De Vlaamse regering wil inzetten op kleine kernreactoren, de zogenoemde SMR’s. Maar het businessmodel klopt niet, zegt Kris Voorspools, onafhankelijk energieconsulent van 70GigaWatt.
SMR. Small modular reactors of kleine modulaire kerncentrales. Dat is volgens sommigen de toekomst van de energievoorziening. Snel te bouwen en supergoedkoop. Maar in de echte wereld zien we geen enkele SMR verschijnen. Hoe komt dat?
De businesscase van die kleine modulaire kerncentrales zit in massaproductie. Je bouwt de onderdelen in grote oplage in een fabriek. Het woordje ‘modulair’ betekent dan dat je al die onderdelen ter plaatse assembleert. Een beetje zoals een IKEA-kast.
In theorie lijkt dat heel mooi. Maar de praktijk is iets heel anders.
Bij massaproductie denken we aan bandwerk. Yoghurtpotjes die met duizenden per dag van de lopende band rollen. Daardoor wordt de productie spotgoedkoop.
Bij die kleine kerncentrales wordt gedacht aan units van 300 megawatt. Ter vergelijking: 300 megawatt is meer dan de centrale in Vilvoorde die je vanaf de ring rond Brussel ziet. Dat is dus zeker geen kleine centrale. In België zou de behoefte aan dat soort grote centrales eerder beperkt zijn: met een stuk of tien heb je al heel wat. Die gaan dan veertig tot zestig jaar mee. Met zo’n zeer beperkte oplage kan je uiteraard niet over massaproductie spreken. Je hebt er geen duizenden per dag nodig. Zelfs niet één per dag of één per jaar, maar tien om de veertig tot zestig jaar.
Dat betekent dat het businessmodel niet klopt. Een centrale van 300 megawatt blijft maatwerk, nooit massaproductie. Elke start-up die SMR’s wil bouwen, begint met een berekening op een bierkaartje hoeveel zo’n SMR zou kosten als die in massaproductie gemaakt zou worden. Daarna gaan de subsidiesluizen open om dat concreet uit te werken. Als het geld van de subsidies op is, komt er plots een nieuwe kostenraming die een pak hoger ligt. Vaak zijn de kleine centrales zelfs duurder dan hun grotere broertjes van 1.000 megawatt of meer. Dat is ook logisch, want als je massaproductie niet kunt bereiken, verlies je met een kleine centrale schaalvoordeel ten opzichte van een grote centrales.
Om het niveau van massaproductie te bereiken, zouden kleine modulaire kerncentrales echt klein moeten zijn – ordegrootte 100 kilowatt. 300 megawatt is geen kleine centrale. Dat blijft maatwerk, nooit massaproductie. Kortom, het bedrijfsmodel van SMR’s is gebrekkig en fundamenteel gedoemd om te falen. Ook als je er miljoenen subsidies tegenaan gooit.
De auteur coacht bedrijven om hun weg te vinden in de energietransitie