Rudy Aernoudt
‘Werklozen, kies het juiste gewest’
België is het énige land ter wereld waar men levenslang werkloos kan zijn. Maar wie van werkloosheid zijn of haar beroep wil maken, woont beter niet in Vlaanderen.
De arbeids- en werkloosheidsreglementering is nog hoofdzakelijk federaal geregeld en gebudgetteerd. De RVA oefent controle uit op de werklozen, bijvoorbeeld inzake zwartwerk of de opeenhoping van de werkloosheidsuitkering en andere inkomsten. Maar het sanctierecht wordt regionaal geregeld. Het sanctiebeleid gebeurt in Vlaanderen via de VDAB, in Wallonië via Forem, in Brussel via Actiris en in de Duitstalige Gemeenschap via het Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft (ADG).
Voor de sancties maken we een onderscheid tussen passieve en actieve beschikbaarheid. Passieve beschikbaarheid heeft betrekking op het positief reageren op een verzoek van de dienst voor arbeidsvoorziening, het aanvaarden van een opleiding of tewerkstelling of zich melden bij een werkgever. Actieve beschikbaarheid heeft betrekking op de medewerking van de werkloze bij de ondersteuning die de dienst voor arbeidsvoorziening biedt en het zelf actief op zoek gaan naar werk. De gewesten geven instructies aan de RVA om deze of gene werkloze, al of niet tijdelijk, te schrappen van de steunlijst. De RVA geeft dan op haar beurt instructies aan het uitbetalingsorgaan. De uitbetaling gebeurt hoofdzakelijk via de vakbonden in wat internationaal geboekstaafd staat onder de naam ‘het Gentse systeem’. De minderheid die niet aangesloten is bij de vakbond, kan terecht bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW), waar overigens ook de vakbonden in het paritaire beleidsorgaan zitten.
Die complexe structuur is een solide basis voor tewerkstelling. De vier regionale agentschappen beschikken samen over 11.500 personeelsleden, of 9.900 voltijdse equivalenten (VTE). De RVA heeft 2.960 personeelsleden (2.570 VTE’s) en de Hulpkas 570 medewerkers (483 VTE’s). Alles samen gaat het om 15.000 personeelsleden of 13.000 voltijdse equivalenten. Dat komt neer op één ambtenaar per twintig uitkeringsgerechtigde werklozen. Voor de doelstelling ‘directe tewerkstelling’ zijn ze geslaagd met grootste onderscheiding.
De RVA controleert bijvoorbeeld of werklozen hun werkloosheidssteun niet onwettig cumuleren met andere beroepsinkomsten of pensioenen. En jawel, 40 procent van zij die werden gecontroleerd blijkt dat te doen. Van sociale fraude gesproken. De RVA controleert ook de gezinstoestand, en wat blijkt: 30 procent van de gecontroleerden loog daarover.
Vlaanderen: één op tien werklozen wordt gesanctioneerd
Het sanctiebeleid in Vlaanderen is in handen van de VDAB. In 2022, de laatst beschikbare cijfers voor elk gewest, kregen 9.870 werklozen een sanctie. In verhouding met de uitkeringsgerechtigde werklozen (december 2022) is dat 10 procent. 9.719 van hen werden bestraft voor passieve onbeschikbaarheid en 151 voor actieve onbeschikbaarheid. Daarnaast waren er 513 verwittigingen en 9.454 voorafgaande verwittigingen die bij recidive leiden tot sancties, iets wat niet is voorzien in de federale wetgeving en enkel in Vlaanderen en Brussel wordt toegepast.
Wallonië en Brussel: één op vijftig werklozen wordt gesanctioneerd
In Wallonië werden 2.135 werklozen een sanctie opgelegd. In verhouding tot de uitkeringsgerechtigde werklozen is dat 1,8 procent. Van hen werden 923 bestraft voor passieve onbeschikbaarheid en 1.212 voor actieve onbeschikbaarheid. Daarnaast waren er 2.530 verwittigingen. In Brussel kregen 1.223 werklozen een sanctie. In verhouding tot de uitkeringsgerechtigde werklozen is dat 2 procent. voor 119 van hen ging het om passieve onbeschikbaarheid, voor 1.104 om actieve onbeschikbaarheid. Daarnaast waren er 1.425 verwittigingen en 2.823 voorafgaande verwittigingen. De Duitstalige Gemeenschap telde 97 sancties, of 7,5 procent van de 1.292 werklozen.
Betaalde opleiding?
Wie aan de sanctie wil ontsnappen, heeft tal van mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is natuurlijk datgene waarvoor de sanctie is bedoeld: het aannemen van een job. Maar wie geen geschikte job vindt, kan zich altijd inschrijven in één of andere opleiding. Dat is ook zeer belangrijk voor de arbeidsmarkt. In Wallonië en Brussel wordt men daar overigens voor betaald. Niet alleen blijft de werkloosheidsvergoeding lopen, maar daar bovenop komt nog 2 euro per uur. Wie een opleiding van 120 uur per maand volgt, krijgt al gauw 240 euro boven op de werkloosheidsvergoeding. In Vlaanderen bestaat zo’n regeling niet meer. Elke regio voorziet wel in premies voor opleidingen in knelpuntberoepen. Samengevat, tot vijf keer meer sanctiegevaar en geen vergoeding voor opleidingen maakt dat Vlaanderen de minst interessante regio is voor niet-werkwillige werklozen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier