Stijn Fockedey
‘Kloof tussen Vlaanderen en Wallonië werd alleen groter’
Deze verkiezingen vormen het zilveren jubileum van de steekvlam- en gemistekansenpolitiek. In 1999 verloren de christen-democraten na bijna veertig jaar even hun greep op de politieke macht in België. Ons land, en zeker Vlaanderen, is al 25 jaar in de ban van een voortdurende politieke herverkaveling. De vele crisissen zijn nog adequaat aangepakt – geld uitgeven is altijd makkelijk – maar ons langetermijnbeleid en de begroting hebben er onder geleden.
De aflopende legislatuur was een triest dieptepunt. Zowel de federale Vivaldi-coalitie als de Zweedse coalitie in Vlaanderen verkwanselden de remonte na de coronacrisis en stapten over naar in een permanente campagnemodus. Federaal crashte de broodnodige fiscale hervorming, in Vlaanderen werd in het stikstofdossier anderhalf jaar tijd verspild aan politieke profilering. Er is nog altijd geen duurzame oplossing voor de dreigende rechtsonzekerheid voor bedrijven. Ondertussen keek niemand, behalve Vlaanderen een beetje, om naar het gat in de begroting. De aflopende legislatuur voelt daarom op alle niveaus aan als een enorme gemiste kans, ondanks een verstandig crisisbeleid tijdens de pandemie.
Deze verkiezingen sluiten ook een hoofdstuk af. 25 jaar lang had België relatief veel financiële autonomie. In 1999 liet aftredend premier Jean-Luc Dehaene het land een schoongemaakte begroting na, waarmee het in staat moest zijn de vergrijzingskosten te betalen die we nu beginnen te voelen. De voorbije 25 jaar lang kwamen we maar één keer in het vizier van de financiële markten, toen België het wereldrecord regeringsvorming aan breken was na de verkiezingen van 2010.
We moeten uit onze problemen groeien en dus de olifant in de kamer aanpakken: de economische stagnatie van Wallonië.
Nu dreigen we weer aangevallen te worden. Het staat zo goed als vast dat de Europese Commissie ons op de strafbank zal zetten. Het onhoudbare begrotingstekort is niet alleen schadelijk voor onszelf, het is ook bijzonder nefast om de stabiliteit van de euro te verzekeren. De onvermijdelijke hardere aanpak door de EU dreigt zich te vertalen in zwaardere financieringskosten. Gelukkig hebben we nog onze joker. De meer dan 20 miljard die de staatsbons opbrachten, maakte nog eens duidelijk dat de Belgische spaarder het land beschermt tegen een zware aanval van de financiële markten. Maar ooit raken we die joker kwijt. Er moet dan ook zo snel mogelijk een geloofwaardig plan komen om onze overheidsfinanciën te saneren.
Met alleen besparen en wat belastingen herschikken komen we er niet. We moeten ook uit onze problemen groeien. Daarvoor moeten we olifant in de kamer aanpakken: de economische stagnatie van Wallonië. Die houdt overigens al meer dan 65 jaar aan. De voorbije 25 jaar bleef de economische groei in Wallonië achterop hinken. Ondanks verschillende relanceplannen blijft het Waalse gewest met een bar slecht rapport zitten. Een activiteitsgraad die de helft minder is gestegen dan de Vlaamse, een overwicht aan ambtenaren en andere werknemers die door de overheid betaald worden, en leerlingen die zeer slecht scoren in vergelijking met andere EU-lidstaten. Natuurlijk kan een regio eens wat ongeluk hebben, maar dit houdt al decennia aan.
Er is ook hoop voor Wallonië. De infrastructuur wordt stapsgewijs beter. Er is nog genoeg ruimte om te ondernemen én er is best wel veel ondernemingszin. Uit de database van Trends Business Information blijkt dat er in het Waalse gewest ook in verhouding tot de bevolking veel ondernemers en bedrijven actief zijn. Ze zijn alleen minder succesvol. Gezien de sterkte van MR en Les Engagés kunnen we hopen op een beleid dat het ondernemerschap in Wallonië meer kansen geeft, de groei aanjaagt en België betaalbaar houdt. De politici kunnen inspiratie halen uit het ideale verkiezingsprogramma voor ondernemers dat Trends deze week presenteert. Ondernemers zijn, om Louis Tobback te parafraseren, onze sociale zekerheid.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier