Britt Buseyne
‘Klopt het beeld van toerisme als economisch wonderkind wel?’
De reissector is aan een heropleving bezig. Terwijl mijn lief onze camper door de Dolomieten loodst, lees ik vanuit de passagiersstoel dat 2024 goed onderweg is om alle records te breken. Verschillende economische platformen noemen de wederopstanding na corona een kwestie van ‘veerkracht’ en benadrukken de schijnbare resistentie van de sector tegen de huidige uitdagingen. Maar klopt het beeld van toerisme als economisch wonderkind wel?
Allereerst is de veerkracht van de sector relatief. Volgens cijfers van de OESO blijft de welvaart in veel westerse landen groeien. Door de bank genomen hebben we dus meer middelen om aan reizen uit te geven. Bovendien is de vraag naar reizen na corona aanzienlijk toegenomen. Een trend die volgens het World Economic Forum (WEF) samenviel met meer beschikbare vluchten en toegenomen investeringen. De comeback van toerisme is zo eerder logisch dan spectaculair.
Vooral ontwikkelende economieën investeren in toerisme. In de jaarlijkse Travel & Tourism Index van het WEF vertegenwoordigen ze 73 procent van de regio’s die sinds 2019 zijn gegroeid. Na Europa, klom Azië-Pacific naar de tweede plaats op de ranglijst van grootste reiseconomieën. In sub-Saharisch Afrika toont de reissector volgens het rapport dan weer de grootste groei sinds 2019. Hoewel toerisme voor die regio’s economisch een opportuniteit kan zijn, zorgt het ook voor spanningen.
Als er zoiets als ‘duurzaam reizen’ bestaat, is er meer voor nodig dan alleen van vervoersmiddel wisselen.
Toerisme ontwricht veelal het sociale weefsel. In Colombia waarschuwt men toeristen voor oplichters en corruptie. In Indonesië lijkt iedereen een taxichauffeur of gids te zijn. Als reiziger lijken zulke fenomenen een noodzakelijk kwaad, maar het zijn bovenal symptomen van een fundamenteel onrechtvaardig systeem. Zowel gedienstigheid als corruptie wordt gevoed door een ongelijke machtsverhouding, die veelal kantelt wanneer beide partijen economisch gelijken zijn. Dat ondervonden we toen we in Noord-Italië met onze camper pech hadden. Garagisten die daar elk seizoen goed boeren, vinden toeristen eerder een plaag dan een opportuniteit.
Toerisme draagt ook rechtstreeks bij aan zijn eigen vernietiging. Van de tien dagen met de hoogste uitgaven ooit bij cruise- en luchtvaartmaatschappijen, vonden er maar liefst negen plaats in 2024. Consumptie creëert uitstoot, die op zijn beurt bijdraagt aan de opwarming van het klimaat. De effecten daarvan vormen dan weer een van de grootste uitdagingen voor het voortbestaan van de reissector. Niet alleen in exotische gebieden, maar evenzeer in Europa. Zo tweette de Duitse minister van Volksgezondheid Karl Lauterbach in 2023 “If things continue like this, these holiday destinations will have no future in the long term. Climate change is destroying southern Europe. An era comes to an end.”
De voor- en nadelen van toerisme zijn ongelijk verdeeld. Zo behoort een groot deel van een snelgroeiende reiseconomie als sub-Saharisch Afrika, tot internationaal erkend klimaatrisicogebied. In Europa kan gemiddeld 30 procent van de mensen zich geen week vakantie veroorloven. In landen zoals Bulgarije en Roemenië stijgt dat cijfer tot wel 60 procent. Dat die landen zelf populaire bestemmingen zijn, zorgt voor de ultieme paradox. Want terwijl ze elk jaar meer consumptiegeile reizigers ontvangen, blijft er steeds minder ruimte voor bewoners die aan hun bakermat gebonden zijn.
Met een camper geloof ik graag dat ik die spanningen omzeil. Helaas hebben overvolle parkings, geïrriteerde burgers en sporen van toiletpapier in elke bosrand deze zomer pijnlijk het tegendeel bewezen. Als er zoiets als ‘duurzaam reizen’ bestaat, is er meer voor nodig dan alleen van vervoersmiddel wisselen. Het vereist een herstel van de machtsverhouding tussen reizigers en bewoners. Gastvrijheid opnieuw als een gunst waarderen, in plaats van een recht. Ontwrichtende effecten van toerisme onder ogen zien en durven te denken op de lange termijn. Anders kan de groei die nu als veerkrachtig wordt benoemd, in de toekomst bijzonder destabiliserend zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier