Daniëlle Vanwesenbeeck
‘Uiteindelijk stemde de automatische loonindexering iedereen ontevreden, de werknemers én de werkgevers’
Maanden spreekt men al over de automatische loonindexering. Het gaat dan veelal over hoe bedrijven de extra kosten opnemen in hun budgetten, en wat de financiële impact zal zijn. Zelden valt te lezen hoe de werknemers en de werkgevers dat ervaren en hoe de mensen zich gedragen. Dat is voer voor sociologen en psychologen.
Ik geef graag mijn relaas als zaakvoerder, als eigenaar, maar ook van wat ik hoorde van collega-bedrijfsleiders. Eind januari was het voor veel werknemers zo ver: ze zouden het effect van de loonindexering in cijfers vertaald zien op hun loonbrief.
Er is iets mis met de perceptie en de appreciatie van die loonindexering. Het lijkt alsof heel wat werknemers niet stilstaan bij de vraag wie die betaalt. Ze vinden het maar normaal dat die betaald wordt, en aangezien het ‘automatisch’ gebeurt, hoeft daar verder geen appreciatie voor te zijn. Nochtans dalen door de loonindexering bij veel bedrijven de marges drastisch; sommige flirten met de grens van verlies te maken. Dat kan ook niet anders, als de loonkosten met 11,08 procent stijgen. De ene bedrijfsleider moet vijf extra mensen betalen zonder dat die er zijn, de andere spreekt van 25. De kosten zijn er wel, de mensen niet. Automatisch beslist. Slikken en doorgaan.
Uiteindelijk stemde de automatische loonindexering iedereen ontevreden, de werknemers én de werkgevers.
Ik ken een man die de Belgische filialen runt van een Nederlandse groep. Onze noorderburen kennen geen automatische loonindexering. De CEO van de Nederlandse filialen kondigde begin dit jaar aan dat iedereen 100 euro extra kreeg, ter compensatie van de inflatie. De man werd door de Nederlandse werknemers toegejuicht als een held. In België verliep het enigszins anders: hier vond men dat er ook nog een loonopslag moest komen, want “een loonindexering is geen opslag”. Dat is hallucinant. De Belgen kregen meer dan de Nederlanders, maar de waardering was heel wat minder.
Mijn ervaring als bedrijfsleider is dezelfde. Tijdens de functioneringsgesprekken kwam ook de loonindexering ter sprake. De reacties van verschillende mensen deden meermaals mijn wenkbrauwen fronsen. Groot was mijn verbazing iedere keer dat werd gezegd dat dit toch niet als loonsverhoging bekeken mocht worden. Het hangt er maar van af met welke bril je ernaar kijkt. Als alles duurder wordt, moet er ook meer betaald worden, dus is het geen loonsverhoging. Ik zie echter in mijn budgetten de kosten stijgen, dus is het voor mij wel een loonsverhoging.
Wat me het meeste verraste, was de blijk van appreciatie. Die was er niet. Zo was er iemand die vond dat het maar logisch was dat de indexering werd toegepast. Een andere vond één week na een loonstijging van 11 procent dat het loon niet hoog genoeg was en dat het tijd was voor een loonopslag. Er waren ook mensen die onder een arbeidersstatuut werken en vroegen waarom ze op hun loonbrief geen extra 11 procent zagen. Voor arbeiders, afhankelijk van het paritair comité, is de loonindexering enkel van toepassing als ze tegen het minimumloon werken. Verbazingwekkend nieuws voor hen, aangezien er al maanden in de media werd aangekondigd dat de lonen met 11 procent zouden stijgen. Eerlijk? Vooral voor hen ware een indexering welkom geweest.
Uiteindelijk stemde de automatische loonindexering iedereen ontevreden, de werknemers én de werkgevers. De loonkosten stijgen, en de werknemers zijn ontevreden. De hoogste lonen krijgen het meest, de laagste lonen in sommige gevallen zelfs niets. Dat krijg je niet meer uitgelegd.
Het is tijd om dit systeem te herevalueren. Een loonindexering moet niet alleen socialer gemaakt worden, ze hoeft ook helemaal niet automatisch te gebeuren. Nog belangrijker is de bewustwording dat iemand die extra kosten betaalt, met name de werkgevers. Een dankuwel zou op zijn plaats geweest zijn, zelfs als de loonstijging automatisch en verplicht is.
De auteur is de CEO van Mastermail
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier