Thomas De Jonckheere

‘Ook na het zomerakkoord blijven alleenstaanden de zwaarst belaste groep in ons land’

Volgens Thomas De Jonckheere zijn alleenstaanden de grote verliezers van de fiscale hervorming van de regering-De Wever. “België voert de wereldranglijsten aan in de fiscale druk op alleenstaanden zonder kinderen. Toch slaagt de regering er niet in daar structureel iets aan te doen.”

Minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) zwaait met het fiscale zomerakkoord alsof het om een revolutionaire hervorming gaat. Er worden mooie vooruitzichten geschetst, zoals een verhoging van het nettoloon en de middenklasse die er eindelijk op zou vooruitgaan. Wie wat dieper in de cijfers duikt, merkt echter dat dit akkoord vooral mikt op electorale perceptie in plaats van op structurele rechtvaardigheid. Het is een cijferoefening die uitblinkt in beloften waarvoor de rekening door iemand anders zal moeten worden betaald — en waarschijnlijk nooit zal worden betaald.

De kern van de zaak: de echte opbrengsten van deze fiscale hervorming worden pas verwacht vanaf 2029 (aanslagjaar 2030). Tot dan gaat het slechts om kruimels. Het extra nettoloon waar men nu zo graag mee pronkt, blijft verwaarloosbaar. De onmiddellijke impact op de koopkracht is marginaal — zeker als men rekening houdt met de inflatie, de energieprijzen en de levensduurte.

Dat de structurele verhoging pas ingaat in 2029 is geen toeval. Dan staan er federale verkiezingen op het programma. De huidige regering schuift dus maatregelen naar voren die volledig afhangen van de wil en de slagkracht van een volgende federale ploeg. Tot 31 december 2029 kan elke toekomstige regering de beloofde verhoging probleemloos terugdraaien. Gezien de somber gestemde begrotingsprognoses en het tanende budgettaire realisme lijkt dat zelfs een bijzonder waarschijnlijk scenario.

Wat we vandaag meemaken, is een schijnpolitiek: men maakt de bevolking iets wijs dat praktisch nauwelijks haalbaar lijkt, en waarvoor men hoogstwaarschijnlijk zelf geen verantwoordelijkheid meer zal dragen.

En wie zijn de grote verliezers in dit verhaal? Onder meer de alleenstaanden — al jarenlang de zwaarst belaste groep in ons land. België voert steevast de wereldranglijsten aan in de fiscale druk op alleenstaanden zonder kinderen. Toch slagen onze regeringen er keer op keer niet in daar structureel iets aan te doen.

De regering erkende in haar eigen regeerakkoord nochtans de diversiteit aan samenlevingsvormen en beloofde een beleid dat neutraliteit zou garanderen. Maar in de praktijk blijft dat holle retoriek. De enige maatregel uit het zomerakkoord die een licht voordeel oplevert voor alleenstaanden, is de hervorming van de bijzondere bijdrage aan de sociale zekerheid — een correctie, maar geen doorbraak. De verhoging van de belastingvrije som geldt voor iedereen, dus ook voor koppels met twee inkomens. De alleenverdieners die alle kosten zelf dragen (huur of hypotheek, energie, verzekering, boodschappen…) schieten daar relatief weinig mee op.

Ja, ook de alleenstaande zal in zijn koopkracht een minieme stijging zien, maar nog altijd aanzienlijk minder dan het klassieke gezin. Dat is nauwelijks te rijmen met de zelfverklaarde doelstelling van fiscale neutraliteit tussen samenlevingsvormen.

Een echte hervorming had meer moed vereist. Een hogere belastingvrije som specifiek voor alleenstaanden, bijvoorbeeld. Of een versnelde en volledige afbouw van het huwelijksquotiënt, in plaats van de ‘afbouw light’ tot de helft, die nu is voorzien. Met de vrijgekomen middelen had men de fiscale druk voor alleenstaanden eindelijk kunnen verlichten.

Daarbovenop is de in het verleden gemaakte keuze voor de uitbreiding van flexi-jobs tot een brede waaier aan sectoren — ook die waar nauwelijks zwartwerk voorkomt — een fiscale keuze die geld kost. Geld dat men ook had kunnen inzetten voor wie nu onder aan de fiscale ladder bungelt. De uitbreiding lijkt meer ingegeven door werkgeverslobby’s dan door een rechtvaardigheidsgevoel.

Kortom: de alleenstaande wacht al jaren op een echte fiscale hervorming, en moet vandaag opnieuw vaststellen dat zijn of haar belangen onderaan op het prioriteitenlijstje staan. Ook de gezinnen, overigens, gaan er de komende jaren nauwelijks op vooruit.

Wat blijft, is een regering die in alle talen zwijgt over de komende jaren, en een toekomstbeeld ophangt dat er op papier mooi uitziet, maar op geen enkele manier verankerd is in politieke of budgettaire realiteit. Wie gelooft in een belastingverlaging in 2029, gelooft in sprookjes. En sprookjes, zo leert de geschiedenis, eindigen zelden goed wanneer het over begrotingen gaat.

Lees meer over:

Partner Content