Vrije Tribune
‘Prijsverhoging van dienstencheques moet samengaan met loonsverhoging van 10 procent’
De proefballonnen die de Vlaamse onderhandelaars lanceren, zijn niet geruststellend. Het is tijd voor klare taal. Voor Group Daenens moet een prijsverhoging van de dienstencheques samengaan met een loonsverhoging van 10 procent. Een andere uitkomst is niet aanvaarbaar.
Wederom dreigen de plannen van de Vlaamse onderhandelaars geen rekening te houden met onze huishoudhulp. Terwijl duidelijk wordt dat de fiscale aftrekbaarheid zal verdwijnen en de prijs van de dienstencheque wellicht verhoogd wordt met 1 euro, wordt in alle talen gezwegen over de verloning van de huishoudhulp. Hoog tijd om een aantal zaken duidelijk te stellen.
Een huishoudhulp die aan het werk gaat in de dienstenchequesector ontvangt een uurloon van 13,63 euro bruto. Voor al wie vier jaar of meer anciënniteit heeft opgebouwd, gaat het om 14,47 euro bruto. Huishoudhulpen ontvangen daarnaast alle wettelijke vergoedingen, zoals het feestdagenloon en het vakantiegeld, maar die worden standaard berekend op het baremaloon van maximaal 14,47 euro bruto per uur. Dat baremaloon is een laag loon, waardoor ook alle andere wettelijke vergoedingen laag zijn.
De vergoeding van onze huishoudhulpen is niet alleen laag: zij sluit ook niet aan op de vergoedingsregeling van andere, vergelijkbare sectoren, zoals de klassieke schoonmaak en de zorg. Een werknemer die een kantoor schoonmaakt, heeft vanaf dag één recht op 16,25 euro bruto. Nochtans verrichten onze huishoudhulpen telkens opnieuw zwaar en veeleisend werk dat heel wat opleiding, competenties en verplaatsingen vergt.
Dat het loon van onze huishoudhulpen verhoogd moet worden, kan en mag ook niet ter discussie staan. Een verhoging met 10 procent is een minimum. Een huishoudhulp moet minstens aanspraak kunnen maken op een verloning van 15,90 euro bruto. En dat moet meteen ook het uitgangspunt zijn van elk plan voor de sector.
Schatkist
Vandaag bedragen de totale loonkosten voor één uur huishoudhulp 25,47 euro. Dat bedrag omvat het uurloon, alle wettelijke vergoedingen, alle RSZ-bijdragen en alle kosten ingeval ziekte of afwezigheden, exclusief de eventuele maaltijdcheques en bijkomende voordelen. Een verhoging van de lonen met 10 procent zorgt logischerwijze voor een verhoging van de totale loonkosten met 2,54 euro per uur.
Nu de Vlaamse onderhandelaars kenbaar maken dat de fiscale aftrek van 1,80 euro per cheque verdwijnt en de cheque 1 euro meer zal kosten, is duidelijk dat zij de gebruiker voortaan effectief 10 euro willen laten bijdragen. De Vlaamse onderhandelaars verhogen de bijdrage van de gebruiker dus de facto met 2,80 euro per uur.
Er valt te horen en te vrezen dat de Vlaamse onderhandelaars die prijsverhoging voor eigen budget wil spenderen. Dat is niet acceptabel. De prijsverhoging die de Vlaamse onderhandelaars plannen is enkel aanvaardbaar indien ze samengaat met een volledige loonsverhoging van minstens 10 procent.
Als de nieuwe Vlaamse regering de subsidie aan de consumenten-gebruikers om budgettaire redenen nog wat verder wil afbouwen, moet ze de prijs verder verhogen, al dan niet gefaseerd. Elke bijkomende verhoging van 1 euro levert de Vlaamse schatkist dan 83 miljoen euro op.
‘De Vlaamse onderhandelaars moeten werk maken van een financiering die voldoende fair is voor de overheid, voor de gebruikers én voor de huishoudhulpen’
Nico Daenens (CEO Group Daenens)
Sociaal conflict
Maar dat moet dan wel sociaal gebeuren: een verhoging tot méér dan 10 euro kun je niet vragen aan alleenstaanden met kinderen, aan alleenstaande gepensioneerden, aan werkenden of arbeidsongeschikten die moeilijk rond komen. Als de nieuwe Vlaamse regering de consumenten-gebruikers op termijn meer wil laten bijdragen, moet ze sociale tarieven invoeren. Sociaal zwakkere gebruikers uitsluiten, kan geen kenmerk zijn van een consumentensubsidie. Zo’n uitsluiting zou onvermijdelijk tot veel hogere kosten voor zorg en bijstand leiden.
Het valt te bezien of een veel verdere afbouw van de subsidie aan de consumenten-gebruikers in het dienstenchequesysteem raadzaam is. Het systeem ondersteunt zeer stevig de werkzaamheidsgraad bij onze gezinnen en integreert op de meest efficiënte en meest economische wijze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of een afstand tot onze maatschappij. Voor de overheidsfinanciën bestaat er geen discussie over de budgettaire terugverdieneffecten: grondige studies bevestigen zeer uitdrukkelijk dat de overheid ruim 80 procent van alle kosten voor subsidiëring ten voordele van de gebruiker recupereert, en dat via bijkomende belastingen, btw-inkomsten, sociale bijdragen en de inperking van diverse sociale uitkeringen en vervangingsinkomens aan werklozen. Het afbouwen van de subsidies aan de consumenten-gebruikers gaat dan ook veel verder dan de individuele consumenten-gebruikers.
De Vlaamse onderhandelaars moeten werk maken van een financiering die voldoende fair is voor de overheid, voor de gebruikers én voor de huishoudhulpen. De zaken zijn niet op orde als de nieuwe Vlaamse regering de gebruiker 2,80 euro per uur laat bijdragen om haar budgettaire bijdrage aan het systeem in te perken. De bedrijven kunnen dat niet redden door systemen van bijfacturatie of extra bijdragen ten laste van de gebruiker. Er is niets verkeerd met systemen van bijfacturatie en extra bijdragen aan de gebruiker, maar ze volstaan niet om een volledig faire verloning op te bouwen. Systemen van bijfacturatie en extra bijdragen concurreren onderling. Hoogstens ondersteunt de bijfactuur of de aanrekening van extra bijdragen de toekenning van maaltijdcheques en kostenvergoedingen. Maar daar kopen onze huishoudhulpen geen pensioenrechten mee en betalen ze geen belastingen.
In het geval dat de nieuwe Vlaamse regering de prijs verhoogt tot 10 euro en die verhoging wegstopt voor eigen middelen, sluit ze de werkgevers en de werknemers van de sector bovendien andermaal op in een sociaal conflict dat simpelweg tegen alle muren aanloopt bij gebrek aan een degelijk en fair bestuur van het dienstenchequemodel. Spijtig genoeg komt het paritair overleg in de sector niet verder dan macht- en patstellingen. De federaties en vakorganisaties moeten de beleidsmakers en onderhandelaars samen benaderen. De overheid moet verder gaan dan haar eigen huishouden en dat van de consumenten-gebruikers. Ook het huishouden van onze huishoudhelden is cruciaal.
Group Daenens is de grootste werkgever in de dienstenchequesector. CEO Nico Daenens is een van de felste pleitbezorgers voor een verhoging van de prijs van de dienstencheques.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier