Wolfgang Riepl
‘Vlaanderen moet werken aan een overallcultuur om niet achterop te hinken bij Duitse industrie’
Een van de meest opvallende verschillen tussen het straatbeeld in Vlaanderen en Duitsland zijn de werknemers (vrouwen en mannen) in overall. In Vlaanderen kleeft op een werktenue nog steeds een stigma van vies en onderbetaald werk. Terwijl de industrie tot de best betaalde en meest innovatieve sectoren behoort, hier en in Duitsland.
Het is dan ook jammer dat Voka-voorzitter Rudy Provoost maandag in zijn rentreetoespraak niet nadrukkelijk verwees naar die culturele omslag. Provoost heeft uiteraard gelijk met zijn focus op het belang van de industrie. “Onze industrie vormt het hart en de longen van de economie”, stelde hij. De industrie is goed voor ruim de helft van onze export. Duitsland en Frankrijk beloven echter subsidies waar Vlaanderen onmogelijk tegenop kan.
Maar het gaat niet zozeer om subsidies. De industrie kan enkel gedijen op een voedingsbodem waar niets vies is aan een werktenue. De Duitse motor mag dan sputteren, het land is al bijna twee eeuwen wereldwijd toonaangevend dankzij zijn industriële kennis. Dat komt ook omdat de industrie er niet stiefmoederlijk wordt behandeld. In Duitsland is evenmin iets mis met een technische opleiding. Laat staan met de combinatie van technisch leren en werken in een industriebedrijf. Niet toevallig is de jeugdwerkloosheid in de Duitstalige landen de laagste in Europa.
Gelukkig beweegt ook daarin eindelijk wat in Vlaanderen. De Vlaamse, internationaal gerenommeerde onderwijsexpert Dirk Van Damme brak de voorbije zomer een lans voor de opwaardering van het technisch onderwijs. Hij spreekt uit ervaring, want zijn zoon maakt vandaag vlot carrière na een technische opleiding. Hoog tijd voor een overallcultuur in Vlaanderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier