Architecte Julie Palma Engels: ‘Mijn handelsmerk is meer dan een opsomming van ­visuele elementen’

In De Architectura ontrafelde de Romeinse bouwmeester Vitruvius het geheim voor goede architectuur: stevigheid, bruikbaarheid en schoonheid. Als het van de Belgische architecte Julie Palma Engels (46) afhangt, gelden die regels nog steeds, al giet ze er graag een TikToksausje over.

Sint-Genesius-Rode ontwaakt. Alle stress van de hoofdstad landt zacht tussen de heuvels en de residentiële villa’s. Hier woont en werkt architecte Julie Palma Engels. Ze toverde een jarendertigwoning om tot uitvalsbasis voor haar bureau Studio P Architects. Terwijl haar medewerkers binnensijpelen voor een nieuwe werkdag, vlijt een grijze kat zich neer op de houten vleugel in de majestueuze inkomhal. We zetten ons in het salon, een zee van licht en ruimte gecombineerd met een ultieme mix van design-objecten, natuurlijke ­materialen en kleuren.

“De liefde voor architectuur komt van mijn moeder. Ze friste regelmatig ons interieur op en ik herinner me dat ik als achtjarige ook graag alle meubels verplaatste in mijn slaapkamer. Mijn ouders wonen nog steeds in hetzelfde huis twee straten verder. Als je me tien jaar geleden verteld had dat ik hier zou belanden, zou ik dat nooit ­geloofd hebben.”

Ik herinner me dat ik als ­achtjarige graag alle meubels ­verplaatste in mijn slaapkamer

Van Brussel naar Chicago

Haar studies interieurvormgeving aan de Brusselse Academie voor Schone Kunsten brak ze na zes maanden af door een discussie met een docent. “Ik was achttien en wilde vooral eerst de wereld ontdekken. Ik leefde in Spanje, bezocht Japan en Australië en woonde een tijdje in Londen om mijn Engels bij te schaven. Daar kreeg ik de raad van een vriendin om architectuur te studeren aan het Henry van de Velde Instituut in Antwerpen. Zes jaar later had ik mijn diploma op zak en mocht ik starten bij Skidmore, Owings & Merrill, een Amerikaans architectenbureau dat toen volop bezig was met de bouw van de Burj Khalifa in Dubai. Zelf werkte ik mee aan de opstartfase van de nieuwe NAVO-zetel in Brussel. Door mijn talenkennis bleek ik de perfecte liaison te zijn tussen hun kantoren in New York, Chicago en Londen. Het was een enorme opportuniteit en de ideale springplank om nadien carrière te maken bij hetzelfde bedrijf. Twee jaar later kreeg ik een functie in Londen waar ik mijn man Joe – ook een architect – leerde kennen en samen trokken we vervolgens naar Chicago. Werken voor een grote firma betekent helaas dat je perfect vervangbaar bent. Met de ­financiële crisis van 2008 kwam er een einde aan mijn contract.”

Interieurbeeld Cafeine

American versus Belgian way

In 2011 startte Julie Palma Engels haar eigen bureau Studio P en ­specialiseerde ze zich in het bouwen van exclusieve woningen, volledig ­afgewerkt, van architectuur tot ­interieur. “Het was een instinctieve beslissing. Mijn eerste project was het ontwerpen van het huis voor mijn zus in België. Toen mijn man in 2015 moest werken in Londen, vonden we niet meteen een geschikte school voor de kinderen en zijn we uiteindelijk opnieuw hier terechtgekomen.” Samen met haar gezin verhuisde ook het American Workism mee naar Sint-Genesius-Rode, een enorme werklust die aan de basis ligt van de American Dream. “Amerikanen zijn veel meer gedreven door succes. In België gaat alles trager en zijn mensen relaxed.” Julie leidt vandaag een team van zes mensen en daar zou ze het graag bij houden. “Het is fijn om een ‘boetiek-firma’ te zijn en het aantal projecten overzichtelijk te houden. Ik wil alles persoonlijk opvolgen en zit bovenop alle details en afwerking. Met een groter team wordt het moeilijker om mijn visie over te brengen.”

Interieurbeeld Cafeine

Orkestleider

Het jarendertighuis dat Julie Palma Engels in alle glorie herstelde, ­illustreert niet meteen haar mini­malistische stijl. “Mijn handelsmerk is meer dan een opsomming van ­visuele elementen. Het gaat eerder over principes. Ik hou van licht en perspectieven. Een raam moet voor mij een soort frame zijn. Als je in een ruimte komt, moet er één bepaald ­aspect in het oog springen. Je kunt niet naar twintig dingen tegelijk ­kijken. Daarom vind ik het werk van Louis Kahn prachtig. Hij werkte met beton en adembenemende ­perspectieven; ook Bauhausarchitect Mies van der Rohe past in mijn rijtje helden. Vandaag kijk ik op naar ­Norman Foster die de Millennium Bridge ontwierp en Jeanne Gang, één van de weinige vrouwelijke ­architecten die torens bouwt. Wat al deze architecten verbindt, is dat ze voor elk project een ander design ontwikkelen en nooit hetzelfde doen. Dat geldt ook voor Studio P. Je zal onze ontwerpen herkennen door de typische perspectieven, de lichte ruimtes en de natuurlijke materialen, maar onze huizen ­kopiëren doen we niet. Elke klant heeft recht op een unieke woning. Als iemand een hekel heeft aan ­marmer en een voorkeur heeft voor het synthetische Corian, moet je daar rekening mee houden. Tegelijk moet je ook wel een beetje sturen en gidsen als een orkestleider. Het proces om tot een mooi eindresultaat te komen, is zoals de communicatie binnen een relatie. Je moet durven zeggen waar het op staat.”

Vitruvius revisited

Stevigheid, bruikbaarheid en schoonheid, de drie fundamentele componenten voor een perfect bouwwerk volgens Vitruvius zijn nog steeds ­actueel volgens Engels. “Schoonheid is subjectief; voor elke architect is er een klant, zelfs voor degene zonder designtalent. Het is gewoon een ­kwestie van smaak. De functionaliteit van een gebouw vind ik de absolute ­basis. Dat vertel ik ook op mijn TikTok-­account. Als architect zijn we niet ­enkel artistiek en kunnen we niet zoals een schilder gewoon onze zin doen. We moeten rekening houden met de wensen van de klanten en met de ­leefbaarheid van een woning. Als je ­Vitruvius’ principe stevigheid vandaag interpreteert, dan denk ik vooral aan duurzaamheid. Ik wil geen huizen bouwen die trendy zijn, maar die wel de tand des tijds doorstaan, met een ­fijne afwerking. Als je iets fout afwerkt, gaat het design ook niet lang mee. Je kunt je interieur om de vijftien jaar veranderen, maar de buitenkant van een gebouw moet veel langer meegaan.”

julie palma engels
Interieurbeeld Cafeine

TikTok

Dat Julie Palma Engels niet op haar mondje gevallen is, toont ze sinds ­enkele jaren op TikTok, waar ze haar ervaringen en wijsheden deelt. “Er is een enorme kloof tussen wat je leert op school en de realiteit. Twintig jaar geleden al ging alle aandacht naar ­design en werd er amper gesproken over de zakelijke kant van de job. Om die leemte te vullen startte ik tijdens covid met een account op Clubhouse, een socialmediaplatform waar ik sprak over onderwerpen zoals het ­managen van projecten of het opstellen van contracten. Na de pandemie in september 2022 viel die Clubhouse-­hype een beetje weg en schakelde ik over naar TikTok. Ik mik vooral op een jong publiek, want ik wil dat ze goed nadenken voor ze aan de studies beginnen. Het is echt een missie. Veel jonge mensen weten niet waar ze terechtkunnen als ze met vragen zitten. Er is nood aan een gemeenschap en communicatie. Op dit ­moment werken we trouwens volop aan een nieuw platform Open Book Architects, waar jonge talenten ook informatie kunnen uitwisselen. Ik pretendeer natuurlijk niet alles te ­weten. Collega’s van me zullen ­misschien een heel andere aanpak hebben, het blijft een open discussie.”

Op dit moment heeft Julie 20.000 ­volgers op TikTok. “Mijn dochters van 13 en 11 vinden het allemaal ­geweldig. Mijn oudste dochter heeft trouwens veel meer volgers dan ik. Mijn jongste geeft soms commentaar op sommige gevels als we in Brussel rondrijden, ‘wat een lelijk gebouw mama!’ Ik vraag haar dan om te ­zoeken naar iets wat ze toch mooi vindt. Dat is een goede oefening. Als je negatief ingesteld bent, kan je beter stoppen met architectuur, want je moet de ganse dag problemen oplossen. Jonge mensen denken dat een architect alleen maar tekent en koffiedrinkt – ik denk dat het goed is dat dat beeld stilaan wordt bijgesteld. ”

studioparchitects.com

TikTok @JuliePalmaEngels

Lees meer

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content