Pieter Verstraete

Lokale autoriteiten mogen in China experimenteren met economisch beleid: ‘Vissersstadje Shenzhen groeide zo uit tot metropool’

Pieter Verstraete Columnist en sinoloog

“Een van de grote westerse misconcepties is dat de Chinese economische politiek centraal wordt gepland vanuit de binnenste heiligdommen van de Partij”, schrijft Pieter Verstraete.

In de hipsterbuurt om de hoek is het niet het meisje met paarse haren dat uit de toon valt, maar de regeringsfunctionarissen in hun strakke maatpakken. De thee- en mahjonghuizen in de volksbuurt transformeerden de jongste jaren in platenwinkels, hippe koffiebars en ijssalons. In een oncomfortabele designstoel aanschouw ik de catwalk van hip Chengdu tot plots een delegatie van regeringsvertegenwoordigers passeert uit een andere provincie.

Overheidsdelegaties zijn dagelijkse koek in het Chinese bestuursmodel. Een van de grote westerse misconcepties is dat de Chinese economische politiek centraal wordt gepland vanuit de binnenste heiligdommen van de Partij. Het tegendeel is waar. In China’s gedecentraliseerde economische model hebben lokale overheden als steden, arrondissementen en provincies verregaande autonomie. Plaatselijke ambtenaren zijn verantwoordelijk om een beleid uit te stippelen dat de economie stimuleert, jobs creëert en investeringen aantrekt.

Het oudste en bekendste voorbeeld is Shenzhen. De lokale autoriteiten kregen in het vissersstadje eind jaren zeventig de flexibiliteit om te experimenteren met economisch beleid en buitenlandse investeringen. De stad groeide uit tot een metropool met een bruto economisch product dat al in de buurt komt van Noorwegen. Dat succesvolle beleidsexperiment werd uitgerold in de rest van China.

‘Door de integratie van de plattelandseconomieën in de digitale markt ontstonden jobs en lokale groei’

In de plattelandsgebieden zijn er de Taobao-dorpen als succesverhaal in armoedebestrijding. Zo’n dorp ligt vaak in een achtergesteld economisch gebied en minstens 10 procent van de huishoudens runt er een onlinewinkel via het Taobao-platform. De lokale overheden ondersteunden de e-commercebusiness door infrastructuur, training en middelen te bieden aan lokale ondernemers. Door de integratie van de plattelandseconomieën in de digitale markt ontstonden jobs en lokale groei. Wat begon als één dorpje dat online meubelen verkocht, groeide uit tot een economisch model. Intussen telt China al 7.000 Taobao-dorpen.

Opereren lokale beleidsmakers dan volledig in een vacuüm? Niet echt. De centrale overheid zet de lijn uit. Voor westerlingen mogen de vertalingen van die beleidsteksten wollig klinken, maar Chinese officials zijn erin getraind de betekenissen achter de tekst te begrijpen en weten welke keuzes van hen verwacht worden. Ambitieuze lokale ambtenaren kiezen hun speerpunten uit het verlanglijstje van de centrale overheid, ze maken infrastructuur beschikbaar en geven subsidies uit om hun doelstellingen te behalen. Op korte termijn leidt dat vaak tot enorme verliezen en overinvesteringen. Maar als het werkt, dan ontketenen ze een volledig nieuwe industrie die de lokale economie doet boomen. Een vaak aangehaald voorbeeld is dat van de stad Hefei, die erin slaagde een cluster van halfgeleiders en elektrische voertuigenproducten aan te trekken en als voorbeeld geldt van een succesvolle burgermeestereconomie.

De burgermeesters in kwestie maken naam en worden opgemerkt door de talentspotters in de Partij die hun officials beoordelen op parameters als economische groei en lokale tewerkstelling. Met als einddoel een promotie naar het niet zo hippe Peking.

De auteur
werkt in China als bedrijfs­adviseur voor One-Stop China

Volgende week: 
Fiona Mandos in Londen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content