Julien De Wit
‘Nee, je moet jezelf niet zijn op het werk’
Een titel mag al eens controversieel zijn. Voor ik een bende scheldende kwaadwilligen over me heen krijg: lees alsjeblieft door tot het einde van deze column. Poneren dat we niet altijd onszelf moeten zijn op het werk is in deze tijden een beetje als roepen dat suiker ongezond is op een kinderfeestje: het zal gegarandeerd reacties uitlokken. In een tijd dat authenticiteit als het hoogste goed wordt voorgesteld en iedereen wordt aangemoedigd ‘naar zijn of haar eigen waarheid te leven’, is het bijna ketters te suggereren dat er grenzen moeten zijn aan hoe we ons uiten – zeker op de werkvloer.
Onlangs was ik te gast in een panelgesprek over het werken van morgen. Een bedrijfsleider in het panel vertelde dat het unique sellingpoint van zijn bedrijf was dat elke werknemer volledig zichzelf kan zijn. Het was volgens hem de basis van elk goed werkend hr-beleid. Hij zei het met zoveel overtuiging dat het applaus uitlokte in de zaal. In eerste instantie knikte ik instemmend mee. Wie wil níét authentiek zijn? Wie proclameert dat de basis van een gezonde werkcultuur intolerantie zou zijn? Maar hoe langer hoe meer bleef die opmerking knagen.
We leven en werken steeds meer in horizontale structuren in plaats van verticale. Je baas is niet langer alleen een baas, maar vaak ook een collega. We staan op dezelfde hoogte. De moderne leidinggevende wordt steeds vaker gezien als een leider die midden tussen de mensen staat – iets wat je overal ziet en hoort. De sfeer op de werkvloer is geëvolueerd van hiërarchisch en formeel naar gemoedelijk en gelijkwaardig. Dat opent de mogelijkheid om je persoonlijkheid steeds meer te laten zien op de werkvloer. Dat is een goede zaak.
Het tonen van je persoonlijkheid op het werk bevordert een omgeving van vertrouwen en samenwerking, wat leidt tot een verhoogde betrokkenheid en motivatie van medewerkers. Als werknemers zichzelf kunnen zijn, ervaren ze meer werkgeluk en welzijn, wat resulteert in minder stress en een hogere productiviteit. Bovendien stimuleert een authentieke werkcultuur volgens tal van onderzoeken creativiteit en innovatie in bedrijven, aangezien diverse perspectieven en ideeën worden aangemoedigd.
De werkvloer is een verkleedpartij. Je ware gelaat tonen is belangrijk, maar investeren in een professioneel imago blijft relevant.
Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. In hun paper Be Yourself, But Carefully in Harvard Business Review tonen Lisa Rosh en Lynn Offerman aan dat honderd procent van de tijd jezelf zijn op het werk, nefaste gevolgen kan hebben. Zo leidt het delen van te veel persoonlijke details volgens onderzoeken tot een verlies van vertrouwen en geloofwaardigheid. Deel je te veel, dan kom je niet professioneel en deskundig over. Slecht voor je carrière dus. Collega’s die dan weer te weinig delen, worden als weinig toegankelijk en kil aangezien.
De les die daaruit valt te leren? Ook in het zichzelf zijn op de werkvloer is er een grens. Het overdreven professionalisme van de jaren vijftig, waarin niemand buiten durfde te komen zonder maatpak of naaldhakken, is wellicht overdreven. Maar de honderd procent informele sfeer die velen vandaag verwachten, is dat eveneens. Zeker de gen-Z-medewerker heeft het, gemiddeld genomen, moeilijk met die vaststelling. Want het betekent dat je wellicht niet de hele tijd zomaar moet zeggen wat je denkt of dragen wat je wilt.
Franz Kafka schreef: “Ik schaamde me toen ik besefte dat het leven een verkleedpartij was en ik zonder masker aanwezig was.” Onder invloed van het individualisme zijn we die realiteit meer en meer gaan ontkennen. Ook de werkvloer en het professionele leven zijn een verkleedpartij. Je ware gelaat tonen is belangrijk en kan bevorderlijk werken, maar investeren in een professioneel imago blijft relevant. Wie dat niet doorheeft, wacht vroeg of laat een koude douche.
De auteur is publicist, columnist en master internationale politiek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier