Een waarschuwing aan perfectionisten! Uw baas heeft liever dat u op tijd een degelijk werkstuk bezorgt, dan iets perfects te laat.
Wilt u scoren bij uw baas en uw collega’s? Houd u dan aan deadlines. Ben u te laat op een afspraak? De andere partij heeft u mentaal al een minpunt gegeven. Valt u uit de lucht als iedereen, behalve uzelf, heeft gehoord dat een taak klaar moest zijn tegen de middag? Pas dan maar op dat u niet over het hoofd wordt gezien bij de volgende promotieronde.
Maar hoe erg is te laat zijn echt? Positief geformuleerd: er moet toch een grondige reden voor zijn dat mensen die hoog scoren op toewijding en zorgvuldigheid steevast als de betere werknemers worden gezien? De extraverten zullen er zich wel een keer uitpraten. Maar permanent te laat zijn?
Een Amerikaans-Brits onderzoeksteam liet meer dan zesduizend managers in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zakelijke voorstellen, een professionele foto en een nieuwsartikel beoordelen. Eerst vertelden de onderzoekers of het werk al dan niet tijdig was ingeleverd. Laat werk werd systematisch minder goed beoordeeld, ook al had de maker verwittigd dat hij de deadline niet zou halen. Als het missen van de afspraak buiten de controle van de werknemer lag, was men minder negatief. Het negatieve oordeel werd mentaal gelijkgesteld met objectieve fouten, zoals spellingsfouten of het overschrijden van een woordlimiet.
Laatkomers worden als minder betrouwbaar gezien en managers zijn minder geneigd hen nieuwe opdrachten te geven. Een waarschuwing aan alle perfectionisten! Uw baas heeft liever dat u op tijd een degelijk werkstuk bezorgt, dan iets perfects te laat. En te laat is te laat. Een dag of een week te laat maakte niet veel verschil uit.
Waarom is stiptheid zo’n belangrijk beoordelingscriterium? Misschien omdat het zo gemakkelijk te hanteren is. Competentie, originaliteit, een bijdrage tot de missie zijn relevante maar verre van eenvoudige criteria, want wisselend en subjectief. Maar een tijdstip is ondubbelzinnig. Het heeft me altijd verwonderd dat onze werksystemen onze privésystemen zo snel beïnvloeden. Daar ligt overigens vaak de kern van een burn-out. We krijgen het werkknopje niet meer omgedraaid, ook niet tijdens onze slaap. Omgekeerd moet de thuisbelasting al vrij extreem zijn voordat onze werksituatie eronder lijdt. Wie zit aan zijn scherm te denken: nu zijn die badtegeltjes nog altijd niet geplaatst? De reden voor die asymmetrie is dat de verwachtingen op het werk veel concreter zijn. En wat is de kern van het gegoochel met doelstellingen, indicatoren en boordinstrumenten? Deadlines.
Onze strenge houding tegenover te laat zijn heeft ook te maken met onze minachting voor mensen die niet kunnen plannen. We appreciëren wel vaak het resultaat van creatievelingen, maar niet hun eindeloze geknoei met tijd. ‘Op wie niet wordt gewacht, wordt niet geacht.’ Het is eigen aan mensen met meer macht dat zij zich wel (straffeloos?) de vrijheid veroorloven zich niet aan tijdsafspraken te houden. Intermenselijke relaties vertalen zich blijkbaar gemakkelijk in tijd, deadlines, heldere of vage afspraken. We hanteren die dan ook heel vlotjes om anderen te beoordelen.
En we kennen allemaal wel een situatie waarin we zelf bijzonder op stiptheid zijn gesteld. Als we in een restaurant eten bestellen, beschikken we over een ingebouwde klok. Het eten moet al bijzonder lekker zijn om te compenseren dat we er te lang op hebben moeten wachten. In de Verenigde Staten respecteren ze dat meer dan bij ons. De fooi hangt vaak van de snelheid af. Toen ik onlangs in Denver in een nieuw visrestaurant ging eten, waren de wachttijden uitzonderlijk lang. We kregen na afloop ter compensatie een volgende maaltijd gratis aangeboden. Inderdaad, je neemt te laat zijn best ernstig.