De egocratie is overal, zegt Julien De Wit. De boodschapper werd belangrijker dan de boodschap zelf.
Public relations waren altijd al nodig om het ver te schoppen, als persoon en als bedrijf. Een vorst in het feodale systeem had bondgenoten nodig en moest kunnen communiceren, net zoals een CEO dat vandaag moet doen. Wie niet om pr bekommerd is, delft altijd het onderspit.
Op zich is dat niet vreemd. Krachtig communiceren en connecteren was in de loop van de evolutie juist de sterkte van de mens. Pr is dus vanzelfsprekend overal, maar in de politiek is ze problematisch geworden. Daar heeft ze de inhoud vervangen.
Egocratie
Waar alleen pr overblijft, begint de egocratie. Die bederft niet alleen de democratie, maar ook de politieke stiel. Politici die hun vakantie laten verslaan in de boekjes, selfies altijd en overal, deelnames aan zowat elk entertainmentprogramma. Op zich denk ik: ieder doet maar wat hij wilt. Het probleem ligt echter dieper. Straks voeden we alleen ego’s en niet meer het debat. De egocratie is overal.
De trend van de personencultussen rond politici is al een tijd zichtbaar. Niet alleen in België, ook in het buitenland. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop de Franse president Emmanuel Macron zijn introductie bij het grote publiek klaarspeelde. In de regering-Hollande was Macron nog een onopvallende minister, maar door een pact met de Franse roddelpers kwam hij in de belangstelling te staan. Paparazzifoto’s en zorgvuldig geplande humaninterestverhalen maakten hem groot, terwijl hij de illusie wekte zijn privéleven te willen afschermen. De mens heeft altijd al een fascinatie gehad voor het verborgene en Macron maakte er gebruik van.
De ontluikende egocratie werd gebruikt om een bepaald verhaal te kunnen vertellen. Als gateway naar het debat. Zoals de bijzonder intelligente actrice Barbara Sarafian me ooit vertelde: “Il y a savoir faire et faire savoir.” Je moet jezelf kenbaar maken, maar haar citaat doelde ook op de nodige balans tussen inhoud en ego.
Tegenwoordig schiet alleen nog de faire savoir over. De boodschapper werd belangrijker dan de boodschap zelf. Een streven naar roem maakt bij de hedendaagse politicus plaats voor een streven naar beroemdheid. Nu verschillen roem en beroemdheid op minstens één punt: roem gaat over wat iemand deed, beroemdheid over wie iemand is.
Ik heb oprecht medelijden met de politici vandaag de dag. In een egocratie wordt authenticiteit gesmoord en is schijn alles. Veel politici dreigen niet meer vanuit een gemeenschappelijk verhaal te vertrekken, maar vanuit een visie over hoe te scoren in de media. Ze zijn wanhopig op zoek naar een imago dat ze zichzelf kunnen aanmeten. Een imago dat extern wordt gemotiveerd door verslavend applaus en angst voor afwijzing. Ze vertrekken vanuit de reactie in plaats van vanuit zichzelf, want je waarde wordt gemeten in likes, volgers en poppollresultaten.
Als kers op de taart werken politieke partijen die mechanismen ook nog eens in de hand. Het is geen geheim dat ze straks met het vergrootglas kijken naar potentiële kandidaten wanneer de verkiezingslijsten worden samengesteld. Alleen ligt de nadruk niet op de kwaliteit van het geleverde werk, maar op populariteit. Het luie parlementslid dat het parlement amper van binnenuit heeft gezien, maar sterk communiceert, haalt het van de onbekende dossiervreter. Ik hoop dat er in 2024 wordt gestreefd naar een balans.
Tot slot: ook op ons, burgers, rust een verantwoordelijkheid in de strijd tegen de egocratie. Toen N-VA-voorzitter Bart De Wever online een campagnefilmpje van 7 minuten postte, las ik meerdere keren dat “7 minuten wel erg lang is, zeker op sociale media”. Je kunt voor of tegen de inhoud zijn, maar we zijn vaak erg gemakzuchtig. Ook op ons rust de plicht om de egocratie een halt toe te roepen en op zoek te gaan naar inhoud. Misschien is de toekomst van het land ons wel meer dan 7 minuten waard.
De auteur is voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier