Jan Longeval

Opgepast voor de beurscorrectie: de risico’s van ‘koop de dip’

Jan Longeval financieel expert en docent aan de Vlerick Business School

Wie systematisch naar de ingang van het beursgebouw loopt wanneer de eerste rook uit de ramen komt, in de gedachte dat het weer barbecuetijd is, krijgt vroeg of laat een brandend gebinte op zijn hoofd.

De beurscorrectie die volgde op Liberation Day van 2 april was na een paar weken alweer weggewerkt. Met de nodige zin voor ex post rationalisatie worden allerlei fundamentele redenen bijeengeschraapt om het snelle herstel goed te praten. De bedrijfswinsten vallen best mee, Jay Powell mag onafhankelijk blijven en TACO – een nieuw beursacroniem voor Trump always chickens out (Trump trekt zijn staart altijd in) – smaakt goed. Feit is dat de onzekerheid is toegenomen. Donald Trump blijft zich gedragen als een ongeleid projectiel. Feit is ook dat de Amerikaanse obligatierente de hoogte is ingeschoten. Een hoger risico en een hogere obligatierente moeten zich normaal vertalen in lagere beurskoersen, in elk geval lager dan op Liberation Day.

Het snelle beursherstel wordt gedreven door een fenomeen dat sinds de Grote Financiële Crisis een vast patroon heeft aangenomen en dat aan kracht lijkt te winnen. Een groeiende horde retailbeleggers stort zich bij elke dip op de aandelenmarkt. JP Morgan becijferde dat Amerikaanse retailbeleggers in april netto voor 40 miljard dollar aandelen hadden gekocht, de grootste instroom in de geschiedenis. Ze hielden blijkbaar hun buskruit droog, de vinger aan de trekker, hoopvol uitkijkend naar de eerstvolgende dip. Spannend allemaal!

De vraag moet worden gesteld of we hier bewijs zien van slimme dan wel van domme retailbeleggers. Retailbeleggers blonken traditioneel uit in sell the dip en buy the top. Bij een beurscorrectie liepen ze in drommen naar de uitgang van het beursgebouw, om pas terug te keren nadat de beurs een nieuw record had neergezet. Nu lopen ze massaal naar de ingang als de beurs een klap heeft gekregen. Opvallend is dat professionele beleggers, traditioneel beschouwd als het ‘slimme geld’, aan de kant zijn blijven staan.

Wie systematisch naar de ingang van het beursgebouw loopt wanneer de eerste rook uit de ramen komt, in de gedachte dat het weer barbecuetijd is, krijgt vroeg of laat een brandend gebinte op zijn hoofd.

Het internet en initiatieven zoals de FIRE-beweging (financial independence, retire early) hebben gezorgd voor financiële educatie. Vooral jonge beleggers lijken ervan te hebben geprofiteerd. Ze zijn fan van de aandelenmarkt als fundament van vermogensopbouw. Zo bekeken zijn ze slim, wellicht slimmer dan de oudere generatie beleggers, of beter, niet-beleggers. Maar in tegenstelling tot de oudere generatie beperkt hun beurservaring zich tot het tijdvak na de Grote Financiële Crisis, dat hen heeft ‘geleerd’ dat elke beurscorrectie een koopkans is. De centrale banken stonden steeds klaar om de economie en de financiële markten te hulp te schieten met renteverlagingen en quantitative easing. En als dat niet volstond, was Vadertje Staat gul met fiscale stimuli. Je zou voor minder beginnen te kwijlen wanneer het belletje van een beurscorrectie rinkelt.

Zoals steeds draagt kuddegedrag op de beurs de kiem van zijn ondergang. Toen de Amerikaanse overheidsschuld op vrijdag 16 mei zijn laatste AAA-rating verloor, daalde de S&P 500 met 1 procent. Dat was reden genoeg voor de Amerikaanse retailbeleggers om zich op maandag op aandelen te storten, als honden op een stuk spek. Ze kochten in de ochtendsessie netto voor 4,1 miljard dollar aandelen, een nieuw record. Dat soort gedrag helpt je te begrijpen waarom de Amerikaanse beurs zo hardnekkig de wetten van de zwaartekracht blijft tarten. Dat de koop-de-dippers een blinde voorkeur hebben voor trackers op de S&P 500, is er zeker schatplichtig aan.

Ken Fisher noemde de beurs ooit The Great Humiliator. Als te veel beleggers de eerste helft van het woord ‘risicopremie’ vergeten, zal de beurs onvermijdelijk naar overgewaardeerd terrein worden gestuwd. Waarna de Grote Correctie onvermijdelijk is. Wie systematisch naar de ingang van het beursgebouw loopt wanneer de eerste rook uit de ramen komt, in de gedachte dat het weer barbecuetijd is, krijgt vroeg of laat een brandend gebinte op zijn hoofd.

De auteur is eigenaar van Kounselor Consulting en adjunct-professor aan de Vlerick Business School

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content