Patrick De Schutter, de co-gedelegeerd bestuurder van het Instituut voor het Familiebedrijf, ziet dat het bij bijna negen van de tien familiebedrijven in de wereld gedaan is na de tweede generatie.
Een ander zeer bekend Vlaams familiebedrijf toont hoe het verkeerd kan lopen. Van Hool was decennialang een van de grootste voertuigenconcerns van het land. Maar de overdracht naar de derde generatie, die in het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw op gang werd getrokken, verliep faliekant. Alleen Filip Van Hool bleef tot het faillissement van 8 april aan de leiding. Vier beloftevolle derdegeneratietelgen hielden het voor bekeken. Met een dure uitkoopregeling tot gevolg, die het bedrijf jaren belastte en broodnodige investeringen in innovatie en O&O moeilijker maakte.
Voor bijna negen op de tien familiebedrijven is het gedaan na de tweede generatie.
Vijf telgen van de tweede generatie bleven aan boord en zouden een nieuwe wind in Van Hool blazen. Maar het familiale voertuigenconcern verspilde vooral veel energie aan een evenwichtsoefening tussen de vijf familietakken. AB InBev, de grootste brouwer ter wereld, pakte het dan weer helemaal anders aan. De derdegeneratietelg Alexandre Van Damme en de andere familiale aandeelhouders verzaakten rond 1990 aan de operationele functies en bepaalden vanuit de raad van bestuur de strategie en de algemene lijnen. De kleine regionale speler werd het wereldwijde nummer één.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier