Julien De Wit

Waarom de generatiekloof op de werkvloer een putje is

Julien De Wit Columnist

Het verbaast Julien De Wit hoe verschillende generaties denken elkaar niet te begrijpen. “Het generatienarratief verdeelt. Ten onrechte.”

Op dinsdag 5 september nam televisiekijkend Vlaanderen afscheid van nieuwsanker Dany Verstraeten, die op zijn beurt na vele jaren op Belgiës eerste commerciële zender afscheid nam van de redactievloer van vtm nieuws. Het was afscheid van een icoon, een moment dat de geschiedenis van de Vlaamse nieuwsmedia markeerde, want Dany Verstraeten had zich gedurende zijn carrière ontpopt tot een vertrouwd gezicht in de huiskamers van ontelbare kijkers. Het was mooi om te zien hoe de jonkies en de anciens van de redactie samen afscheid namen van hun boegbeeld. Ze behoren allemaal tot andere generaties en hebben allemaal een andere geschiedenis op de werkvloer. Ik vraag me dan altijd af: in hoeverre verschillen die oudere en die jongere werknemer? Het antwoord volgens de meeste recruiters en werkgevers: een hele hoop. Over gen Z op de werkvloer is al heel veel geschreven. LinkedIn staat vol flitsende artikels over hoe gen Z anders is dan minder jonge werknemers. Het verbaast me hoe verschillende generaties denken elkaar niet te begrijpen.

Laat ons het in deze column dus misschien eens hebben over die zogenaamde generatiekloof op de werkvloer. Bestaat die kloof wel? Ik denk van niet. Zijn we niet eerder allemaal kinderen van onze tijd, die de tijdgeest op een andere manier vatten? Is het denken in generaties niet eerder contraproductief en schadelijk? Laat me dat staven met een voorbeeld of twee. Neem het hybride werken. Dat was lang iets wat ‘de jeugd’ wilde doen. Ik hoorde vaak geklaag dat jonge mensen ‘wel tot twee volledige dagen’ van thuis uit willen kunnen werken. Dat vond men crazy. Na de covidpandemie echter werd deeltijds telewerk de normaalste zaak van de wereld. Ook arbeidskrachten aan het eind van hun loopbaan starten ’s ochtends gretig hun laptop op in de woonkamer in plaats van op kantoor. Is hybride werken dan iets wat eigen is aan zij die in digitale tijden geboren zijn, of nam ‘de jeugd’ de heersende tijdgeest gewoon sneller op?

Het tweede voorbeeld: er wordt wel eens gezegd dat jongere werknemers heel wat noten op hun zang hebben op sollicitaties. Zo zouden ze stevig durven te onderhandelen over hun loon en extralegale voordelen. “De jeugd, hè”, wordt er dan vingerwijzend wel eens gezucht. Opnieuw: is dat iets wat eigen is aan gen Z? Is mijn generatie niet gewoon opgegroeid en afgestudeerd in een tijd dat de arbeidsmarkt veel krapper is? Dat geeft ons een nooit geziene onderhandelingsmarge. Zouden we niet gek zijn die niet te benutten? Zijn het bovendien ook niet juist de bedrijven die met charmeoffensieven allerhande pas afgestudeerde zieltjes proberen te winnen om voor hen in plaats van voor de concurrent te gaan werken? Zijn oudere sollicitanten die vandaag op de jobmarkt belanden trouwens ook niet veeleisender dan in een periode waarin de arbeidsmarkt werkkrachten op overschot heeft?

En er wordt wel eens gezegd dat jonge mensen minder bereid zijn hard te werken. Als dat zo is, is dat dan eigen aan mijn generatie? We leven toch allemaal in het rijke Westen waar de welvaart ons vaak in slaap wiegt? De productiviteit van ons land daalt zienderogen, en dat is toch lang niet alleen aan de jeugd te wijten? De hele motor sputtert.

Misschien is het tijd om af te stappen van het generatiedenken. Tijd om in te zien dat die labels ‘jong’ en ‘oud’ zwaar wegen. Behoor je tot de jonge generatie, dan ben je een snotneus. Ben je bij de anciens, dan behandelt men je al wel eens als net-niet-afgeschreven materiaal. Het generatienarratief verdeelt. Ten onrechte. Want we willen allemaal hetzelfde: onze werkplek net dat tikkeltje beter maken. Werken aan een gemeenschappelijk project.

De auteur is voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content