Kerst en Nieuwjaar komen eraan, en dus ook de tijd van het jaar dat de beleggingsresultaten worden besproken. Waar ging het mis? Waarom zal het in de toekomst beter gaan? Toen ik vroeger nog fondsbeheerder was, maakte ik soms het grapje dat het beheren van het geld minder belangrijk leek dan de uitleg erover. Even traditioneel als de jaarlijkse overzichten zijn de excuses en de uitvluchten van de professionals waarom het afgelopen jaar niet zo succesvol was.
Keer op keer bewijzen onafhankelijke rapporten van S&P en Morningstar dat het merendeel van de actieve beleggingsfondsen het onderspit moet delven tegen een wereldwijd gespreide aandelenindex. “De laatste zeventien jaar waren dan wel goed voor hangmatbeleggers,” hoorde ik een analist onlangs beweren, “maar de komende jaren zullen we iets anders zien.” Hetzelfde pleidooi om de hoge kosten en de zwakke rendementen van de banken te verklaren, is een refrein dat de grote jongens in de financiële wereld al vele jaren herhalen.
De indruk die professionele beleggers willen wekken, is dat zij in moeilijke tijden uit de markt zullen stappen of de juiste aandelen zullen kiezen. Ik hoop van harte dat ze er de komende tijd in zullen slagen de juiste aandelen uit te kiezen. Niet alleen omdat dat goed nieuws zou zijn voor het merendeel van de Belgische beleggers die nog via de bank beleggen. Het zou ook geweldig nieuws zijn voor de vele hangmatbeleggers.
Als de beurskoersen van de juiste aandelen stijgen, dan stijgen ook de koersen van de passieve ETF’s. De passieve hangmatbeleggers kunnen dan schaamteloos profiteren van al het werk van de actieve beleggers. Wordt het gewicht van Amerikaanse technologieaandelen kleiner? Dan krijgen andere sectoren of landen een grotere plaats in onze portefeuille. Wat ETF’s niet doen, is koppig blijven zitten of gecrashte aandelen bijkopen. De hangmatbelegger heeft geen ego.
Beleggers die het afgelopen decennium de adviezen van Michael Burry hebben gevolgd, hebben meer dan 150 procent rendement van een wereldindex gemist.
Het idee dat de beheerders op het juiste moment in én uit de markt zullen stappen, zit ingebakken. Er kan voor alles een eerste keer zijn, maar we hebben ze dat niet zien doen in 2008, 2020, 2022 of in april van dit jaar. De sirenenzang van kopen en verkopen klinkt heel verleidelijk. Ik heb ook een mening over de markt, maar er is een groot verschil tussen een mening hebben en geloven dat je een reeks van opeenvolgende goede beslissingen kunt nemen.
Er zijn beursgoeroes die al eens een grote slag geslagen hebben. Michael Burry maakte fortuin en reputatie ten tijde van de financiële crisis. In de film The Big Short figureert hij als een genie met ononvertroffen visies. Ik hoop dat niemand zijn constante verkoopadviezen van de laatste tien jaar gevolgd heeft. Hij zat er in die periode grandioos naast. Beleggers die zijn adviezen hebben gevolgd, hebben meer dan 150 procent rendement van een wereldindex gemist. Wie weet zullen zijn nieuwe shortposities in Palantir en Nvidia wel lucratief uitdraaien en kan hij geld verdienen aan de daling van die aandelen. Maar voor marktadvies zou ik toch niet bij Burry aankloppen (deze column werd geschreven voor Michael Burry besliste zijn fonds te sluiten voor het publiek, nvdr).
Het goede nieuws is dat op 31 december 2025 klokslag middernacht de rendementen voor het nieuwe jaar weer op nul worden gezet. Nieuwe kansen en goede voornemens zijn er dan voor iedereen. Waarom de financiële sector dat elk jaar zo doet? Wie wil telkens worden geconfronteerd met zijn historische rendementen? In mijn kleine actieve beleggingsportefeuille als hangmatbelegger vergeet ik die historiek ook het liefst. Ik kijk dus ook al uit naar 2026.
De auteur schreef mee aan De Hangmatbelegger en is onafhankelijk vermogensgids.