Sylvie De Raedt
‘Vijandige visitaties van belastingcontroleurs horen thuis in het strafrecht’
Op het gebied van fiscaliteit ging de aandacht in de aanloop naar de verkiezingen vooral naar sterk polariserende onderwerpen, zoals de vermogensbelasting of, meer algemeen, een ‘eerlijker belastingstelsel’. Wat dat ook moge zijn, want dat begrip is wel erg vaag en betekent niet voor iedereen hetzelfde. Bovendien ontbreekt een duidelijk normatief kader om te beoordelen wat ‘eerlijke’ belastingen zijn. Deze maand vond in Antwerpen een congres plaats, waar de Europese tax law professors drie dagen lang op zoek gingen naar dat normatieve kader. Het valt dus te betwijfelen of het begrip wel te vatten was in de sloganeske taal die de verkiezingspropaganda nu eenmaal beheerst.
Met geen woord werd gerept over de wijze waarop we vandaag belastingen heffen. Nochtans is daar bijzonder veel werk aan de winkel. Collega Michel Maus had het in een opiniestuk in Trends van 25 april 2024 al over het fiscaal conflictmodel, waar iedereen van af wil. Vooral tijdens fiscale controles staan belastingplichtigen en de fiscale administratie met geslepen messen tegenover elkaar. Met goede wil alleen zullen we er evenwel niet komen. Wetgevend optreden dringt zich op, om te komen tot een model dat meer gericht is op overleg en samenwerking, en dat bovendien meer rechtszekerheid biedt. Wie kan daar tegen zijn?
Fiscale controle in privéwoning
Neem het recht van de fiscale administratie om beroepslokalen en privéwoningen te betreden in het kader van een controle. Al meer dan twintig jaar geeft die zogenoemde fiscale visitatie aanleiding tot controverse en dus rechtsonzekerheid. De oorzaak is de onduidelijkheid van de wet en een ietwat ongelukkig arrest van het Hof van Cassatie in 2003. Dat liet toe dat de belastingadministratie en de belastingplichtige uiteenlopende interpretaties hanteren over een vrij fundamenteel punt: moet de belastingplichtige toestemmen met het betreden van de lokalen en met de handelingen die de fiscale administratie daar stelt, of mag de fiscaal controleur eigenhandig en zonder toestemming zijn gang gaan?
Zolang werd uitgegaan van het adagium ‘kijken mag, aankomen niet’ was de visitatie vooral een moment van overleg. Ambtenaren die zonder toestemming kasten en laden openden, werden door de rechtspraak teruggefloten. Sinds 2003 werd evenwel de deur opengezet voor wat ondertussen het ‘actief zoekrecht’ wordt genoemd. Dat wordt steevast betwist door de belastingplichtige, waardoor visitaties in vele gevallen worden gevolgd door gerechtelijke discussies. Daarbij is niemand gebaat. Ook de administratie niet. Die gerechtelijke discussies vertragen de fiscale controle en de uitkomst ervan is altijd onzeker. Het gevolg lijkt te zijn dat de administratie bij een fiscale controle nog slechts kiest voor een fiscale visitatie in die gevallen waarin de belastingplichtige manifest niet meewerkte en (schriftelijk) gevraagde informatie weigert te verstrekken. De enige uitweg om vermeende fraude aan te tonen.
Informatie ‘pakken’
Fiscale visitaties lijken vaak te zijn geëvolueerd van momenten van menselijk contact en gesprek tussen belastingplichtige en de fiscaal ambtenaar naar momenten waarop de fiscus eenzijdig en zonder nog met de belastingplichtige nog in overleg te gaan, informatie komt ‘pakken’. Dat gebeurt door volledige databestanden te kopiëren en ze in de eigen kantoren verder te onderzoeken. Of erger, door eigenhandig op plekken als afvalcontainers, brooddozen of papiermanden te zoeken naar inderhaast weggemaakte bewijsstukken. De sfeer is in vele gevallen vijandig en er wordt uitgegaan van fraude.
Vijandige visitaties horen thuis in het strafrecht
Wetgeving die dat toelaat, moet grondig worden herbekeken. Op het eerste gezicht zijn twee oplossingen denkbaar. Ofwel verwijzen we dat soort vijandige visitaties, waarbij wordt uitgegaan van fraude en met actieve rondneuzerij, naar de plaats waar ze thuis horen: het strafrecht. Daar wordt een inval van het openbaar ministerie overigens van meer garanties voorzien dan in het fiscaal recht. Om te vermijden dat dat soort zoekingen willekeurig en onvoldoende gericht zouden plaatsvinden, is er immers de controle van de onderzoeksrechter. Ofwel wordt het visitatierecht compleet herschreven, zodat het wordt teruggebracht naar een moment van overleg tussen de belastingplichtige en de fiscus. In tijden waarin er door belastingplichtigen en hun vertegenwoordigers wordt geklaagd over het gebrek aan menselijk contact met de fiscale administratie (onder meer door de toegenomen digitalisering), zou een dergelijke benadering weleens een positief effect kunnen hebben op de relatie tussen de belastingplichtige en de fiscale administratie.
Sylvie De Raedt is professor fiscaal recht en researchmanager bij DigiTax Centre of Excellence Uantwerpen.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier