Arne Kerst
Private equity: eerder entrepreneurs dan ‘barbarians at the gate’
Arne Kerst werkt voor de private-equity-investeerder Top Tier Access en heeft daarmee de vinger aan de pols van die markt van private, niet-beursgenoteerde investeringen. Elke maand belicht hij een stukje van die markt. Deze keer gaat het over de essentie van private equity.
Welke gedachten gaan door uw hoofd als u de term ‘private equity’ hoort? Zijn het de koelbloedige bedrijfsraiders uit de jaren tachtig, het beeld uit boeken als Barbarians at the Gate? Of zijn het ondernemende investeerders die bedrijven verbeteren en daarmee een sterk rendement bieden aan hun eigen investeerders?
Het basisprincipe van private equity is simpel: investeerders kopen bedrijven met behulp van schuldfinanciering, verbeteren die en verkopen ze daarna. Maar wat heeft die activaklasse de laatste decennia zo succesvol gemaakt?
De belangrijkste reden achter dat rendementsverschil is gelegen in het active ownership, oftewel actief aan de slag gaan met de gekochte bedrijven. Dat staat in groot contrast met investeren in de publieke markten. Reguliere beursbeleggers kunnen dan wel een grondige analyse van genoteerde bedrijven maken, de rest van de markt moet daar nog mee akkoord gaan, anders kan de verhoopte koersstijging lang op zich laten wachten.
Private-equity-investeerders scheppen op heel verschillende manieren meerwaarde. Ze kunnen onder meer via een buy-and-buildstrategie een sterk platform creëren, via een carve-out een bedrijfsdivisie van een conglomeraat efficiënt zelfstandig doen opereren, of simpelweg in een aantrekkelijke industrie de operaties stroomlijnen en nieuwe markten aanboren. Combineer dat met het slimme gebruik van schuldfinanciering om de kapitaalstructuur te optimaliseren, en je krijgt een winnende formule.
Een factor die vaak over het hoofd wordt gezien, is de hoeveelheid investeringskansen die niet beursgenoteerd zijn. In de Verenigde Staten noteert ongeveer 87 procent van de bedrijven die meer dan 100 miljoen dollar omzet draaien niet op de beurs. Dat is een grote vijver van mogelijke investeringen voor private-equityspelers.
Elk verhaal heeft natuurlijk twee kanten, en private equity is niet voor iedereen een geschikte belegging. Zo is het illiquide, wat betekent dat je die niet zomaar kunt verkopen wanneer je wilt. Over het algemeen duurt het een tiental jaar voordat je de laatste euro rendement hebt teruggekregen. Daarom is het een activaklasse die vanuit een portefeuillecontext moet worden bekeken. De illiquiditeit van die activaklasse impliceert echter ook dat die de dagelijkse schommelingen van de beurzen niet ondergaat. Dat alles zorgt voor een mooie diversificatie in een investeringsportefeuille.
Daarnaast is de langetermijnfocus van private equity voor veel bedrijven een voordeel. Aangezien ze niet beursgenoteerd zijn, zijn hun operaties niet onderhevig aan de druk van kwartaalcijfers, maar kunnen ze op een termijn van meerdere jaren denken om waarde te maximaliseren. Turnarounds van bedrijven kunnen zo ook uit het oog van de publieke markten worden gehouden, zonder dat die onnodige complexiteit teweegbrengen.
Private equity is dus verre van ‘barbarians at the gate’, maar eerder ‘entrepreneurs at the gate’. Waardecreatie is de essentie van die interessante activaklasse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier