Carole Lamarque

‘Kan de auto die geen auto is onze mobiliteit transformeren?’

‘Rijdend paasei’ of ‘goudviskom op wielen’. Aan bijnamen geen gebrek voor de nieuwe generatie elektrische microwagens die vanuit Italië overwaaien naar onze steden. Ze zullen niet de gamechangers worden die het mobiliteitsvraagstuk helpen op te lossen. Maar soms moet je het referentiepunt verschuiven. Carole Lamarque is marketingexpert en auteur van de boeken Influencers en Zoonotic.

Fiat lanceerde begin deze zomer de Topolino. Dat is Italiaans voor ‘muis’. ‘Babymuis’ eigenlijk, om helemaal correct te zijn. De kleine elektrische wagen is een zogenoemde nanowagen. Je hebt er geen rijbewijs voor nodig (een brommerrijbewijs volstaat), maar je rijdt dan ook maar 45 kilometer per uur en je mag er niet mee op de autosnelweg. Met een batterij die maar 75 kilometer meegaat, is dat misschien sowieso niet het beste idee.

Je zou de Topolino het babybroertje kunnen noemen van de Microlino, die dit jaar een van de blikvangers was op het Autosalon. Die microwagen haalt 90 kilometer per uur en heeft een rijbereik van 230 kilometer, al moet je daar wel vier uur laadgeduld voor uitoefenen. De Topolino en de Microline hebben met elkaar gemeen dat je ze al zeker niet moet kopen voor de beenruimte. En echt veilig voel je je toch ook niet in zo’n rijdend ei.

Transformatie

Onze mobiliteit maakt vandaag een transformatie door. De auto van de toekomst zal waarschijnlijk geconnecteerd en autonoom rijdend zijn, en hij zal zéker elektrisch zijn. Vorig jaar steeg het aantal volledig elektrische personenwagens in heel Europa met 58 procent ten opzichte van 2021, van 1,9 miljoen verkochte exemplaren naar 3,1 miljoen. In België was ruim 10 procent van de nieuw geregistreerde wagens volledig elektrisch. Bijna een verdubbeling van het jaar daarvoor.

1/2

2/2

1/2

2/2

Is er in die mobiliteitsrevolutie een rol weggelegd voor de microwagen? Zeker niet voor lange afstanden, tenzij je zeeën van tijd hebt, van kleine landweggetjes houdt en geen bagage moet meenemen. In de stad hebben microwagens het grote voordeel dat ze in kleine parkeerplaatsen passen, ze zijn zo klein dat je ze zelfs dwars kunt parkeren. Maar waarom zou je nog een auto nodig hebben als je niet van plan bent om er de stad mee uit te komen?

‘Dat is geen auto!’

De Topolino en zeker de Microlino zijn de erfgenamen van de BMW Isetta uit de jaren vijftig. Die ‘bubblecar’ ontstond door het materialentekort na de Tweede Wereldoorlog. Meteen een parallel met vandaag. De Isetta was een tijdlang best succesvol, maar het was wel een tijd waarin je in de stad nog kon doorkarren met de auto. De Microlino is in theorie een pak sneller dan de fiets, maar in welke stad zit het autoverkeer vandaag niet potdicht? Toegegeven, in een microwagen zit je droog. Maar is dat de kostprijs van bijna 15.000 euro voor een Microlino waard? Voor die prijs vind je al een échte auto, waar je wel de snelweg mee op mag.

‘De Zwitserse makers van de Microlino maken reclame met de slogan ‘This is not a car!’ We moeten de microwagen niet bekijken als een ‘autokiller’, zo is hij niet bedoeld’

Waarom zou je dan in hemelsnaam een microcar kopen? De betere vraag is: bent u de doelgroep wel? If you are not impressed, it is not meant for you. De Zwitserse makers van de Microlino verschuiven zelf het referentiepunt. Ze maken reclame met de slogan ‘This is not a car!’ Of in de beste Belgische Magritte-traditie: ceci n’est pas une voiture. We moeten de microwagen niet bekijken als een ‘autokiller’, zo is hij niet bedoeld. De Topolino of de Microlino zal het mobiliteitsvraagstuk niet oplossen. Daarvoor moeten we radicaal anders naar mobiliteit kijken. Gewoon overstappen van een hele auto in een halve auto zal niet veel zoden aan de dijk brengen.

De klassieke autoliefhebber zit niet te wachten op de microwagen, die wil meer snelheid en meer pk’s. De fervente fietser ook niet, die heeft de auto niet links laten liggen om dan in een miniversie ervan te kruipen. Is er dan helemaal geen markt voor de microwagen? Toch wel. Misschien kunnen de Microlino en co. inspiratie halen bij de Apple Watch. Die had in het begin extreem grootse ambities, de Apple Watch zou onze horloge én onze smartphone overbodig maken en vervangen. Dat was uiteraard te hoog gegrepen. De Apple Watch heeft zich dan slim weten te herpositioneren als lifestylehebbeding, als betaalbare luxe. Zo heeft hij alsnog de groei van de luxemarkt voor horloges kunnen killen. Wie weet ligt daar een toekomst voor een futuristisch rijdend ei?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content