Patrick Vandenrhijn
‘De onzekerheid over een goed gevoerd politiek landbouwbeleid is een brandpunt’
‘Ongeveer de helft van het inkomen van de Duitse boer bestaat uit subsidies. Maar een ongelooflijke bureaucratie en een altijd wisselende politieke situatie maakt ondernemingsplannen voor de lange termijn bijna onmogelijk’, zegt Patrick Vandenrhijn.
De Duitse federale regering moet besparen, nadat het Grondwettelijk Hof eind vorig jaar brandhout maakte van de lopende federale begrotingen. Een van de slachtoffers van de besparingen is de landbouwsector. Landbouwers kwamen in januari in heel Duitsland massaal op straat. Niet enkel in Berlijn, zelfs in de kleinste uithoeken van het land. Zijn de maatregelen zo drastisch dat men het hele land in gijzeling moet nemen om op wantoestanden te wijzen die de bevolking niet kent?
Een strijdpunt is de dieselbelasting voor landbouwvoertuigen. Het gaat om een bedrag van gemiddeld 2.700 euro. Vandaag bedraagt de heffing op diesel voor landbouwers 3 procent. Dat tarief zou worden opgetrokken tot 6 procent. Na de eerste protesten besliste de federale regering die verhoging geleidelijk aan te spreiden, over een periode van drie jaar. Dus als het protest alleen maar gaat over die dieselbelasting, is de reactie overdreven.
Hoe is het gesteld met het inkomen van de Duitse boer? Dat is fors verbeterd, met een klim van 45 procent in een jaar. De gemiddelde bedrijfswinst van een landbouwbedrijf bedroeg ongeveer 115.393 euro. Het gemiddelde inkomen per familiewerknemer is 43.000 euro, voor een gemiddelde werkweek van 47 uren. Bovendien stegen de verkooprijzen van de landbouwproducten met 23 procent, terwijl de werkingskosten minder snel vooruit gingen.
Dat zijn uiteraard gemiddelden voor de landbouwsector, terwijl er grote verschillen zijn tussen types van bedrijven. De prijzen voor zuivel, koolzaad en granen bijvoorbeeld zijn gedaald. De financiële situatie van de individuele boer kan dus zeer snel veranderen.
Die onzekerheid over een goed gevoerd politiek landbouwbeleid is een brandpunt. In de voorbije kwarteeuw is het aantal landbouwbedrijven gehalveerd. Die trend zal versterkt doorzetten door alle onzekerheden. Landbouw staat voor ongeveer 1 procent van het bnp. Zonder zware Europese en Duitse subsidies kunnen de boeren onmogelijk internationaal competitief blijven. De Europese landbouwsubsidies happen een derde van de Europese begroting weg, maar landbouw staat voor slechts 1,7 procent van het bbp in de Europese Unie. Bovendien zijn er enorme verschillen in wetgeving waar wat mag en hoe het gedaan moet worden.
Ongeveer de helft van het inkomen van de Duitse boer bestaat uit subsidies. Maar een ongelooflijke bureaucratie en een altijd wisselende politieke situatie maakt ondernemingsplannen voor de lange termijn bijna onmogelijk. De Europese Unie heeft geen gemeenschappelijke visie voor de ontwikkeling van deze sector. Een Spaanse varkenshouder heeft beduidend andere kosten en valt onder een andere wetgeving dan zijn Duitse collega. Die wordt door de groenen continu aangepord tot nog betere condities voor de dieren. Ook de Duitse minister van landbouw, Cem Özdemir, behoort tot de groene partij.
De auteur is bestuurder bij de Duitse machinebouwer voor de elektronica-industrie bdtronic.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier