Voor veel kmo’s in ons land is digitalisering steeds vaker een verplicht nummer, dat vooral handenvol geld kost.
Het klinkt vanzelfsprekend: wie automatiseert en digitaliseert, bouwt een efficiënter bedrijf. Alles wat geen toegevoegde waarde heeft – het manueel overtikken van gegevens, het verwerken van papieren facturen, het dubbel ingeven van orders – kan worden uitgezuiverd. Wat overblijft, is een slanker, sneller en winstgevender proces. Dat klinkt als muziek in de oren van elke ondernemer.
En toch. Voor veel kmo’s in ons land is digitalisering steeds vaker een verplicht nummer, dat vooral handenvol geld kost. Op papier is de digitale belofte eenvoudig: wie investeert in software en digitale processen, vermijdt fouten, wint tijd en kan makkelijker groeien. Grote bedrijven met een stevige ICT-afdeling profiteren daar al jaren van. Kleine ondernemingen botsen evenwel vaak op een andere realiteit. Digitaliseren betekent niet alleen de aanschaf van software, maar ook de opleiding van personeel, het aanpassen van processen, en telkens weer investeren in upgrades. Tegen de tijd dat één proces eindelijk is geautomatiseerd, staat alweer een nieuwe versie of een alternatief klaar. Voor een kmo voelt dat als een never ending story, die de kas steeds verder leegzuigt.
Dat kmo’s worstelen met digitalisering blijkt ook uit recente cijfers. Voor bijna alle ondernemingen in België zijn computers en internet vanzelfsprekend. Maar slechts 20 procent van de micro-ondernemingen (2 tot 9 werknemers) zegt vandaag aan data-analyse te doen, tegenover 65 procent bij bedrijven met meer dan 50 werknemers. Bij cloudoplossingen gaapt een gelijkaardige kloof. En dan is er de olifant in de kamer: Peppol en de verplichte elektronische facturatie. Volgens een studie bij 300 Belgische kmo’s beschikt slechts 38 procent vandaag over een boekhoudpakket dat compatibel is met Peppol. Amper 25 procent is aangesloten op het netwerk, terwijl vanaf 1 januari 2026 elektronisch factureren via Peppol verplicht wordt voor de meeste b2b-transacties.
Rijdt de digitale trein niet te snel? Voor grote organisaties is digitalisering een investering die ze kunnen dragen. Kleine bedrijven kunnen het opgelegde tempo steeds moeizamer volgen. Dat tast de voedingsbodem van ons ondernemerschap aan. Een startende ondernemer heeft meestal een visie, een talent of een product dat hij of zij in de markt wil zetten. Tegelijk moet diezelfde starter vandaag van nul af een digitaal proces opzetten, dat voldoet aan alle regels. Vaak is die persoon daar voldoende voor opgeleid. Zelden is er budget om meteen alles digitaal in te richten. Het gevaar is reëel dat sommigen er zelfs niet meer aan beginnen. En wie startend ondernemerschap fnuikt, fnuikt tegelijk de economische motor die onze begroting draaiende houdt.
Dat betekent niet dat we digitalisering moeten afwijzen. Integendeel: ze kan levensreddend zijn voor bedrijven die efficiëntie zoeken. Maar we moeten realistischer zijn over de weg ernaartoe. Niet alles moet digitaal. Ondernemers moeten keuzes kunnen maken over wat echt meerwaarde biedt, en het mag gerust modulair: in de plaats van in één groot project kan digitalisering beter in kleinere, betaalbare fasen worden ingevoerd. Als digitalisering verplicht wordt, moet daar ook een proportioneel ondersteuningskader tegenover staan, in de vorm van subsidies, opleidingspakketten en collectieve platforms.
De digitale trein rijdt, en niemand kan hem tegenhouden. De vraag is niet óf we mee moeten, wel hoe we ervoor zorgen dat kmo’s niet uit de bocht vliegen. Als digitalisering een stille dood van ondernemerschap in de hand werkt, dan is de maatschappelijke kostprijs groter dan de besparing die het oplevert. Het is tijd dat we digitalisering zien voor wat het is: geen tovermiddel maar een investering, die slim en haalbaar moet zijn en begeleid moet worden. Want alleen dan kan ook de kleine ondernemer mee profiteren van de efficiëntie waar iedereen van droomt.
De auteur is general manager van Mastermail en voorzitter van Voka Vlaams-Brabant
Lees ook: Hoe kmo’s creatief omgaan met verloning van werknemers