Verborgen in het hart van Triëst ligt Villa Solfina — een herenhuis vol geschiedenis, herontdekt en verfijnd door de architect Mariano Zanon en zijn vrouw Angela Prompavat. Dit is waar buiten, binnen wordt.
Licht heuvelopwaarts, verscholen aan het einde van een van de vele steegjes in het eclectische hart van Triëst, ligt Villa Solfina – een plek waar de authentieke sfeer van Midden-Europa nog goed voelbaar is. De adellijke villa weerspiegelt de grandeur van de Friuliaanse hoofdstad in haar meest bloeiende tijd: onder het Oostenrijks-Hongaarse Rijk.


Gebouwd in 1860 als woning voor een chocolatier, kent de villa een rijke geschiedenis: overgenomen door een reder, daarna jarenlang de officiële residentie van het Zwitserse consulaat tot 1977. Vervolgens werd het opgesplitst in verschillende units — en juist dat leidde tot de ontdekking door architect Mariano Zanon en zijn vrouw Angela Prompavat, een onderneemster in de horecawereld.

Het was liefde op het eerste gezicht toen ze online enkele foto’s van het pand zagen — waarna de makelaar plots verdween. Vastbesloten gingen ze het gebied rond het beroemde Rossetti-theater straat voor straat af. “Het was bijna een hofmakerij”, herinnert Zanon zich, “de eigenaar twijfelde aan de verkoop.” Toch slaagden ze erin in 2016 het laatste intacte deel van de villa te verwerven, inclusief de wintertuin (nu een lichte leefruimte) en de voormalige muziekkamer (nu een serene slaapkamer met een grote spiegel).

Authentieke grandeur, zorgvuldig hersteld
De restauratie was allesbehalve eenvoudig. Decoratieve elementen uit de Oostenrijks-Hongaarse tijd vroegen uitzonderlijke zorg: ambachtslieden met zeldzame vaardigheden werden ingeschakeld — een mozaïekkunstenaar, een schrijnwerker, een stukadoor, een decoratiespecialist en een smid voor het oude raamwerk van de wintertuin. Zelfs de installaties werden ondergronds weggewerkt om muren, vloeren en plafonds niet te beschadigen.


Binnen is de inrichting sober maar verfijnd: elke ruimte ademt rust, met doelbewust gekozen stukken en planten die de schoonheid van het huis respecteren. In de slaapkamer scheidt een gordijn aan een elliptisch frame de slaapzone van een zitgedeelte. Er is geen televisie — boeken en gesprekken krijgen hier de hoofdrol. De voormalige fonteinruimte werd een moderne keuken, perfect om gasten te ontvangen aan de royale eettafel.
Hoewel hun hoofdverblijf in het Venetiaanse Roncade ligt, komt het koppel om de twee weken naar Triëst, en nog vaker tijdens de zomermaanden. Villa Solfina is hun tweede thuis, een plek vol herinneringen aan de grandeur van weleer — elegante bals, diplomatieke ontvangsten, een tijdloze charme die vandaag voortleeft.
