Peter De Keyzer
‘Vlaanderen, pas op voor de Waalse weg’
“Er zijn decennia waarin er niets gebeurt. En er zijn weken waarin zich decennia voltrekken.” Het citaat wordt toegeschreven aan Lenin: communist, revolutionair en medeoprichter van de Sovjet-Unie. Hij sprak uit ervaring. In volle Eerste Wereldoorlog ontbrandde de Russische Revolutie en trok Rusland zich terug uit de oorlog. Iets meer dan een jaar later eindigde de wereldbrand, snel gevolgd door het verdwijnen van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk en de uitbraak van de Spaanse Griep, die wereldwijd aan miljoenen het leven kostte.
Lenin is al lang dood, maar hij zou het net zo goed over de huidige tijd gehad kunnen hebben. In nauwelijks drie jaar beleefde de wereld een globale pandemie en recessie, de start van een oorlog op Europese bodem, toenemende spanningen rond Taiwan, fors hogere energieprijzen, de hoogste inflatie sinds begin jaren tachtig en een nieuw majeur conflict in het Midden-Oosten.
De zelfgenoegzaamheid en de achteloosheid van Vlaanderen over de vanzelfsprekendheid van onze welvaart zijn verontrustend.
Zeker voor kleine, open economieën als Vlaanderen zijn het verontrustende en cruciale tijden. We zijn voor onze welvaart nagenoeg uitsluitend afhankelijk van wat in het buitenland gebeurt. De groei en de uitbreiding van de Europese Unie, de invoering van de euro en de toegenomen vrijhandel waren zegeningen. We lagen in het midden van de westerse wereld, de wereld was vrij toegankelijk, staatssteunregels beperkten het recht van de sterkste, onze energie was goedkoop, het geld was gratis, onze welvaart steunde op goed onderwijs en onze veiligheid werd betaald door de Verenigde Staten.
Dat economische, financiële en geopolitieke hoogtij verandert vandaag razendsnel in laagtij. Elk van die factoren staat onder druk. De zelfgenoegzaamheid en de achteloosheid van Vlaanderen over de vanzelfsprekendheid van onze welvaart zijn verontrustend. De cultuur van oneindige overheidstekorten veronderstelt een blijkbaar onuitputtelijke bron van welvaart in de toekomst.
Zijn we in staat ons aan te passen, het harder te willen, onszelf radicaal opnieuw uit te vinden? Wie ervan uitgaat dat ons niks kan overkomen, en dat we vanzelf én voor altijd rijk zullen blijven, is niet alleen naïef maar ook roekeloos.
Heel wat landen deden het ons al voor, onder druk van wijzigende omstandigheden. Begin jaren 2000 was Duitsland de ‘zieke man van Europa’, maar het land hervormde radicaal en werd opnieuw een industriële krachtpatser. Begin jaren negentig was Zweden in slaap gevallen en had het een belastingdruk van 60 procent. Na hervormingen werd het een voorbeeldland. Ook Ierland, Nederland, Luxemburg en de Baltische Staten hebben ooit het roer moeten omgooien. Het lot van kleine, open economieën is dat ze zichzelf regelmatig moet heruitvinden. Niet door meer geld uit te geven, maar door attitudes te veranderen en harder te werken.
Wie wil weten wat er gebeurt wanneer ze dat niet doen, beschikt over een levende parabel: Wallonië. Er was een moment in de niet zo verre geschiedenis dat Wallonië het meest welvarende deel van België was, en zich eveneens onaantastbaar waande. Industrie, staal en kolen waren onmisbaar in een snel industrialiserend Europa en gaven Wallonië de wind in de zeilen. Toen de kansen keerden, klampte de regio zich vast aan wat was geweest, en slaagde er daardoor niet in zich aan te passen. De gulle Belgische solidariteit beperkte eveneens de aanpassingsbereidheid. Tot op vandaag wordt nog altijd verwezen naar het glorierijke verleden en naar de desindustrialisering als verklaring waarom het nog altijd moeilijk gaat.
De grote rijkdom van Vlaanderen kwam er dankzij een unieke samenloop van interne en externe omstandigheden. Ze is absoluut niet gegarandeerd. Zijn we in staat te veranderen, nu de wind tegenzit? Of worden we vroeg of laat als Wallonië? Time will tell.
De auteur is econoom en managing partner van Growth Inc.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier