In de Belgische kranten las ik dat een man die ooit aan de top van de Britse onderwijsinspectie heeft gestaan, zijn medewerking heeft verleend aan de nieuwe minimumdoelen in België. Maar als er twee zaken zijn waarover je net níét moet leren van de Britten, dan zijn het wel onderwijs en gezondheidszorg.
Gelukkig zijn de minimumdoelen voor taal niet te veel verengelst. In het Verenigd Koninkrijk moeten kleuters het hele alfabet kennen, in België vijftien letters. In België wordt de basis gelegd om te kunnen schrijven met de juiste houding en binnen de lijntjes te kleuren. Hier moeten kleuters voor ze een jaar jonger aan het eerste leerjaar mogen beginnen, leesbare zinnen kunnen schrijven. Ze mogen fonetisch schrijven, maar wij hebben bij onze oudste dochter gemerkt hoe moeilijk het is van een fonetische naar een correcte spelling over te schakelen.
Ik las ooit dat je bij kinderen van nul tot zes jaar op de hardware moet focussen, en dat het brein pas vanaf zes jaar klaar is voor de software, zoals taal. Daarom begint in Noord-Europa het echte lezen en schrijven pas dan. En ik geloof dat ook! Wij praten allebei Nederlands tegen onze kinderen. De oudste sprak enkel Engels terug. Ook tegen haar neefjes en nichtjes die daar geen woord van begrepen. Maar sinds de zomer dat ze zes werd, kan haar brein plots al die woorden in twee vakjes sorteren en spreekt ze vloeiend Nederlands.
Onze driejarige kleuter denkt daar anders over. Afgelopen week vond ze het stoepkrijt. Leuk, dacht ik: de tuin een beetje opvrolijken met regenbogen en bloemen. Maar helaas, ze had net de letter f geleerd en dus kreeg elke stoeptegel een f. Ik zette er een p voor. Pfff. Als ik met de oudste huiswerk zit te maken, wil zij ook huiswerk krijgen. Dan moet ik stippen zetten, zodat ze haar naam kan schrijven. Af en toe zet ik stippen die een lachend mannetje vormen, maar ik krijg een angry face in ruil. Niet op papier, maar op haar gezicht. Creativiteit brengt haar geen plezier. En natuurlijk, ieder kind is anders. Toch ben ik ervan overtuigd dat de focus op het academische haar voorkeur heeft geconditioneerd.
Toevallig wonen we dicht bij een uitstekende crèche. Mensen verhuizen naar onze buurt om hun kind daarbinnen te krijgen. De balans tipt sinds onze dochter drie is gewoon te veel over naar academische prestaties. Omdat ze in september geboren is en er hier geen instapmomenten zijn, zal ze haar pre-school twee keer doen. Elk kind dat op 1 september vier is, gaat naar school. Mijn oudste, die in augustus is geboren, startte de school drie weken nadat ze vier was geworden, de jongste zal dat pas doen drie weken voor ze vijf wordt.
We zagen dat niet echt zitten, nog een extra jaar veel te vroeg die letters erin drillen. Dus we zochten naar alternatieven. De lagere school van de oudste heeft ook een pre-school, maar de dagen zijn er maar van 9 tot 15 uur en ze volgen de schoolvakanties. Een logistieke nachtmerrie dus. Onze nieuwsgierigheid was te groot, dus we boekten een bezichtiging. En waaw! Ik ben zo blij met die school. Zo on-Brits en zo rebels tegen al die academische druk. Lang verhaal kort: vanaf september zitten we hier met een logistieke nachtmerrie, want onze kleuter gaat nog een jaartje langer echt kind zijn!
De auteur woont en werk in Londen