Philippe Renier
Wordt Arizona de killer van de managementvennootschap?
Een hervorming van de fiscaliteit is noodzakelijk. Maar rechtszekerheid heeft ook zijn rechten. En die ontbreekt in de supernota van Bart De Wever.
Een zomervakantie is de ideale periode voor radicale fiscale hervormingen. Journalisten, lobbyisten, fiscalisten, parlementsleden: iedereen vertoeft fysiek of mentaal in andere oorden. De fiscaliteit is ver weg. Maar aan alle mooie idyllische vakanties komt een eind.
Ik las bij mijn thuiskomst de supernota van federaal formateur Bart De Wever (N-VA) en schrok van de voorstellen die erin stonden. Terwijl de (centrum)rechtse politieke partijen in het verleden een strijdpunt hadden gemaakt van bepaalde heilige huisjes, gaan die nu gezwind op de schop. In essentie las ik een copernicaanse (s)linkse revolutie, waarvan elke supporter van links ontzettend warm zou worden. Er stond dan ook veel linkslekkers op het menu.
Weliswaar zou de roerende voorheffing dalen van 30 naar 25 procent, maar daartegenover stond onder meer het uitdoven van het VPPRbis-regime, waardoor alle dividenduitkeringen tegen 25 procent zouden worden belast in plaats van 15 procent vandaag. Bovendien werd de roerende voorheffing voor de uitkering van liquidatiereserves verhoogd tot 25 procent (met uitzonderingen). Het DBI-regime werd ingeperkt: beleggen in DBI-fondsen zou plots een stuk duurder worden. Het minimumloon van bedrijfsleiders moest naar een te indexeren 50.000 euro in plaats van 45.000 euro, waardoor er meer personenbelasting verschuldigd zou zijn.
Idem voor de klassieke voordelen van alle aard, want die zouden tegen de marktwaarde worden belast. Weg dus met het forfaitaire voordeel van alle aard zoals bij een gratis woning, huispersoneel, verwarming of elektriciteit. Aandelenoptie- en warrantplannen zouden worden beknot en belast tegen de marktwaarde. De klassieke kosten eigen aan de werkgever zouden worden ingeperkt en tankkaarten zwaarder belast. De verkoop van aandelen, zogenoemde share deals, en de interne meerwaarde zouden mogelijk sneller worden belast als divers inkomen a rato van 33 procent. En tot slot zouden de meerwaarde op aandelen worden belast tegen 10 procent. Bam!
Natuurlijk zaten in de supernota beperkte compenserende maatregelen, maar die lijken eerder een doekje voor het bloeden dan een heuse tegemoetkoming. Er werd gewag gemaakt van het verminderen van de lasten op arbeid, maar als diezelfde ondernemer zich aan het einde van de rit wil belonen, wordt hij voor dat ondernemingsrisico wel zwaar afgestraft. Voor managementvennootschappen, die bijzonder populair in België, is de balans fataal. Zij worden in de supernota geviseerd. Een eenvoudige berekening leert dat voor velen een managementvennootschap niet langer interessant zou zijn.
Nu de formatie in eerste instantie gestrand is, is de supernota mogelijk van tafel. Of toch niet? Het recente geblaas van Vooruit, PvdA en ABVV belooft niets goeds voor ondernemend België. Eminente politieke analisten sluiten een ruk naar rechts uit. Daarbij komt dat een van de auteurs van de supernota, voormalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA), publiekelijk bevestigde dat de supernota allerminst van tafel is.
Een hervorming van de fiscaliteit is noodzakelijk. Maar rechtszekerheid heeft ook zijn rechten. En die ontbreekt in de supernota. De Arizona-regering zit inmiddels weer op de sporen. De vraag is of de onderhandelaars oog en oor zullen hebben voor de verzuchtingen van de ondernemers, of toch opteren voor een belastingregering die de geschiedenis zal ingaan als de killer van de managementvennootschap? Ik blijf in ieder geval bijzonder waakzaam.
De auteur is advocaat en vennoot bij Renier & Ketels.Tax
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier