Fiona Mandos
‘Tegen dat onze dochter naar school gaat, zijn wij 80.000 pond armer’
Kinderopvang is zowel in België als in het Verenigd Koninkrijk een bron van ongenoegen, frustratie en wanhoop. Maar om verschillende redenen.
In België gaat het vooral over het aantal kinderen per begeleider. In het Belgische discours wordt het Verenigd Koninkrijk vaak aangehaald als het goede voorbeeld als het gaat om het aantal begeleiders per kind. Dat snap ik. Ik kan het me niet anders voorstellen dan dat er één volwassene beschikbaar is voor drie baby’s, vijf peuters of acht à dertien kleuters. De verhouding bij de kleuters hangt af van de kwalificatie van de begeleiders. Pas als ze hier naar school gaan op hun vijfde, komen kinderen terecht in klassen van dertig met één leerkracht. Tot dan zijn er genoeg handen voor de individuele behoeften van de kinderen. Wij kunnen met een gerust hart werkende ouders zijn. Wij weten dat onze dochter omringd is door begeleiders die haar door en door kennen en tijd hebben daarop in te spelen.
Maar er is een maar. En dat is het prijskaartje. Acht jaar geleden bedroeg dat voor onze oudste dochter nog tussen 900 en 1.200 per maand. Nu zitten we aan 1.600 tot 1.900 pond per maand. En het stopt nog niet voor onze tweeëneenhalfjarige. In België zou ze na de paasvakantie naar school gaan, hier is het nog wachten tot september 2026. Dat is dubbel zolang. Vanaf drie jaar wordt het een heel klein beetje goedkoper. Tegen dat onze dochter naar school gaat, zijn wij 80.000 pond armer. Kinderbijslag en ouderschapsverlof bestaan hier niet. De meeste ouders betalen een kwart tot de helft van hun gezamenlijk inkomen aan kinderopvang. 45 procent van de ouders moeten geld lenen of aan hun spaargeld zitten om de kinderopvang te kunnen betalen. Net over de helft van vrouwen die een abortus hadden, zegt aan dat de kosten voor de kinderopvang de doorslaggevende factor waren.
De overheid beloofde te helpen door ouders van tweejarigen, net zoals al voor driejarigen geldt, vijftien gratis opvanguren per week te geven. Nu blijkt dat ze de crèches niet genoeg steunen voor die gratis uren, waardoor die hun prijzen verder moeten optrekken. De kosten voor de ouders blijven dus eigenlijk gelijk. Na een beetje hoop op hulp en begrip overheerst nu, drie weken voor het nieuwe schema van kracht gaat, puur ongeloof en wanhoop. Veel ouders moeten de rekening maken en moeilijke beslissingen nemen. Een derde overweegt zijn baan op te zeggen.
En zo komt het in beide landen toch een beetje op hetzelfde neer: er gaat niet genoeg aandacht en geld naar kinderopvang. Ook hier zijn de lonen voor de begeleiders te laag en moeten crèches sluiten door gebrek aan personeel. Ook hier staan ouders in een spreidstand om te blijven meedraaien in een economie gebaseerd op tweeverdieners, zonder een structurele oplossing voor hun jonge kinderen. Vrij van financiële schulden en vrij van dat knagende schuldgevoel tegenover hun kinderen als de zorg gewoon niet toereikend is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier