De voorbije tien jaar schakelden bedrijven massaal over op publieke netwerken en clouddiensten. Connectiviteit werd schaalbaar, applicaties verplaatsbaar, data overal toegankelijk. Maar die efficiëntie bracht ook nieuwe afhankelijkheden met zich mee: gedeelde infrastructuur, onzichtbare tussenpartijen en een steeds complexer ecosysteem.
Vandaag zien we de slinger terugzwaaien. Private netwerken, vaak uitgerold op dedicated fiber, winnen opnieuw terrein. In een geopolitiek onstabiele context en onder strengere regelgeving herontdekken organisaties het belang van controle over hun digitale fundament.
De shift naar publieke netwerken en cloudoplossingen was logisch: snelheid, kostenefficiëntie, wendbaarheid. Maar het evenwicht is zoekgeraakt. Zeker in sectoren waar datastromen gevoelig of kritiek zijn, zoals gezondheidszorg, energie, industrie of financiële dienstverlening, volstaan bereikbaarheid en snelheid niet langer.
De kernvraag is verschoven: niet “hoe snel ben ik verbonden?”, maar “hoe stabiel, voorspelbaar en veilig is mijn verbinding als het er echt toe doet?”

Privaat als nieuwe standaard
Wat begon als een tijdelijke bypass – een private lijn hier, een datacenterkoppeling daar – groeit uit tot een structurele heroriëntatie. Bedrijven herontdekken het strategisch belang van eigen infrastructuur. Niet alleen voor security, maar ook voor performantie, compliance en innovatie.
Private netwerken bieden voorspelbaarheid, schaalbaarheid en controle. Zeker wanneer gebouwd op dedicated fiber: een exclusieve, fysieke infrastructuur met eigen routes, gescheiden paden en gegarandeerde capaciteit. Waar publieke netwerken bandbreedte delen en routing uit handen geven, laat dedicated fiber toe om de netwerkarchitectuur perfect af te stemmen op interne noden: van real-time verwerking tot gegarandeerde uptime.
Geopolitiek als trendversneller
Geopolitieke spanningen versnellen deze beweging. Van onderzeese kabels tot buitenlandse cloudproviders: digitale infrastructuur is niet immuun voor internationale machtsverhoudingen. Europese bedrijven en overheden worden steeds gevoeliger voor digitale soevereiniteit: controle over data, locatie en eigendom. Tegelijk dwingt regelgeving zoals NIS2, DORA en GDPR organisaties tot actie. Het is moeilijk compliant te blijven op infrastructuur die men niet zelf beheert, of die onvoldoende garanties biedt over beschikbaarheid, redundantie of transparantie.

Hybride hoeft geen compromis te zijn
Betekent dit het einde van publieke connectiviteit? Zeker niet. Maar hybride hoeft geen grijs gebied te zijn. Steeds meer organisaties kiezen voor segmentatie: publieke netwerken voor generieke toepassingen, private voor bedrijfskritische processen. Zo ontstaat een infrastructuur waarin compliance, veiligheid en performantie samenkomen zonder afhankelijk te zijn van externe infrastructuur.
En dat hoeft geen disruptie te betekenen. Organisaties herzien hun netwerk stap voor stap. Dedicated fiber vormt vaak het eerste ankerpunt: een tastbare investering in zekerheid, weerbaarheid en strategisch voordeel.
Strategisch fundament
De evolutie naar private netwerken – om continuïteit, controle, compliance, schaalbaarheid en toekomstbestendigheid te verzekeren – is geen optie maar een noodzakelijke stap voor sectoren als industrie, zorg, energie of financiële diensten. De slingerbeweging van publieke naar private netwerken gaat niet enkel over technologie maar over strategisch inzicht en hoe een organisatie zich positioneert tegenover risico, afhankelijkheid en verandering. Zo wordt netwerkarchitectuur opnieuw een onderwerp voor directietafels. Wie inzet op eigenaarschap, bouwt aan een fundament waarop digitale groei mogelijk blijft onder alle omstandigheden.
Door Hans Witdouck, CEO Eurofiber België