Meer vrouwen dan mannen denken dat je veel kennis nodig hebt om te beleggen.
Ik was onlangs op een vrouwenevent met niets dan topbreinen. Vrouwen met een stapel academische graden: masters, parallelle masters, master-na-masters, PhD’s en MBA’s. Vrouwen met carrières, trackrecords, spin-offs, start- en scale-ups om u tegen te zeggen. Kortom: wetenschappelijke gamechangers.
Ik sprak er over het foute narratief dat we meeslepen als het gaat over vrouwen en financiële geletterdheid. Hoe we onszelf vaak onterecht in de hoek zetten van de financiële dummy’s. Terwijl onderzoek aantoont dat we beter zijn in het inschatten en omgaan met risico. Dat we beter presteren als we mee aan tafel zitten waar over investeringen wordt beslist. Dat we betere rendementen halen, als we beleggen. We slepen alleen die weinig behulpzame historiek mee van een wereld waarin we als investeerders of vermogensbouwers niet aangemoedigd werden. Nochtans toont wat graafwerk in de geschiedenis aan dat, bijvoorbeeld in het Mesopotamië van 3000 à 2000 voor onze jaartelling, zowel mannen als vrouwen activa en ‘geld’ lieten renderen in ruil voor rente en toekomstige meerwaarde. Hoe raakten vrouwen in de loop der tijden gedegradeerd tot financiële figuranten?
Ik raakte duidelijk een gevoelige snaar. Een van de wetenschappers sprak me aan: ze had “een kluis vol geld”, die ze onaangeroerd liet, omdat ze niet wist waar te beginnen. Dat ‘waar begin ik?’, gevoed door de beperkende overtuiging dat de kennis ontbreekt, hoor ik bij vrouwen wel vaker.
Geld, beleggen en investeren zijn menselijke constructies. Niemand wordt geboren met financiële kennis. Het is iets wat je gaandeweg leert. Geslacht verandert daar niets aan. Gratis en goedkope bronnen zijn alomtegenwoordig en voor iedereen toegankelijk. Beginnende en ervaren beleggers voeden een niet-aflatende stroom aan lees-, leer-, kijk- en luistervoer. De enige investering die het vraagt, is wat tijd en voldoende kritische zin om niet alles voor waar aan te nemen. Het vergt geen erkende diploma’s of certificaten.
We hebben echter van beleggen een kluwen van jargon en regelgeving gemaakt, dat vooral afschrikt. (Dank je, Jasper Vekeman, om Europa daar in je jongste column nogmaals op te wijzen). Het resultaat is dat heel wat vrouwen de appetijt verliezen om te leren en te beleggen. Te complex, te tijdsintensief, te ogenschijnlijk risicovol, te veel doemberichten over onzekere tijden en gehypte beurzen, en (gehackte) socialemedia-accounts die mirakels beloven. Een recent onderzoek van ING bevestigt dat meer vrouwen dan mannen denken dat je veel kennis nodig hebt om te beleggen, dat je een expert in financiële markten moet zijn om een goede belegger te zijn. Geen wonder dat veel vrouwen kiezen voor de veilige haven: het spaarboekje. Daar staat vandaag 300,4 miljard euro op te slapen, terwijl inflatie rendement en zelfs kapitaal wegvreten.
Terug naar de vraag van mijn gesprekspartner: waar begin ik? Ze gaf zelf het antwoord, zonder het te beseffen. “Geld is een middel, geen doel”, zei ze. “Exact”, beaamde ik. “Als geld het niet is, wat is dan wel je doel?” daagde ik haar uit. Financieel vaardiger worden begint niet bij kiezen tussen deze of gene activaklasse. Wel bij vragen die elke belegger zichzelf het best stelt: wat zijn mijn (financiële) doelen? Welk vermogen heb ik vandaag? Hoe wil ik dat laten evolueren? Wat kan of wil ik sparen? Welke horizon heb ik om te beleggen? En hoe kijk ik eigenlijk naar risico?
Het onderzoek van ING bevestigde eerder dit jaar dat vrouwen gebrek aan kennis opgeven als reden voor hun defensievere beleggersprofiel. Morgan Housel, de auteur van The Psychology of Money, ziet het anders: niet kennis maar gedrag bepaalt financieel succes. Wat houdt ons nog tegen?
De auteur schreef De vrouw van 10 miljoen euro, vermogensgids voor female founders en is medeoprichter van The Onwards Collective