umbrosa en Vincent Sheppard. Stuk voor stuk werden ze vaste waarden op de beurs in Milaan genoemd en – we citeren – “ze dragen bij aan de sterke internationale uitstraling van Belgisch design”. De meeste van die merken zetten zwaar in op outdoormeubilair of gaan sinds hun start voluit voor de buitenbeleving. Ook op de beurs Maison & Objet (dat twee keer per jaar plaats vindt in Parijs) eenzelfde aanwezigheid van Belgische fabrikanten en designers. Het deed een standhouder begin dit jaar zelfs opmerken: “Neem de Belgen weg en je hebt geen beurs meer.” Hij had een punt.

Ethnicraft

Hoe het begon

Sommige spelers in de meubelbranche hebben de voorbije jaren heel erg ingezet op buitenmeubelen, als tweede spoor naast hun indooraanbod. Zo pakt Joli tegenwoordig uit met loungezetels en tafels voor het buitenterras, terwijl hun expertise vroeger vooral op keramiektafels voor de leefruimte binnen lag. Ook Castle Line is naar buiten getrokken met imposante loungecombinaties die zelfs het guurste Belgische herfstweer kunnen doorstaan. Toch valt op dat heel wat Belgische designlabels van bij de start resoluut voor outdoor gekozen hebben. Voorbeelden legio. Dirk Wynants startte zijn bedrijf Extremis en durfde het aan om heel aparte outdooraccenten te leggen. Recent nog toonde hij in Milaan zijn laatste nieuwigheid: de Cabrio. Een geestig design dat doet denken aan de rups op de kermis, maar evengoed aan hoe dames van stand zich vroeger vanuit het zand naar de branding aan zee begaven. Royal Botania startte met buitentafels en loungechairs in teak die ze importeerden uit Indonesië.

Manutti

Net als bij die andere Belgische labels Ethnicraft, Manutti en Tribù worden de beginjaren getekend door een ongelooflijke goesting om te ondernemen. Een bekend Belgisch label als Vincent Sheppard vond in de beginperiode van oorsprong Britse outdoorzeteltjes met een apart rotanframe, overtrokken met een weefsel uit gevlochten kraftpapier – de naam Lloyd Loom kan een belletje doen rinkelen. Nadien schakelde het resoluut over op eigen productie in Indonesië. Voor het gros van de Belgische outdoorfabrikanten begon het verhaal met dat soort import-export. Maar vrij snel merkten ze dat er meer kon. Kwestie van zich te onderscheiden van andere spelers. Ze opteerden voor eigen ontwikkelingen, en werkten samen met (vaak externe) designers die heel interessante ontwerpen creëerden, die gerealiseerd werden in datzelfde Verre Oosten. We spreken van de jaren 1990 en de Belgische maakindustrie maakte op dat moment al moeilijke tijden door – met dank aan de forse Belgische loonkosten.

Belgische buitenmeubel van Royal Botania
Morhpo

Coronacocon

We spoelen even door naar de coronaperiode. De burger mocht thuis geen volk meer ontvangen, winkels en restaurants gingen op slot, en reizen werden geannuleerd. Maar plots ontstond een ongelooflijke behoefte om de eigen tuin en het terras een nieuwe invulling te geven. Cocoonen was ooit een woord voor de herwaardering van de living, anno 2020 stonden vooral de tuin en het terras centraal, en de winkelier die daarop inspeelde – online dus of in de periodes dat de fysieke winkel wel weer open mocht – kon de vraag nauwelijks bijhouden. Alle accessoires voor het goede buitenleven, denk tafels en stoelen, loungechairs en parasols, buitentapijten en barbecues, vlogen de deur uit. Sindsdien is buitenbeleving het nieuwe codewoord. Ook al regent het in onze contreien gewoonlijk meer dan in pakweg Miami of Ibiza. Dirk Wynants van Extremis formuleert het zo: “Vergelijk outdoor met het fenomeen van de cabrio. Dat soort ‘convertible’ auto verkoopt het best in Groot-Brittannië, het land waar de meeste regenval genoteerd wordt. Misschien dat we daarom zoveel buitenmeubilair verkopen in België. We willen op de dagen dat het echt heerlijk weer is absoluut genieten.”

Op de vraag waarom Belgisch buitenmeubilair zo succesvol is, komen veel antwoorden. Alles staat en valt met kwaliteit, vakmanschap, goed design, uitstekende service, juiste prijs. Er is ook zoiets als sfeer mee gemoeid. Goed voorbeeld is de recente lancering van Morpho, een gloednieuw designproject van Tomorrowland dat ontworpen is door architect Dieter Vander Velpen en gerealiseerd wordt in de eigen ateliers van Ethnicraft in het Verre Oosten. ‘Morpho is supergoed onthaald in Milaan door zowel pers als buyers’, zegt Stefan Dusart, global sales en marketingdirecteur bij Ethnicraft, de man ook die Morpho mee lanceerde op Salone del Mobile. ‘Morpho is een heus verhaal, zoals Tomorrowland dat ook is. Mooi design is de basis. De kwaliteit komt erbovenop. De collectie zal in de zomermaanden op diverse plekken opduiken, uiteraard in de backstage van Tomorrowland, maar evengoed in een pop-up in Knokke bij RR Interieur, in een topwinkel in Ibiza en in winkels in Griekenland en zelfs IJsland. Vroeger was outdoor een seizoensproduct, vandaag verkopen we die buitenbeleving het hele jaar door. En dat geldt ook voor Ethnicraft.’

Internationaal succes

“De Belg houdt van zijn huis en zijn tuin”, zegt Pieter Van Puyvelde, marketingmanager van Royal Botania uit Wommelgem, en ook de zoon van de oprichter Kris Van Puyvelde. “Er gaat een heel groot budget naar de aankleding van het huis en dat maakt dat we in eigen land al jaren goed scoren.” Het bedrijf levert intussen aan 65 landen en groeit daardoor langzaam maar zeker, met producten die in de eigen ateliers ten zuiden van Bangkok gerealiseerd worden. Recent werd zelfs een nieuw hoofdkwartier geopend, The Glass House. Een plek waar architecten en winkeliers, maar ook de eindklanten alle collecties te zien krijgen in een unieke setting.

“Innovatie en kwaliteit zijn zeker twee belangrijke pijlers in ons bedrijf”, zegt Pieter Van Puyvelde. “We hebben bestsellers die we in de collectie houden, maar ook nieuwigheden die we internationaal lanceren, op beurzen als Salone in Milaan. Daar hebben we trouwens onze nieuwste parasol gelanceerd, Anamon. Die is daar duizenden keren open en dicht gegaan. De beste stresstest ooit.” Hij voegt er nog aan toe dat ook de prijs belangrijk blijft. “Onze meubelen zijn niet goedkoop, maar hebben wel de juiste prijs. Mijn vader kreeg het van zijn vader mee: ‘Ik ben niet rijk genoeg om goedkoop te kopen.’ Wat wij maken, gaat lang mee.”

Royal Botania

Mathieu Delaey, de CEO van Domani, ziet ook verschillende redenen voor het succes van het Belgische buitenmeubel. Jarenlang runde hij samen met de broers en eigenaars De Cock het Limburgse outdoormerk Tribù, dat helemaal aan het uiteinde zit van het luxesegment en wereldwijd tophotels en luxeresidenties voorziet van outdoormeubilair. Tribù kocht recent Domani, dat net als Atelier Vierkant, hoog scoort op het domein van planters, potten voor het terras en de tuin. “We zitten in een nichepositie en doen aan zeer selectieve distributie”, zegt Mathieu Delaey. “Via contacten met toparchitecten en de beste professionals in de branche komen onze collecties in de mooiste omgevingen terecht. Waar ligt het succes verder aan? We stralen tijdloze kwaliteit uit, maar ook betrouwbaarheid. In dit marktsegment zijn we pionier geweest en de markt erkent Tribù daarvoor. Bovendien zijn we hier niet zomaar al jaren dozen aan het verschuiven. Het gaat ook om service.”

Minder waard

Belgische buitenmeubel van Royal Botania
Royal Botania

De meeste outdoorspelers hebben, net als Tribù, een brede afzetmarkt. Ze verkopen via (inter)nationale winkeliers maar ook steeds meer via architecten en projectontwikkelaars. Vaak zijn zij het die mee de meubels kiezen voor een nieuw huis, hotel of restaurant. Ik vergeet nooit hoe verrast ik jaren terug was toen ik in New York aan kwam bij The Standard Hotel in het Meatpacking District en daar op het terras verschillende versies van Extremis’ Picnic-tafel zag. In felgeel nog wel. Kan het zijn dat het atypische design doorslaggevend was? Allicht wel, volgens Dirk Wynants, de grote baas bij Extremis: “Jezelf niet te serieus nemen is een goede zaak.” Hij duidt ook op het vinden van oplossingen in plaats van het zoeken naar de perfecte vorm. “Het probleem van een outdoorproduct is ook dat het altijd minder waard zal zijn dan een indoormeubel omdat het buiten staat en dus aan weer en wind onderhevig is. Dat betekent dat de materialen die je voor zo’n buitenmeubel moet gebruiken veel meer kosten. Het is dus nodig goed te rekenen en te tellen. En oplossingen te zoeken voor problemen. Dat is wat een goed designer moet doen.”

Belgisch en bescheiden

Belgische buitenmeubel van Royal Botania
Royal Botania

Dirk Wynants relativeert het succes van het Belgische buitenmeubel wel en stelt meteen de tegenvraag: “Is dat succes er wel?” Het klopt dat eindklanten door de economische situatie en de geopolitiek van vandaag iets meer de vinger op de knip houden, maar in het luxesegment speelt dat veel minder, en net daar zit het gros van de Belgische outdoormeubelfabrikanten. Dat weten ze heel goed bij NOA outdoor living, het ronduit spectaculaire buitengebeuren in Kruisem, dat in 2019 gelanceerd werd door Renson, de wereldwijd gerenommeerde fabrikant van overkappingen en poolhouses.

Wie NOA bezoekt, kan er binnenkijken in twaalf tuinpaviljoenen die aangekleed zijn met objecten van meer dan dertig fabrikanten uit het outdoorsegment. Het gros van die producten is Belgisch. En steengoed. Dat zegt Hilde Baekelandt, commercieel en conceptmanager van NOA. “Je kunt gewoonweg niet buiten de Belgen. Toen we op zoek gingen naar partners, waren de parameters duidelijk: we wilden merken met een hedendaags design en een luxe-uitstraling. Heel wat Belgische outdoorspelers voldeden perfect aan die criteria. Vandaag staat Belgisch design aan de top in outdoor, maar we beseffen het te weinig. In ons DNA zit kwaliteit, service en duurzaamheid. In de designwereld kent iedereen ons, terwijl het vroeger allemaal draaide om Italiaans en Scandinavisch design. Wij mogen overal aankloppen en krijgen kansen. Dat we dat zelf niet direct beseffen, is misschien ook onderdeel van ons succes” (lacht).

Meer lezen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content