Marc Buelens

‘Therapie helpt. Na tientallen jaren onderzoek weten we stilaan waarom’

Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Het luisterend oor van de hulpverlener is vaak nog het enige luisterend oor.

De vraag naar psychotherapie is sinds covid alleen maar toegenomen. We hebben veel maatschappelijke problemen geïndividualiseerd. Ook onze kinderen hebben psychologen nodig, omdat ze hoogsensitief zijn, een verdacht hoog autismespectrumquotiënt hebben, hyperactief zijn en ja hoor: al te hoogbegaafd zijn. De nood is hoog, maar is de redding nabij?

In geen geval door al die zelfverklaarde coaches. Iedereen kan zich levenscoach noemen. Ik voel me wat depri, en dus naar de coach. De markt is eindeloos, de noden buitengewoon sterk, het aanbod aan kwakzalvers, geitenwollensokken-wereldverbeteraars en zelfverklaarde ervaringsdeskundigen groeit met de dag. Gelukkig: sinds 1 september 2021 vonden al 410.022 mensen in ons land de weg naar een geconventioneerde psycholoog of orthopedagoog.

De behandeling van depressie door academisch gevormde psychiaters en psychologen is al meer dan vijftig jaar oud. De Amsterdamse toponderzoeker Pim Cuypers stelde zich een eenvoudige vraag: zijn al die therapievormen wel effectief? Hij ordende duizend wetenschappelijke studies en kwam tot boeiende vaststellingen.

Laten we beginnen met het goede nieuws. Therapie helpt. Na tientallen jaren onderzoek weten we stilaan waarom. Omdat we als patiënt het heft in eigen handen nemen, omdat we aan onszelf willen werken, omdat we onze koppige weerstand (ik geloof niet in praters) opgeven. We weten dat elke vorm van aandacht helpt. Ook professionele aandacht. Het luisterend oor van de hulpverlener is vaak nog het enige luisterend oor. Maar niet alle vormen van behandeling zijn op lange termijn even effectief. Vooral pillen hebben de evidentie op lange termijn niet aan hun kant. De snelle behandeling met wat medicatie is vooral geschikt als noodmaatregel op korte termijn, in afwachting van het betere werk.

Er is helaas ook slecht nieuws. Niet alle therapeuten passen bij elke patiënt. Ook therapeuten kunnen overwerkt zijn, sommigen zijn zelf lichtjes ‘gestoord’, sommigen maken patiënten afhankelijk, waardoor ze jarenlang in behandeling blijven. Vooral psychoanalyse heeft geen al te goede reputatie op dat vlak.

Omdat psychotherapie gezien wordt als een medische ingreep, eist men concrete resultaten. De gouden standaard is cognitieve gedragstherapie, waarbij via de bijsturing van negatieve gedachten en gevoelens of denkfouten gewerkt wordt aan concreet gedrag, zoals wat vroeger opstaan of meer contact zoeken. Het drie-G-schema (gedachten, gevoelens, gedrag) werkt wel degelijk, maar helaas, zoals bij elke vorm van behandeling, niet bij iedereen.

Bovendien heb je goed opgeleide en ervaren psychotherapeuten nodig. Een huisarts of kinesist is daarvoor onvoldoende opgeleid en er zijn geen ervaren therapeuten op overschot. Er zijn een hele reeks alternatieve methoden, waaronder gedragsactivatie, waarbij de aandacht wordt gericht op het heilzame effect van gedrag. Beweeg meer, doe vooral dingen die je vroeger voldoening schonken, zoals fietsen of in de tuin werken. Ook die methode is vaak efficiënt en veel eenvoudiger toe te passen. Uiteraard geldt voor elke behandeling de waarschuwing dat voor ernstige problemen – denk aan zelfmoordneigingen – sommige snelle methoden ronduit gevaarlijk kunnen zijn.

Opvallend in de studie van Cuypers is dat de modernere benaderingen (vaak herkenbaar aan het woord ‘mindful’ in de naam) niet effectiever zijn dan de klassieke. De enige methode die wat minder goed scoort (en gelukkig nog weinig wordt gehanteerd), is de zuivere, niet-directieve aanpak: luisteren, wat spiegelen, aanvaarden en ondersteunen. Vroeg of laat moet er blijkbaar een plan van aanpak worden uitgewerkt.

De auteur is emeritus professor management aan Vlerick Business School. www.marcbuelens.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content