Peter De Keyzer
‘Van wensdenken naar toekomstdenken’
Een sterkere defensie moet dé inzet zijn van de volgende verkiezingen en de volgende regeringen in dit land, vindt Peter De Keyzer.
Het einde van het jaar is een moment van vooruitkijken naar wat het nieuwe jaar zal brengen. In de huidige onzekere tijden is dat een grote uitdaging voor beleidsmakers, ondernemers en burgers in dit land. We betreden niet zomaar een nieuw jaar, we betreden een nieuw tijdperk.
Enerzijds zien we duizelingwekkende vooruitgang: ChatGPT gunde ons al een eerste blik op fantastische nieuwe technologie. Zowel de kansen als de potentiële bedreigingen van artificiële intelligentie zijn immens. Artificiële intelligentie kan even ingrijpend zijn voor de economie, de samenleving en de mens als de industriële revolutie 200 jaar geleden. De toekomst ziet er dan ook opwindend en veelbelovend uit. Tegelijkertijd is de politieke en geopolitieke situatie somber. Extreme partijen verleiden in Europa en in België een kwart tot een derde van alle kiezers. Uit een peiling van Knack bleek dat 1,8 miljoen Belgen zeggen geen enkel vertrouwen te hebben in de media, de politiek en justitie. Tegen die achtergrond van een verdeeld en gepolariseerd land moeten we ons opmaken voor een gewapend conflict.
Nu de westerse militaire steun voor Oekraïne langzaam opdroogt, is het duidelijk dat Rusland over de beste kaarten beschikt. Grote menselijke reserves, weinig scrupules en een oorlogsindustrie die op volle toeren draait. Op exact dat moment heeft de Europese Unie de toetredingsprocedure voor Oekraïne opgestart. Hoewel heel moedig, is het in de praktijk een oorlogsverklaring aan Rusland. De EU biedt namelijk lidmaatschap aan een land waarop ook Rusland tegelijk een claim legt. Dat is niet zonder gevaar: we hebben een tegenstander die invasies, sabotage en executies niet schuwt. De Amerikaanse president Teddy Roosevelt zei ooit: “Speak softly but carry a big stick.” Europa doet het omgekeerde: we blaffen luid, maar hebben zelfs geen stok.
We moeten ons dan ook dringend én dwingend klaarmaken voor een gewapend conflict. Dat is de realiteit. Zeker op dat moment is het ontstellend hoeveel Belgische beleidsmakers, politici en experts blind zijn voor de dreiging. Dat is niet de eerste keer. Ook de afgelopen jaren hebben ze keer op keer wenselijkheid verward met werkelijkheid. De verkiezing van Trump? Gaat nooit gebeuren. De brexit? Daar trappen Britten nooit in. Een inval van Poetin in Oekraïne? Sciencefiction. Het verzamelde commentariaat is heel goed in het voorspellen van de wereld die ze wenselijk vinden, niet in het voorspellen wat echt gaat gebeuren. Ze zijn in de huidige tijden ook geen betrouwbare gids. De geschiedenis is dat wel.
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog schreef Norman Angell in The Great Illusion dat oorlog op het Europese continent ondenkbaar was. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk waren elkaars grootste handelspartners en een oorlog zou dan ook compleet tegen hun eigen belang ingaan. Ook bij de start van de Tweede Wereldoorlog was West-Europa eens te meer onvoorbereid en verrast. Zelfs nadat nazi-Duitsland eerst Sudetenland en Oostenrijk had geannexeerd, maakte niemand zich zorgen. Ook na de invasie in Polen in september 1939 ging men ervan uit dat het allemaal wel los zou lopen met Herr Hitler. Een half jaar later was het onze beurt. Wie vandaag de gelijkenissen met vroegere episodes niet ziet, steekt bewust zijn kop in het zand.
We nemen vandaag dan ook afscheid van een uniek en langdurig Europees tijdperk van stabiliteit, vrede en van een grote focus op het individu en diens verworvenheden. We komen in een nieuw tijdperk van instabiliteit, van gewapend conflict en het verdedigen van de gemeenschap. Afscheid nemen van wat dierbaar is, is altijd pijnlijk en verloopt in fases – ontkenning, woede, onderhandelen, depressie en aanvaarding. Vandaag hebben velen de eerste fase nog niet verlaten. We komen dan ook van een periode van zeventig jaar vrede op het Europese continent. Generaties die geen conflict hebben gekend. Voor wie vrede, welvaart en een onbezorgd leven uit de kraan lijken te komen. Hoe zouden we dan willen dat ze zich moeilijker tijden kunnen inbeelden? Het is alsof je aan een woestijnbewoner zou vragen hoe je een schip bouwt.
Wanneer de winter eraan komt, kun je betogen tegen de sneeuw en het ijs. Je kunt de gordijnen sluiten. Maar daardoor verdwijnt de kou niet. Wanneer het winter wordt, pas je je aan. Beter ons bewapenen en het niet nodig hebben, dan volkomen onvoorbereid zijn wanneer de oorlog uitbreekt. Voor de aanpak van het klimaatprobleem worden wereldwijde conferenties georganiseerd en maken Europese landen honderden miljarden vrij. Waar is de voorbereiding nu onze hele welvaart en onze manier van leven acuut op het spel staat?
Blijven we het beleid in dit land baseren op een wenselijke toekomst, dan worden we de speelbal van wat ons overkomt.
Er zijn twee grote prioriteiten de volgende jaren. Ten eerste moet een sterkere defensie dé inzet zijn van de volgende verkiezingen en de volgende regeringen in dit land. Dat is het vandaag allesbehalve. Mochten we een hoger defensiebudget even ernstig nemen als het nemen van selfies bij nieuwe gevechtsvliegtuigen, dan stonden we er veel beter voor. Het verder herverdelen van welvaart is de volgende jaren niet de eerste prioriteit, het verdedigen van onze welvaart tegen aanvallen van buitenaf wel.
Een fors hoger defensiebudget zal veel politieke moed vragen. Met onze budgettaire situatie zullen we namelijk moeten besparen op alle andere departementen, terwijl het defensiebudget gelijktijdig fors hoger moet. Dat is politiek dynamiet. Een sporthal zal moet wijken voor een munitiedepot. Een natuurdomein wordt een militair domein. Militaire dienst of dienst aan de gemeenschap worden onvermijdelijk.
Denk ook aan de massale rekrutering bij defensie die vereist is. Ook daar dreigt een conflict met de rest van de economie. Overal kreunen namelijk sectoren onder de krapte op de arbeidsmarkt. Willen we onze welvaart vrijwaren, dan zal rekrutering bij defensie voorrang moeten krijgen.
Ten tweede hebben we als maatschappij nood aan een brede cultuur van voorbereiding, veerkracht en weerbaarheid. Zo verspreidde de Zweedse regering twee jaar geleden een brochure bij de hele bevolking ‘Wat als er oorlog komt?’. Het bevatte richtlijnen voor wat te doen bij grote ongevallen, IT-aanvallen, extreem weer of een gewapend conflict. Doe dat hier ook. Bereid mensen voor op onzekere tijden, waarin ze ook zullen moeten leren zichzelf te helpen.
Het tijdperk van efficiëntie, optimalisatie, globalisering en individualisme zal moeten plaatsmaken voor een van aanpassingsvermogen, weerbaarheid, gemeenschapszin en solidariteit. Maar zelfs al zijn de omstandigheden vandaag onzeker, ook hier zullen we door geraken. Ook alle vorige generaties in dit land hebben vaak veel moeilijker momenten beleefd en overleefd. De mens is een aanpasbare soort en ook deze periode zullen we sterker doorkomen.
Blijven we het beleid in dit land baseren op een wenselijke toekomst, dan worden we de speelbal van wat ons overkomt. Met onrust en ontevredenheid als gevolg. Wie daarentegen bereid is een moeilijke toekomst onder ogen te zien, zich snel wil aanpassen en gelooft in het eigen aanpassingsvermogen, kijkt zelfs een onzekere toekomst met vertrouwen tegemoet.
De auteur is econoom en managing partner van Growth Inc.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier