Marc Buelens

Moet u zich zorgen maken dat uw baan zal verdwijnen?

Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Bij technologie telt één groot criterium: het moet werken. Weet u hoe het ABS-systeem in uw auto werkt? Dat interesseert u waarschijnlijk geen moer.

Machines zijn al heel lang groter, sterker, geduldiger en sneller dan de mens. Ze leiden af en toe aan metaalmoeheid, toegegeven, en af en toe crasht een vliegtuig door een technisch defect, maar bestudeer even de belangrijkste honderd vliegrampen: aan de basis ligt bijna altijd een menselijke fout, soms de meest bizarre. Tot zulke lange rijen blunders zijn ChatGPT, Edge, Bing en consorten niet in staat. Als de machines nu ook slimmer en creatiever zijn, so what? Vroeger kon je nog stellen: ja, maar de mens heeft ze geprogrammeerd. Die tijden zijn voorbij. Die dingen werken op een manier die soms niet al te duidelijk is. Het is immers technologie, en dan telt één groot criterium: het moet werken. Weet u hoe het ABS-systeem in uw auto werkt, hoe Spotify exact zijn algoritmes (her)programmeert? Dat interesseert u waarschijnlijk geen moer. Wat u wel interesseert, is veiligheid en fijne muziek. Die houding domineert ook bij artificiële, generatieve en zelflerende intelligentie. Het werkt soms spectaculair, maakt soms bizarre fouten en ontwerpers willen het vooral beter maken, ook al weten ze niet meer glashelder waarom de dingen werken zoals ze werken.

Bij technologie telt één groot criterium: het moet werken. Weet u hoe het ABS-systeem in uw auto werkt? Dat interesseert u waarschijnlijk geen moer.

Moet u zich zorgen maken dat uw baan zal verdwijnen? Die alarmkreten lees ik ook regelmatig. Het is wellicht zelfs een van de meest gestelde vragen aan… ChatGPT. Ik ben minder voorzichtig geprogrammeerd dan het ding. Economie is een sociale wetenschap, en daar kun je de dingen definiëren zoals je wilt. Als we de productie van enkele basisgoederen, zoals voedsel, bescherming tegen warmte en koude en slapen, overlaten aan robots, moeten we gewoon onderling afspreken waar de overvloed aan geld naartoe zal vloeien. Naar machtigen, naar mensen met al veel geld (bankiers), naar God door offers, naar kunstenaars, noem maar op. We zullen zeker nieuwe schaarste vinden. Eeuwenlang ging het geld naar wie door God was aangesteld. Recenter vloeide het geld naar mannen met veel diploma’s, nog wat recenter naar mannen en vrouwen met veel diploma’s en sinds enkele jaren vooral naar wie heel goed tegen een bal kan trappen. Dat zijn allemaal afspraken, net zoals we afspreken dat rondreizen door Azië geen werk is en dus niet moet worden betaald (tenzij je een journalist bent), dat bij Google spelletjes spelen wél werk is en zelfs heel goed kan worden betaald. Maar als moeder voor zes kinderen zorgen is helemaal geen werk, en kan dus zeker niet worden betaald. Die afspraken worden door (goed betaalde) geleerde dames en heren als ‘beantwoordend aan de wetten van de economie’ toegelicht. Welke wetten? Wie bepaalt die?

Kijk naar wie in het verleden (goed) werd betaald. Wat voor nuttig werk deden die? Paternosters maken, zegeningen geven, dieren mishandelen in circussen, hoefijzers smeden. Zo’n 60 procent van de banen in hun huidige vorm bestond niet na de Tweede Wereldoorlog. Probeer vooral niet te voorspellen aan wie of voor wat we over dertig jaar geld zullen geven als ChatGPT en collega’s al het ‘oud’ werk hebben overgenomen (zoals het schrijven van columns).

Tien jaar geleden trok men aan de alarmbel: volgens een veel geciteerde, maar methodologisch erg zwakke Oxford-studie, zou de helft van de banen worden overgenomen door robots. Nu waarschuwt een paper – van OpenAI – voor hetzelfde. The chatbots are coming! In de praktijk valt het mee, bijna alle banen hebben enkele procenten die moeilijk te automatiseren vallen. Vooral vingervaardigheid en flexibiliteit. Ja, veel jobcategorieën zullen verdwijnen, andere zullen behouden blijven, maar vooral, er zullen nieuwe banen bij komen. Welke? Wie zal daarover beslissen? Niet Bing, niet ChatGPT, maar de al even ondoorgrondelijke economische en politieke krachten die ernaar zullen staren en verontwaardigd roepen: o tempora o mores!

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School. Volg mij op www.marcbuelens.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content