Koen Van Duyse
Een tip voor minister Jan Jambon voor de wettekst over de meerwaardebelasting
Op het platform X poneer ik al meer dan tien jaar dat in dit land een fundamentele belastinghervorming slechts kan indien ze gepaard gaat met een staatshervorming en er via een fiscaal pact een maatschappelijk draagvlak wordt gecreëerd. Een hervorming met een omvangrijke vermindering van de belasting op arbeid zonder staatshervorming, zou het faillissement van enkele gewesten betekenen. En omdat de nieuwe regering geen tweederdemeerderheid heeft, komt er geen staatshervorming. Tot daar dus de veelomvattende belastinghervorming.
Een fundamentele hervorming vereist ook een maatschappelijk draagvlak. Een belastingverlaging op arbeid brengt zwaardere taxatie elders met zich. De ene tevreden, de andere ongelukkig. Dat wordt enkel geaccepteerd als zij die moeten inleveren belangrijke verbeteringen zien, bijvoorbeeld een serieuze algemene verlaging van de belastingen door besparing op de overheidsuitgaven of door structurele hervormingen.
Als we het regeerakkoord en de belastingverhogingen die daar worden aangekondigd, met op kop de meerwaardetaks van 0,5 miljard euro, tegen dat licht houden, lijkt de balans positief. Een belastingverlaging op arbeid van 4,3 miljard, en voor bedrijven van 1,5 miljard. Besparingen door structurele hervormingen in de werkloosheid, in de pensioenen, in de welvaartsenveloppe, op migratie en door een slankere overheid. Dat Marc Coucke, mede namens andere ondernemers, in De Afspraak verklaarde dat hij geen probleem heeft met de meerwaardetaks omdat er zo veel in ruil komt, is dus niet verwonderlijk. Ik denk inderdaad dat ondernemers als groep meer terugkrijgen dan wat wordt genomen. Als zij hun bedrijf verkopen, is de belasting 0 procent als de meerwaarde minder is dan 1 miljoen, iets meer dan 3 procent als de meerwaarde 10 miljoen is en 10 procent in het geval van meer dan 10 miljoen. Als pensioenspecialist kan ik zeggen dat mensen niet ongelukkig zijn met een tarief van 10 procent op hun aanvullend pensioen.
Meerwaardebelasting
Het is anders voor de particuliere spaarders-beleggers, al dan niet gepensioneerd, die de moeizaam verzamelde fondsen braaf beleggen in obligaties en aandelen. Die hebben minder redenen om gelukkig te zijn. Hun rendement uit meerwaarden wordt plots met 10 procent afgeroomd, weliswaar met een ‘voetvrijstelling’ van 10.000 euro. Voor het overige staat er voor hen niet zoveel tegenover. In de financiële planning scheelt dat een slok op de borrel. Het is nu wachten op de statistieken over hoeveel mensen dit gaat en over welke bedragen per belastingplichtige. Ik ben benieuwd.
Er wordt geopperd dat de regeling complex is. Ik betwist dat. De tekst zelf is wat de principes betreft, zeer duidelijk en eenvoudig. De vertaling naar wetteksten zal ongetwijfeld moeilijker zijn. Maar indien een goede fiscale wetgevingsspecialist dit voorbereidt en de interkabinettenwerkgroep er zich constructief over buigt, zal dat zeker lukken. Er worden vooral uitvoeringsproblemen opgeworpen. Die zijn er, maar ze zijn oplosbaar. Er moeten geen technieken uitgevonden worden. Een vrijstelling van 10.000 euro claimen is niet anders dan de jaarlijkse vrijstelling van 833 euro voor dividenden claimen. De verwerking van buitenlandse meerwaarden is niet anders dan buitenlandse dividenden aangeven. Historische meerwaarden bepalen is ongetwijfeld moeilijker, maar dat gebeurt nu ook dagelijks bij de vleet. Dat is trouwens een uitdovend probleem.
We geven minister Jan Jambon tot slot een tip mee. Bij mijn weten staat de term ‘voetvrijstelling’ nergens in de fiscale wetgeving . Toch zegt het regeerakkoord dat er een voetvrijstelling van 10.000 euro zal gelden. Welnu, heel lang geleden stond in het Wetboek van Successierechten een artikel 54: “Hetgeen verkregen wordt door een gehandicapte persoon wordt aan de voet vrijgesteld…”. Ziedaar, minister Jambon, een deel van de wettekst krijgt u hier al cadeau.
De auteur is partner bij Tiberghien Advocaten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier